Met naald en draad

Breien, haken of zelf kleding naaien. Deze studenten, docenten en medewerkers krijgen er geen genoeg van. Zes ‘creabea’s’ van Windesheim.

‘Van kleden op de bank tot hangers in de kerstboom’

Freeke Schippers is medewerker secretariaat AVO Afstandsleren en Minororganisatie bij Bewegen en Freeke Schippers is medewerker secretariaat AVO Afstandsleren en Minororganisatie bij Bewegen en Educatie. In haar vrije tijd kan ze niet zonder haar haakmandje.

Toen ik kinderen kreeg was ik veel thuis en sindsdien kwam mijn passie voor haken echt tot leven. Lekker spulletjes fröbelen voor de babykamer en kleertjes voor mijn kinderen. Sindsdien bleef het altijd bij me kriebelen en ik besteed er dan ook veel tijd aan. Elke doordeweekse dag zit ik een uurtje te haken en in het weekend wel een paar uren non-stop achter elkaar. Ik word daar zo blij van! Voornamelijk maak ik dekens, en mijn beide zonen hebben inmiddels meerdere exemplaren op hun bed liggen. Voor mezelf maak ik sjaals en omslagdoeken die ik tijdens het thuiswerken lekker om me heen kan slaan. Af en toe maak ik een uitstapje naar kleinere werkjes zoals een vlaggenlijntje. Dat vind ik altijd leuk om cadeau te geven bij een verjaardag of als er in mijn omgeving een kindje geboren is.

Star Wars-muts was het mooiste cadeau

Als ik in een wolwinkel ben word ik enorm blij van alle stoffen, kleuren en structuren terwijl ik dan nog niet eens heb bedacht wat ik wil gaan maken. Dat komt dan later. Voornamelijk haak ik gewoon rechttoe rechtaan met leuke kleurtjes. Ik laat me veel inspireren door accounts op Pinterest en Instagram. Dan word ik helemaal enthousiast van alle leuke ideeën die daar opstaan. Om mezelf bepaalde technieken aan te leren kijk ik veel naar Youtube. Mijn jongste zoon is helemaal gek op Star Wars en voor Kerst haakte ik ooit een Baby Yoda- muts voor hem. Hij noemt die muts zijn mooiste kerstcadeau ooit!

Naalden in het vliegtuig

Haken ontspant heel erg. Voor mijn werk zit ik al de hele dag achter een beeldscherm dus wil ik me ’s avonds ook niet nog eens volledig verliezen in televisie of social media. Plus ik vind het heel mooi dat je echt iets creëert; er ontstaat iets in je handen. Naast de bank staan drie manden met bollen wol en naalden. Soms ligt mijn werk zelfs volledig op de bank gedrapeerd, en past er niemand meer bij.

Ook op reis gaat mijn haakmandje altijd mee. Eerder dit jaar ging ik met mijn vriend op vakantie naar Ibiza en raakte bijna in paniek omdat ik volgens de voorschriften geen haaknaalden mee mocht nemen. Wat moet ik dán doen op vakantie?! Enkele dagen voor vertrek had ik nog contact met de vliegmaatschappij en mocht toch mijn naalden en schaartje meenemen mits het in het ruim kon. Dat was een enorme opluchting!

Rebekka Post, student Social Work, breit tijdens colleges zodat ze zich beter op de stof kan concentreren.

Van oma leerde ik op mijn negende driehoekjes breien, daar maakte ik dan een zeehondje van. Op mijn veertiende ruilde ik zelfgebreide tasjes voor nagellakjes, want daar was ik vroeger gek op. Als ik in het dorp loop kom ik ‘mijn tasjes’ nog wel eens tegen. Nu brei ik sjaals, hippe vesten, tasjes en mutsen; vesten met wijde mouwen en drie knopen voorop zijn helemaal in. Iets dragen dat je zelf hebt gemaakt geeft me een heel fijn gevoel.

