Vierdejaars ICT-student Thijmen woont samen met zijn vriendin Miroya en kat in een knus studiootje in één van de studentenflats op het Talentenplein in Zwolle.
“Wat sprekend is voor onze kamer is “ nieuw als het moet, tweedehands als het kan”. Tóch lijkt het alsof de twee bakken met geld hebben uitgegeven aan de mooie, nieuw ogende pareltjes die je ook in de showrooms van woonwinkels zou kunnen tegenkomen. Hoe ze dat doen? “We kijken op websites van winkels wat we mooi vinden, en zoeken dan vervolgens hetzelfde product op Marktplaats.”
Een “gezinnetje” van drie
Sinds een half jaar wonen Thijmen en Miroya samen, mét kat. Hoewel het niet een immens grote studio is, hebben ze het tóch voor elkaar gekregen om meerdere “secties” te realiseren; kookgedeelte, woonkamertje en natuurlijk een hoogslaper met daaronder een luxe mancave. “Er zijn genoeg mensen in een relatie die af en toe even los van elkaar moeten zijn, maar daar hebben wij gelukkig niet zoveel last van.” Op de lange termijn dromen Thijmen en Miroya ervan om naar Nieuw-Zeeland te emigreren. “Ik denk dat ik heel veel dingen die ik hier in Nederland doe ook daar zou kunnen doen,” vertelt Miroya, die hier in Nederland ook actief is binnen de politiek, “omdat in Nieuw-Zeeland ook bewegingen zijn die zich inzetten voor dieren- en mensenrechten”. En Thijmen? “Ik ben ICT’er, dus zolang ik een laptopje heb kan ik overal aan het werk haha”.
Activisme en veganisme
Zowel Thijmen als Miroya zetten zich in voor het klimaat en dierenrechten. Dit uit zich niet alleen in het feit dat zij er een sport van maken om zoveel mogelijk spullen op een duurzame manier aan te schaffen, maar het uit zich ook in hun dieet: volledig veganistisch. Thijmen vertelt dat veel mensen gelijk het idee hebben dat ze hun genot aan het inruilen zijn, maar doelt erop dat dat totaal niet het geval is. En met een kijkje in de vriezer, is dat ook zeker te zien. “Wij houden heel erg van snacks,” vertelt Thijmen wanneer hij de vriezerla opentrekt en er een jaartegoed aan vegan nuggets tevoorschijn komt.
Tekst: Reinhilde van Aalderen
Foto’s: Jasper van Overbeek
