HBO: De groei is eruit

Het aantal Hbo-studenten zal de komende jaren gaan dalen. Behoud van kwaliteit wordt de uitdaging voor de Nederlandse hogescholen. Maar er zijn ook nieuwe kansen. Hoe kijkt Windesheim naar de toekomst?

Lang geleden al voorspeld, en nu realiteit? Het aantal Hbo-studenten lijkt te stagneren, en volgens velen is dat het begin van een daling die de komende decennia zal doorzetten. Maar net als bij klimaatverandering is het lastig de tijdelijke schommelingen te scheiden van de lange-termijnontwikkeling. Over de afgelopen drie jaar is het aantal aanmeldingen in de sector economie gedaald van 57.000 naar 49.000. In de techniek van 32.000 naar 28.000. Dit jaar was er sprake van een opmerkelijke daling van het aantal aanmeldingen voor de zorgopleidingen, van rond de tien procent. Alle hogescholen bij elkaar genomen, daalde het aantal inschrijvingen in drie jaar tijd van rond de 152.00 naar 140.000.

Het lijkt erop dat ook bij Windesheim de vette jaren van openvolgende groei voorbij zouden kunnen zijn, zo constateert Bert Boll, teamleider studentenadministratie, op basis van de recente aanmeldingscijfers: ‘Het algemene beeld op dit moment is dat het aantal aanmeldingen, vergeleken met vorig jaar, zes procent achterloopt. De formele teldatum is 1 oktober en zo tegen de herfstvakantie hebben we het beeld pas echt compleet, maar ik denk dat we die zes procent niet meer gaan inhalen.’

Zijn er domeinen die groeien?

Boll: ‘Geen enkel domeinen zit in de plus. Het minst slecht scoort Bewegen & Educatie, die zit op minus 2,2 procent. De minst goede, zal ik maar zeggen, is Flevoland met min 9,6 procent.’

En hoe is het landelijke beeld?

Verliest Windesheim marktaandeel? ‘Ja want het beeld voor álle hogescholen laat een lichte daling zien, iets meer dan één procent, dus minder dan zes procent. Is dat erg? Dan denk ik: we kunnen niet altijd de beste van de klas blijven, en altijd maar stijgen.

Zijn er, afgezien van demografie, andere oorzaken aan te wijzen?

‘Niet echt. Een aantal opleidingen is vergeleken met vorig jaar juist fors gestegen maar bijvoorbeeld de associate degrees, die zakken nu met 19 procent vergeleken met vorig jaar. Maar daar moet ik gelijk bij zeggen dat ze vorig jaar fors waren gestegen door de verplichte omzetting van de AD office management naar de AD management. En wanneer ik kijk naar de onderverdeling voltijddeeltijd-duaal, dan daalt voltijd met 7,8 procent, duaal met 4,5 procent maar laat deeltijd een plus zien van 3,6.

Een dergelijke krimp van het aantal Hbo-studenten was voorzien. De Nederlandse bevolking krimpt nog nét niet, vooral dankzij de immigratie, en dat zal de komende jaren wel zo blijven al is de verwachting wél dat dunbevolkte, agrarische regio’s verder leeg zullen lopen. De krimp lijkt momenteel vooral dáár zichtbaar te worden. Maar los van deze regionale verschillen geldt landelijk dat de leeftijdscategorie waar het Hbo het van moet hebben, zeg 18 tot 22 jaar, de komende jaren krimpt, met alle gevolgen van dien. Maurice Limmen, de toenmalige voorzitter van de Vereniging Hogescholen, waarschuwde in januari 2019 voor die gevolgen. En hij wees er ook op dat niet alleen het Hbo zich hierover zorgen moet maken. In de Grondwet staat dat de overheid ervoor moet zorgen dat er in elke gemeente voldoende onderwijs wordt gegeven. Dat betekent (‘dynamisch gelezen’, zoals dat heet) dat er ook voldoende Hbo-onderwijs beschikbaar moet zijn. Maar het is niet ondenkbaar dat er straks gaten gaan vallen. Het gebeurt nu al dat een hogeschool een opleiding opheft bij gebrek aan belangstelling en dat zal vaker gaan gebeuren. En Hbo-studenten zijn sterk gebonden aan hun regio; de gedupeerde studenten zullen dus niet snel een andere, verder weg gelegen hogeschool opzoeken. Limmen: ‘het is nog maar de vraag of de betreffende Hbo-studenten elders die opleiding gaan volgen.’ Limmen pleitte ervoor dat de Vereniging de verantwoordelijkheid oppakt ‘voor een blijvend landelijk gevarieerd aanbod aan Hbo-opleidingen’.

