Esther Koot (21) is eerstejaars student communicatie op Windesheim.
Print op print, jij durft!
“Een streepje op een streepje, of een streepje op een bloemetje: ik heb veel kleren met prints en die draag ik het liefst op elkaar. Mijn moeder zegt soms: ‘Esther, dat kan echt niet!’ Meestal check ik dan nog een keer wat ik draag, maar vind ik het nog steeds leuk.”
Waarom deze outfit?
“Ik vind winterkleding saai, en ik heb een hekel aan saai. In deze winter-outfit voel ik mij wél comfortabel: een flared broek met printje, kleur op kleur. Het beige vest maakt het geheel nog wat chiquer. Als het mooi weer is draag ik een zilveren broek met een split die begint op twintig centimeter boven de knie, of een doorzichtige regenboogbroek. Mijn favorieten, maar allemaal harstikke koud in de winter.”
Wat zegt jouw kledingstijl over jou?
“Het was altijd al een manier om mijzelf te uiten. Op de middelbare school merkte ik voor het eerst dat mensen elkaar volgen. In wat ze dragen en hoe ze zich gedragen in een groep. Ik wil mijn eigen stijl. En mijn eigen ding doen. Mensen vinden het bijzonder, kijken naar je. En dat vind ik alleen maar leuk. You stand out in a crowd.”
Hoeveel tijd besteed je aan je haar?
“Met dit kapsel ben ik een halfuur bezig. Iedereen draagt het in een knotje, een staart of los. Ik probeer altijd te bedenken wat er nog meer kan. Ik had weleens twee van die knotjes, bovenop. Toen dacht ik: wat als ik er nou heel veel achter elkaar doe? Mensen noemen het een coronakapsel, omdat het op de vorm van het virus lijkt. Ook wildvreemden.”
Tekst: Michelle van der Molen
Foto: Jasper van Overbeek
