Opleidingen kunnen voor het BSA blijven kiezen maar moeten bewijzen dat ze het doel, het terugdringen van onnodige uitval, bereiken.
De medezeggenschapsraad heeft ingestemd met het Collegevoorstel waarbij de doorstroomnorm vanaf komend studiejaar de voorkeur heeft maar opleidingen kunnen blijven kiezen voor het BSA.
Het College van Bestuur en de Centrale Medezeggenschapsraad bereikten donderdag een compromis. De doorstroomnorm wordt niet aan alle opleidingen opgelegd. Ze kunnen blijven kiezen voor het bindend studieadvies. Maar opleidingen die daaraan willen vasthouden moeten aantonen dat ze op andere manieren onnodige uitval weten terug te brengen.
Het Bindend Studieadvies (BSA) is al geruime tijd uit de gratie. Een student wegsturen na één jaar omdat hij de vereiste 54 van de 60 punten niet heeft vergaard, is nu eenmaal niet te combineren met het nieuwe streven onnodige uitval te voorkomen.
Het College van Bestuur had het BSA daarom met ingang van het nieuwe studiejaar voor héél Windesheim graag willen vervangen door de ‘doorstroomnorm’. Daarbij mogen studenten die een norm van 50 EC niet hebben gehaald doorgaan met de studie, maar er worden afspraken gemaakt over hoe ze hun achterstand in het tweede jaar zullen inlopen.
Een experiment hiermee binnen het domein BMR (dat overigens nog niet is afgerond) zou volgens het College hebben aangetoond dat deze aanpak onnodige uitval inderdaad terugdringt.
Overhaaste beslissing
Op 9 december lag een voorstel om deze stap te zetten ter tafel tijdens de overlegvergadering met de Centrale Medezeggenschapsraad (die instemmingsrecht heeft). Maar binnen de CMR overheerste de twijfel. Twee dagen voor de vergadering liet de Raad het College schriftelijk weten dat hierover binnen de hogeschool grote verschillen van mening bestaan, zodat ‘een geforceerd besluit vermoedelijk tot grote onderlinge verdeeldheid’ zou leiden.
Daarnaast vindt de Raad dat in deze ‘roerige tijden’ geen ‘overhaaste beslissingen’ genomen moeten worden en dat de benodigde aanpassingen in de voorgestelde tijd ‘nauwelijks of niet te organiseren’ zouden zijn.
De CMR stelde daarom voor de keuze (BSA of Doorstroomnorm) aan de opleidingen te laten. Dat laatste zou voor het College een fikse stap terug zijn, maar duidelijk was ook dat het College en de Raad tot een besluit moesten komen.
Compromis
CMR-voorzitter Claudia Tempels benadrukte aan het begin van de vergadering dat het geen nut had om de hele kwestie (volgens CMR-lid Bas Baremans een ‘wicked problem’) opnieuw inhoudelijk te bespreken en de discussie te beperken tot de organisatorische problemen.
Dat lukte niet echt, maar wat wél lukte was elkaar vinden in een compromis. Na de bezwaren tegen het voorgenomen besluit te hebben aangehoord, deed het College een flinke scheut water bij de wijn.
Er kwam een nieuw voorstel waarin het College vasthoudt aan zijn ‘voorkeur’ voor de doorstroomnorm, maar de mogelijkheid openlaat dat opleidingen ‘om praktische of didactische redenen geen doorstroomnorm willen invoeren’. Zij moeten dan wel ‘op andere wijze de komende jaren de uitval in de propedeutische fase naar beneden brengen’.
Betekenisvol studieadvies
Voor álle opleidingen, of ze nu voor de ene of de andere mogelijkheid kiezen, geldt een norm van 50 EC, alleen bij uitzondering kan daarvan worden afgeweken. Ook dienen alle opleidingen te gaan werken aan ‘het ontwikkelen van een betekenisvol studieadvies’ én ze moeten voldoen aan een hogeschoolbrede norm voor studentbegeleiding.
Windesheim gaat de uitval bij álle opleidingen goed in de gaten houden (‘monitoren’).
Op basis daarvan wordt over twee jaar besloten of de mogelijkheid om het BSA te hanteren behouden blijft ná studiejaar 2023/2024.