Hoofd marketing en communicatie van Windesheim Jeroen Kramers heeft zeker oog voor de ontwikkelingen op de lange termijn: ‘Vlak voor de zomer hebben we ons hier eens goed in verdiept. We hebben naar de CBS cijfers gekeken en zijn eens gaan rekenen tot aan 2035. Dan zie je dat vanaf 2024 de groei eruit is. Het jongste contingent, van zeg 18 tot 20 jaar, loopt dan echt terug. Het contingent 20-25 houdt iets langer stand maar gaat een paar jaar later ook dalen. Maar het contingent 25-40 jaar, daar zit tot 2030 nog wel groei in. En de categorie 40-55 groeit ook daarna nog.

Wordt de huidige daling niet vooral veroorzaakt door de daling van de instroom vanuit het mbo?

Kramers: ‘Die instroom is inderdaad gedaald. Daar is ooit sterk op ingezet, door veel hogescholen, maar de arbeidsmarkt is momenteel krap. Mbo’ers kunnen nu gelijk aan het werk, en dan doen velen ook. Is dat verkeerd? Misschien is het voor de samenleving juist wel goed dat we ze niet koste wat kost meteen het HBO in trekken. Leven Lang Ontwikkelen biedt hier zeker kansen.’

Bert Boll: ‘We kunnen niet altijd de beste van de klas blijven’

De deeltijdopleidingen laten momenteel een mooie plus zien…

‘Deeltijd groeit momenteel licht, mede doordat we een aantal nieuwe deeltijdopleidingen aanbieden. Deze groei zal naar verwachting doorzetten. Daar zitten kansen. Daar zetten we op in. Windesheim is op dat vlak een grote speler; we zijn daarin de grootste aanbieder van Noord-Nederland. Vergeleken met de commerciële aanbieders is onze reputatie ook behoorlijk goed, en qua waardering is het nog veel beter omdat we een campus zijn, het zijn niet slechts lessen ‘op afstand’ en we hebben lectoren afkomstig uit de praktijk.’

Maar wíllen ze dat straks ook, terug naar school….

‘We zetten in op persoonlijk contact met studiekiezers juist om te weten te komen wat zij willen. Wat we al wél zien bij deeltijd is dat de jongere generatie vooral geïnteresseerd in kortere opleidingen. En dat is wat ze écht willen. Maar Leven Lang Ontwikkelen en ook de eigen leerroute, dat zijn zaken die gaan zich nog ontwikkelen.’
‘Dat weet ik nog zo net niet. Er is sprake van een lichte groei bij de universiteiten maar die zit voor een groot deel in de internationale studenten. Mooi voor hen maar dat zegt niet meteen dat het universitair onderwijs veel aantrekkelijker is geworden.’ Dan de lange termijn. Denk je dat het gevaar dreigt dat hogescholen straks opleidingen zullen opheffen, waardoor er tekorten ontstaan?
‘Ik ken de zorgen en begrijp het probleem. We hebben het er hier veel over. Maar de vraag is in feite: hoe ga je om met de markt? Want dáár liggen je kansen. Hogescholen denken in bepaalde gevallen nog te veel “aanbod gedreven”. Maar je moet leveren waar de markt behoefte aan heeft. Daarvoor moet je met de markt in gesprek gaan.