Breien voor meer focus

Breien doe ik wel zo’n twintig uren per week. Expres brei ik met simpele steken zodat ik er niet bij na hoef te denken. Door mijn ADHD kan ik in de les niet stilzitten, ik moet wat te doen hebben. Eerst begon ik met een stressbal in mijn hand, maar die vloog op een gegeven moment het lokaal door en raakten mijn klasgenoten afgeleid. Toen nam ik om te proberen een breiwerkje mee naar college, en dat werkte goed. De breihandeling vraagt net genoeg inspanning om gefocust te blijven op de uitleg van de leerstof. Maar het is ook een hele leuke gespreksstarter; mensen zijn vaak nieuwsgierig waarom ik brei in de klas en vragen wat ik aan het maken ben. Docenten vinden het allemaal heel gezellig en niemand heeft er verder last van. Als ik brei weet de docent zeker dat ik luister. Door het breien voel ik mij in de les meer op mijn plek, en uit onderzoek blijkt ook dat sommige mensen zich beter kunnen concentreren als ze met een andere handeling bezig zijn.

Therapeutisch

Als je een keer een rotdag hebt en dat moet verwerken ga ik even vijf toeren breien en dan knap ik weer op. Mijn breiwerken zien er dan ook nooit perfect uit, je ziet altijd in wat voor stemming ik aan het breien ben: als ik humeurig ben is mijn breiwerk heel strak, als ik vrolijk ben zijn mijn steken wat losser. Daarnaast vind ik het leuk om een handeling die mij blij maakt te kunnen delen met anderen. In mijn omgeving hebben verschillende mensen het breien weer opgepakt omdat ze mij ermee zagen.

‘Al die kleuren zijn een genot voor je zintuigen’

Ruth van Lenthe, docent bij Social Work, breit gemiddeld vijf uren per week sokken, vesten, mutsen in kleurrijke patronen. Geen techniek is haar te gek en het liefst probeert ze telkens iets nieuws.

Breien is mij met de met de paplepel ingegoten. De beginselen leerde ik als kind van mijn moeder en oma, zij kwamen uit een creatief gezin. Mijn moeder en ik werken dan ook vaak samen. Zij spint en kleurt zelf haar eigen wol, dat garen gebruik ik dan weer in mijn werken. Synthetische garen zoals acryl, daar doe ik niet aan. Het moet natuurlijk materiaal zijn want dat voelt in alle opzichten prettiger. Hoe vaak ik er per week mee bezig ben verschilt. Als ik veel nakijkwerk heb blijft mijn mandje met wol en breinaalden een tijdje liggen. Maar ik heb ook wel eens weekenden dat ik er lekker uren mee bezig kan zijn.

Ritme

Breien heeft iets meditatiefs. Ik ben een denker dus pak ik een patroon waar ik me goed op moet concentreren. De ritmische bewegingen gaan door in je lijf en geest. Wel brei ik altijd in combinatie met een andere bezigheid, zoals koken of televisie kijken.

Noord-Europa

Het liefst brei ik op de continentale methode uit Scandinavië. Mijn droom is om daar nog eens naartoe te gaan omdat de breicultuur daar veel groter is dan in Nederland. Maar online weten breiliefhebbers elkaar ook te vinden. Op Instagram volg ik leuke hashtacks ter inspiratie en doe ik mee aan ‘Knitallongs’, dan werk je met verschillende mensen aan hetzelfde product en deel je ervaringen met elkaar.

‘Dat kan ik zelf ook wel maken’

Anne Spil is eerstejaars student aan het Teachers College en maakt, mits ze er tijd voor heeft, het liefst zelf haar eigen kleding. Vorig jaar studeerde ze af aan de CIBAP vakschool voor verbeelding met een ‘Barok geïnspireerde jurk’ als afstudeerproduct.

Ik ben altijd al een creatieveling geweest. Van mijn oma leerde ik naaien op de machine en mijn jeugd door heb ik altijd wel leuke projectjes gehad. Zoals het ontwerpen en maken van broeken of zomerjurkjes. Wanneer het mooi weer is trek ik die gewoon aan

Gericht op vormen

Als ik iets in de winkel zie hangen denk ik vaak: ‘dat kan ik zelf ook wel maken’, beetje googlen hoe het moet, en vervolgens ga ik aan de slag.

Bij grote modewinkels stoort het me dat er totaal geen rekening wordt gehouden met lichamelijke vormen. Als ik zelf kleding maak vind ik het belangrijk dat het mooi aansluit bij het lichaam dat mijn kledingstuk draagt. Plus het is leuk om iets unieks in de kast te hebben.

Barokjurk

Voor ik aan Windesheim begon, studeerde ik creatief vakman – Fabrics & Design aan het Cibap. De fijne vaardigheden leerde ik daar tijdens mijn stage bij een naaiatelier voor theaterkostuums. Daar leerde ik veel over kunst- en textielgeschiedenis en het leek me gaaf om klassieke thema’s te combineren met iets eigentijds. Als afstudeerproduct maakte ik daarom een lange Barok geïnspireerde jurk met een korset, strikken en linten. Dat was wel een werkje!

