Student Wouter Wassenaar doet aan boulderen: zonder touw een klimparcours afleggen. De sport wint snel aan populariteit, ook in Zwolle, waar begin 2020 een boulderhal werd geopend. “Vooral het puzzelen op een route vind ik leuk.”
Boulderhal Roest is gloednieuw en ligt helemaal achterin de Zwolse wijk Assendorp, aan de rand van een groot bedrijventerrein. Maar als je binnenstapt, merk je niks van die enigszins saaie omgeving. Op deze woensdagavond zitten tientallen mensen – het merendeel in de leeftijdscategorie student – in een industrieel ingericht café, inclusief bar. Rustig gepraat vult de ruimte. Een kast is gevuld met gezelschapsspellen en achter de bar staan twee jonge vrouwen. Ze kennen Wouter, uiteraard, hij is hier meerdere keren per week te vinden. “Daar zit-ie, met die blauwe sweater aan.”
Old-school klimmer
Wouter, 21 jaar oud en student Industrieel Product Ontwerpen op Windesheim, zit aan een tafeltje met twee anderen, op tafel staat een bak met nacho’s. Hij is net klaar met klimmen. “Kijk, die gast,” hij wijst naar de klimhal, waar aan de andere kant van de grote glazen wand een man met een baardje op drie meter hoogte aan een muur hangt. “Dat vind ik nou echt cool om naar te kijken. Hij klimt heel gecontroleerd, echt old-school. Ik ben als klimmer veel dynamischer. Explosiever vooral.
Overal in de hal hangen mensen aan de met gekleurde blokken bezaaide klimwanden, die zo’n vijf meter hoog zijn. Sommige hellen flink achterover. “Je moet eigenlijk gewoon boven zien te komen. De snelheid maakt daarbij niet uit”, vat Wouter de sport samen. Het is dus wat anders dan speedclimbing, waarbij je zo snel mogelijk een route moet klimmen. En het is ook geen ‘normaal’ sportklimmen. Boulderen is namelijk zonder touw en klimgordels, en de wanden zijn minder hoog. Als je valt, kom je terecht op een zachte mat onder de muur.
Steeds weer nieuwe routes
“Er zijn verschillende routes die met gekleurde blokken zijn aangegeven. Zo’n route noem je een boulder. De mintgroene boulders zijn het makkelijkst, de witte het moeilijkst.” Iedere week wordt één wand gereset, legt hij uit, terwijl hij naar bepaalde routes op de muren wijst. “Dan verplaatsen ze die bruine blokken. Die mag je altijd gebruiken, dus als je die verplaatst, heb je weer een aantal compleet nieuwe routes.”
Het draait om kleine details, vooral als de routes zwaarder worden. Welke kant moet je je knie op draaien? Moet je dat blokje aan de bovenkant vasthouden of meer in het midden? Dat gepuzzel is precies wat Wouter zo leuk vindt aan boulderen. “Ik hou ook heel erg van Rubiks-kubussen en zo. Hierin kan ik dat combineren met het sportieve aspect.”
Voordat Wouter begon met boulderen, deed hij al fanatiek aan freerunner. Actieve sporten waarbij het draait om lenigheid en atletiek vermogen liggen hem dus goed. “Anderhalf jaar geleden vertelde iemand me dat er een boulderhal in Zwolle zou komen. Ik had het al een keer elders gedaan en dat beviel goed, dus ik heb direct op dag één een abonnement genomen”, vertelt Wouter terwijl hij nog een slok neemt van z’n cola.
Boulderen onder zijn hoogslaper
Maar corona gooide roet in het eten. De hal ging namelijk open in februari 2020, vlak voor de start van de pandemie. “Ik had net een paar van die makkelijke, mintgroene, boulders gehaald, en toen kwam die eerste lockdown. Daarom ging ik maar thuis oefenen, op een kleine zelfgebouwde boulderroute onder mijn hoogslaper.”
In juni ging de hal weer open. “Eindelijk! En ik ging met sprongen vooruit. Ik haalde blauwe routes, zwarte, en zelfs een paar rode. Dat is het op-eenna-hoogste niveau hier.” Niet lang daarna pakte hij zijn zelfs een witte, de hoogste moeilijkheidsgraad. “Dat is een enorme ‘gap’ om in een maand te maken, en in totaal was ik ook nog eens maar vier maanden bezig.”
Super sociaal
Natuurlijk, het sportieve aspect is fantastisch, maar Wouter houdt daarnaast ook heel erg van de sfeer in de hal. “Het is super sociaal. Als ik ga klimmen, wat ik ongeveer drie of vier keer in de week doe, dan ben ik hier met gemak vier uur achter elkaar. Na iedere boulder die je doet, moet je een paar minuten rusten. Anders hou je het gewoon niet vol.”
“Dus je bent een paar minuten aan het klimmen, springt naar beneden en dan kan je gewoon even een praatje maken met iemand. De meeste mensen weten ook wel met welke projecten de anderen bezig zijn. Dan komt iemand op me af: ‘hé Wouter, is die ene boulder je al gelukt?’ Dat is superleuk.” Of hij het merendeel van de mensen kent? Wouter kijkt even rond. “Ja. Ik geloof het wel, haha.”
Victory flip
Voor moeilijker routes dan die in Zwolle moet hij echt naar het buitenland, vertelt Wouter. “In Scandinavië zijn hallen die echt zijn gemaakt voor heel goede klimmers. En je hebt natuurparken waar je gewoon bij rotsen omhoog kan klimmen. Dat is natuurlijk helemaal cool. En laatst was ik in een klimhal in Dortmund… Ja, dat is dan echt een snoepwinkel. Zoveel verschillende routes, een compleet andere stijl ook. Echt heel vet.”
Eindeloos puzzelen op één route
Hij was er al vijf weken mee bezig, maar tot zijn grote frustratie lukte het maar niet. Die ene boulderroute, bestaande uit alleen maar witte blokjes: de moeilijkste categorie. Er zat een sprong in die voor Wouter heel moeilijk was. “Een vriend van mij is wat groter, dus hij kon er gewoon bij. Maar ik ben vrij klein, dus ik moest daadwerkelijk springen en mezelf vastklampen aan een van de grepen. Dat ging steeds mis.” En dan was er ook nog die andere tussenstap die maar een op de drie keer goed ging. Hij deed nog maar eens een poging, maar weer eindigde die met een val op de mat onder de muur.
Wouter ging naar huis en startte zijn Discord-server. Hij had zichzelf die dag gefilmd. Dat doet hij wel vaker, zodat hij thuis in alle rust kan analyseren wat hij beter had kunnen doen. Toen hij de beelden terugkeek, zag hij het.. “Ik hing zijwaarts, met m’n hak heel hoog. En tegelijkertijd moest ik naar rechts gaan en een hele kleine greep ‘vangen’. Ik greep welke keer in het midden. Maar ik dacht: wat nou als ik hem net iets lager pak, met twee vingers?”
Twee vrienden van Wouter waren bezig met diezelfde witte route, en ook zij hadden er veel moeite mee. Totdat het de een na een aantal weken eindelijk lukte. De andere vriend slaagde er twee dagen later ook in. Nu kon Wouter natuurlijk niet achterblijven, en dus ging hij ’s ochtends al naar de klimhal. Die ene moeilijke sprong ging goed, ook dat andere lastige punt. Maar toen kwam het moeilijkste: focus houden. Geconcentreerd blijven. Zorgen dat de blijdschap en de spanning niet de overhand namen. Deze keer ging alles goed! Het lukte, Eindelijk!
En toen, na wekenlang proberen lukte ook die ene moeilijke route. Eindelijk. “Ik voelde me echt… Ja, ik was héél blij.” Zelfs als hij er nu over vertelt, verschijnt er nog een brede glimlach op zijn gezicht. En daarna een lekker biertje op de goede afloop? “Nee, ik drink niet. Maar ik deed wél een backflip. De victory flip noemen we dat.”
Tekst: Hielke Jan Borger
Foto’s: Gerben Rink