Dat laatste is ook waar Maurice Limmer voor pleitte. De hogescholen, zo hield hij zijn gehoor voor, moeten ook de verantwoordelijkheid nemen voor de economische levensvatbaarheid van hun regio. Ze moeten werken aan, en inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Ze moeten kansen op de arbeidsmarkt pakken en eraan bijdragen dat er nieuwe kansen ontstaan. Dat laatste, aldus Limmer, vergt nauw overleg met andere opleidingen, bedrijfsleven en overheden. Veel nauwer dan tot nu toe het geval is geweest. Volgens Kramers is Windesheim wat dat betreft goed op weg:
Die gesprekken worden natuurlijk al gevoerd; ze zijn al belangrijk maar ze worden nog belangrijker. Neem die mbo’ers die momenteel op de arbeidsmarkt beginnen – wat is nu en straks hun behoefte? En wat is de behoefte van de bedrijven die hen nu in dienst nemen? Om dat te weten te komen, en je aanbod daarop af te stemmen, moet je intensieve contacten opbouwen.’

… En veel meer denken in termen van snelle cursussen. Tegen betaling. Een heel ander type onderwijs…

Jeroen Kramers: ‘We zetten in op persoonlijk contact met studiekiezers’

‘Onze missie is om zoveel gelijk mensen passend onderwijs aan te bieden. Bij Leven Lang Ontwikkelen ga je op een andere manier inkomsten genereren, je moet zakelijk zijn en je moet de markt bewerken. Ik zie niet in wat daar verkeerd aan is.’
‘De vraag is: wat wil je precies? Als het aantal studenten terugloopt hoef je, om je marktaandeel op peil te houden, niet te groeien in absolute aantallen. Want alle hogescholen gaan straks dalen. Maar wil je de studentpopulatie op niveau houden, dan zul je marktaandeel moeten winnen.’
Tot slot, moet er wat jou betreft nú al actie worden ondernomen? Is het een acuut probleem?
‘Nee. Niet acuut. We zien het aankomen en het is mooi dat we als hogeschool de flexibiliteit willen opbrengen om onze missie op een andere manier in te vullen.’

Plussen en minnen

De aanmeldingen per domein, beoordeeld door Bert Boll

‘Bij BMR is bedrijfskunde een positieve uitschieter. Daar stijgt het aantal aanmeldingen van 351 vorig jaar naar 390 nu. (De vergelijking is niet helemaal juist want die getallen van vorig jaar zoals 351 zijn ‘schoon’ terwijl die 390 nog wat kan schuiven.) Journalistiek laat hetzelfde beeld zien. Verder vertonen de opleidingen kleine plusjes en minnetjes maar door de daling bij de AD’s zie je toch een dip voor het hele domein.’

‘Bij G&W zien we een fors verlies bij Social Work, van 640 naar 513. Maar het getal van vorig jaar was wat hoog door de toen nog lopende overstap van sph, mwd en pedagogiek naar social work.’ ‘Bij B&E zie ik geen uitschieters. Bij de pabo’s zien we een flinke daling bij de Marnix Academie, in Utrecht, van 11 procent. Bij andere hetzelfde beeld. Onze pabo had twee jaar geleden 145 aanmeldingen, vorig jaar 241, nu 246. Pabo Almere: vorig jaar 117, nu 111. Hier hebben we te maken met de regeling dat studenten zich mogen inschrijven die nog niet (alle) vereiste CITO-toetsen hebben behaald. We hebben nog geen goed beeld van hoeveel studenten zich daadwerkelijk willen inschrijven die ook nog in hun 1e studiejaar één of meer van deze CITO-toetsen moeten behalen.

‘Bij Techniek valt op dat HBO ICT inzakt van 514 naar 463; bouwkunde van 272 naar 231; werktuigbouwkunde daalt ook. Verder, vergeleken met twee jaar geleden zijn er kleine stijgingen.’ ‘Bij Flevoland veel kleine plusjes en minnetjes maar commerciële economie daalt van 107 naar 78, bedrijfskunde van 103 naar 72.’

Tekst: Marcel Hulspas
Illustratie: Judy Ballast
Foto’s: Herman Engbers

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *