Waar hebben we het over als het over eenzaamheid gaat? Als ik google op de woorden ‘eenzaamheid’ en ‘student’ krijg ik ongeveer 435.000 hits. Variërend van ‘vechten tegen eenzaamheid’, ‘corona en eenzaamheid’ en een interview met iemand die ‘stiekem eenzaam’ is. In onderzoeken geven veel studenten aan dat ze zich eenzaam voelen. Wat vaak ontbreekt: waar hebben we het over als het over eenzaamheid gaat?
Het is geen nieuw onderwerp. Ik vroeg eens aan de bestuursleden van het Studenten Overleg Orgaan Zwolle (SOOZ) wat de belangrijkste kwesties waren waar Zwolse studenten mee te maken hadden. Over het antwoord waren ze het snel eens: eenzaamheid. Het was 2015, corona was nog ver weg.
Waar gaat het dan over? In gesprekken met studenten hoor ik hele verschillende dingen. In mijn werk ontmoet ik hen individueel of bij één van de activiteiten van RE:LINK. Dat laatste is nu vaak online, maar kan ook in een klooster, een collegezaal of het Vliegende Paard.
Hierbij mijn gedachten over vormen van eenzaamheid:
(1) Allereerst: ongewenste eenzaamheid door te weinig mensen om je heen. Zoals door online colleges, minder of geen feestjes door coronamaatregelen. Maar het kan ook gaan om iets anders: ’ik zie andere studenten eigenlijk alleen via een studieopdracht’. Deze student wilde weten hoe je contact maakt met mensen en vriendschap kan ontstaan.
(2) Nog een ongewenste variant: ’mijn moeder is overleden en mijn klasgenoten maken zich druk om de kleren voor het volgende feestje’. Je anders voelen dan de anderen, door iets wat er gebeurd is, omdat anderen je niet begrijpen of jou niet accepteren zoals jij bent.
(3) Niet vergeten: er is ook gewenste eenzaamheid. ‘Ik wil graag op kamers wonen, want ik ben mijn ouders zat’. Alleen eten vond deze student heerlijk. Of een ander: ik heb de meldingen op mijn whatsapp uitgezet, ik werd gek van al die mensen die wilden dat ik direct ging reageren.
(4) Dan een vorm van eenzaamheid die voor iedereen geldt: dat niemand anders in mijn schoenen staat. En ik niet in die van een ander. We kunnen veel voor elkaar doen, maar niet het leven zelf overnemen, een keuze, een relatie, een studie. Een student zei eens: ’Je hoeft het niet alleen te doen, maar je moet het wel zelf doen’.
(5) Tot slot nog deze: de manier waarop in onze samenleving iedereen vooral als individu wordt gezien. De overheid benadert je zo: je moet schulden maken omdat je ‘investeert in jezelf’. En, zoals een student zei: ik moet ‘concurreren met anderen en vechten voor mijn plek’. Ook dat kan eenzaam maken.
Als het gaat over eenzaamheid, in een gesprek of een onderzoek, stel de ander en jezelf dan de vraag: waar gaat het hier over?
Martin Jans is studentenpastor van Windesheim, ArtEZ en KPZ Zwolle