‘Het was een leermoment’

Fenny Mijnheer is teamleider in het Mediacentrum. In haar vrije tijd doet ze al jaren aan haken en breien maar momenteel werkt ze vooral met leer.

Toen mijn dochter 1 was begon ik met naailessen en maakte ik kinderkleding. Dat heb ik jaren gedaan en heb daar heel veel plezier aan beleefd. Zes jaar geleden kwam een webshop met handgemaakte lederwaren beschikbaar voor overname; mijn schoonzus en ik hadden wel interesse om die over te nemen.

Ervaring met het vervaardigen van lederwaren had ik nog helemaal niet. Maar ik ontdekte dat men al doende leert. Eerst begon ik met sieraden maken en dat groeide al snel uit tot het maken van etuis, portemonnees en tassen. De technische vaardigheden leerde ik bij workshops, maar het meest leer je door het gewoon te doen.

Cactusleer

Qua textuur werkt leer heel anders dan stof. Ik heb speciale instrumenten zoals mesjes om het leer te schalmen, maar ook snijmessen, linialen, rolmessen, snijmatten etc. Door het werk leer je dat je die materialen echt nodig hebt.

Leer is een heel mooi product. Iedere lap is, voelt en werkt anders en dat zie je ook in het eindproduct. Geen etui is hetzelfde. Daarnaast houd ik van de stoere uitstraling van leer. Recent ben ik wel opzoek gegaan naar vegan alternatieven voor leer, zo. Zo heb je tegenwoordig ook cactus- en ananasleer. Maar recyclen van leer vind ik ook leuk; dat je een oude bank helemaal gaat strippen en van dat leer mooie producten maakt.

Windesheim fröbelclub

Sowieso een dag in de week besteed ik aan mijn passie. Soms ga ik na het werk nog even wat snijden of zit ik ’s avonds nog twee uurtjes achter de naaimachine. In de weekenden besteed ik er ook veel tijd aan, voor een webshop moet dat wel.

Voor mijn werk op Windesheim ben ik heel vaak bezig met mijn hoofden en door het handwerken gaat mijn hoofd helemaal uit, heerlijk vind ik dat. Ik brei en haak ook nog steeds, en met andere Mediacentrumcollega’s hebben we een appgroepje om elkaar te stimuleren en op ideeën te brengen.

‘Naaien leerde ik via Youtube’

De twee zoontjes van pabo-docent Rianne Wirl-Kooiker lopen het liefst in haar zelfgemaakte T-shirts en sweaters.

Op het gebied van handwerken kon ik helemaal niets, maar acht jaar geleden was ik zwanger van mijn eerste zoontje en ik wilde graag zelf een boxkleed maken. Toen kocht ik een naaimachien, naaide wat lapjes aan elkaar en uiteindelijk werd het best mooi. Dat smaakte naar meer. Via video’s op Youtube leerde ik hoe je zelf kleding maakt, en sindsdien is het een uit de hand gelopen hobby; mijn zoontjes dragen qua bovenkleding eigenlijk alleen nog maar handgemaakte shirts, hoodies en vesten. Zelf vinden ze het ook leuk om stofjes en kleurtjes in de winkel uit te kiezen. Maar als ze iets kiezen waar ik helemaal niets mee kan maken we daar samen kussentjes van.

Eigen stijl

In onze stad hebben we niet zo veel kledingwinkels dus kinderen lopen vaak in dezelfde kleding. Regelmatig krijg ik complimenten van juffen en andere ouders op school dat mijn zoontjes er altijd zo leuk uitzien.

Mijn kinderen zijn heel smal dus kies ik sneller voor smallere patronen die goed bij hun lichaam passen. Als je een goed patroon gevonden hebt kun je die altijd weer gebruiken maar dan net een tikkeltje anders. Daarnaast maak ik graag capuchons aan vesten, dat vind ik stoer staan. Twee jaar geleden kocht ik een snijapparaat waarmee ik ook printjes op de kleding kan maken. Ook maak ik zelf labels voor aan de kleding. Door zelf kleding te naaien maak je iets unieks.

Tekst: Reinhilde van Aalderen
Foto: Herman Engbers

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *