Wielrenner Elmar Abma, tweedejaars civiele techniek op Windesheim, had een topseizoen: eerste op het NK voor junioren en een gouden medaille op de EK bij het baanwielrennen. Kan hij de stap maken naar de profs?
Wie naar de zegelijst van Elmar (18 jaar) kijkt, ziet het meteen: dit is er één voor de toekomst. Een wielrenner die zowel op de weg als op de baan een hele grote kan worden. Want naast overwinningen bij het NK voor junioren op de weg én de baan, won hij in juli, tijdens het EK Baanwielrennen voor junioren, een gouden medaille op het onderdeel omnium. Dankzij die overwinning mag hij op de baan een jaar lang in de Europese Kampioenstrui rijden, een enorme eer.
Het begint voor Elmar allemaal met een ‘Dikke Banden Race’, gewoon in z’n dorp. Dit zijn laagdrempelige wedstrijdjes voor de jeugd, waar kinderen gewoon met hun stadsfiets aan mee mogen doen. De winnaar is automatisch gekwalificeerd voor het Nederlands Kampioenschap. Het lijkt de 10-jarige Elmar aanvankelijk wel wat, dus hij geeft zich op. Maar op de dag zelf heeft hij geen zin meer. “Ik hield eigenlijk meer van voetbal. Het was mijn vader die me aanspoorde en zei: doe nou maar, dan kun je hier ook eens van proeven.”
Gelukkig maar, want hij wint en gaat vervolgens ook tijdens het NK met de beker naar huis. “Toen dacht ik alleen nog maar: waar zijn er nog meer wedstrijdjes te winnen?” Na twee jaar maakt hij de overstap naar wielervereniging De Driehoek, een club die zich richt op fietsers uit het noorden van Overijssel en het zuiden van Friesland. Daar mag hij – met een licentie – meedoen aan allerlei wedstrijden.
Roze wolk
Crossen in de winter, mountainbiken in de zomer, wegwielrennen, baanwielrennen. Elmar doet het allemaal en is niet meer te stoppen. Samen met zijn ouders ‘jaagt’ hij op wedstrijden, zij brengen hem dan ook overal naartoe. “Op een gegeven moment had mijn vader zoveel trainingen meegemaakt, dat hij zelf trainer is geworden. Hij wist inmiddels wel hoe dat eraan toe ging.”
Elmar traint hard en wint vaak, en dat blijft niet onopgemerkt. Op zijn zestiende wordt hij door ‘Willebrord Wil Vooruit’ uit Noord-Brabant gevraagd om bij hun ploeg toe te komen. “Ze doen echt aan talentscouting, zoals bij voetbal, maar dan anders. Iedereen mag bij de club, maar ze vragen je op basis van je resultaten en proberen de beste renners bij elkaar te brengen op weg richting het profwielrennen.”
Bij de Junioren wint Elmar aan het begin van het eerste jaar nog niks, maar daar komt aan het eind van het jaar verandering in. En dat voelt fijn. “Als je als eerste over de finish komt, zit je op één grote roze wolk en is alles mooi. Dat kun je met weinig andere dingen vergelijken. Ik vergeet meteen hoe hard ik voor die wedstrijd heb moeten trappen en ben de volgende dag nog aan het zweven.”
Frituur en koekjes
Maar daar traint hij dan ook hard voor. Waar Elmar in het begin van zijn carrière nog goede resultaten behaalt door twee keer in de week te trainen, doet hij dit nu zeven dagen in de week. Met de ploeg koerst hij door heel Nederland, België en Frankrijk en rijdt hij de mooiste wedstrijden. Dat hij daardoor een ander sociaal leven heeft dan veel van zijn leeftijdsgenoten, vindt hij niet erg.
“Een paar weken terug ben ik voor het eerst met vrienden naar de kroeg geweest. En ook tijdens de sluiting van het seizoen mag je even los: een drankje met zijn allen, wat frituur. Echt een topavond.” Maar daar blijft het bij. “Als ik mijzelf helemaal volstop met koekjes krijg ik een schuldgevoel. Dan houd ik mezelf voor de gek op het moment dat ik voor de start sta en zeg: ik heb er alles aan gedaan om hier vandaag alles te kunnen geven.”
In het gips
Toch zijn er ondanks het vele trainen en gezond eten, altijd onvoorziene omstandigheden die roet in het eten gooien. Ja, dit jaar maakte Elmar een echte doorbraak. Maar daar ging wel wat aan vooraf. “Begin 2022 won ik de eerste wedstrijd meteen. Maar daarna kreeg ik corona. Was ik eindelijk coronavrij, brak ik mijn elleboog in de finale van een volgende wedstrijd.”
Elmar maakt weleens vaker grote valpartijen mee, maar dit is de eerste keer dat hij een paar weken in het gips moet, en dus niet ‘echt’ kan fietsen. “Vallen als je in je eentje fietst, of onderuitgaat door een stom stoeprandje. Dat zijn vaak de ergste. Ik ging onderuit door de kleine keitjes in het centrum van Ieper, tijdens de wedstrijd Gent-Wevelgem, en kwam verkeerd neer.”
“Dan zit je dus thuis op de bank met je arm in het gips, en krijg je allemaal goede berichten van de anderen. Die bleven maar winnen. Dan moet je proberen positief te blijven en denken: mijn tijd komt nog wel. Hoe ik daar precies uit ben gekomen, weet ik ook niet meer. Maar ik heb mij gefocust op het proces.” Dus hup, zijn fiets in de Tacx (een soort hometrainer voor wielrenners) zodat hij toch kon trainen. “Dat kon overigens alleen als ik mijn ellenboog in een bepaalde hoek hield.”
Vier op een dag
Lang hoeft Elmar niet te wachten, op die resultaten. Ja, er volgt een stroeve start. Maar dan begint in juli het Nederlands Kampioenschap wegwielrennen bij de junioren, en gaat Elmar er met de winst vandoor. Al zal hij daarvan niet snel naast zijn schoenen lopen. “Toen de Nederlandse koersen weer goed gingen, kreeg ik het gevoel terug: ‘Ik ga koersen winnen’. Het NK ging heel goed: we hadden een ijzersterke ploeg, en dat kon ik afmaken. Daar hebben wij ons als ploeg heel goed laten zien.”
Nog in diezelfde maand vindt het Europees Kampioenschap Baanwielrennen plaats. Elmar wint goud op het onderdeel omnium. “Dat zijn vier wedstrijden op één dag. Bij de eerste drie wedstrijden krijg je punten op basis van je uitslag, de vierde wedstrijd is een puntenkoers. Dan kun je nog 20 punten extra krijgen door een rondje voorsprong te pakken op de rest, en tijdens de tussensprints. Al die punten worden uiteindelijk bij elkaar opgeteld.” “Tien rondes voor het eind wist ik al dat ik zou winnen: ik moest alleen nog een tactische beslissing maken. Daarna kon ik acht rondes lang genieten dat het gelukt was. Ik zat met een glimlach op de fiets. Echt een fantastisch gevoel, dat ik zo’n grote belangrijke wedstrijd gewonnen heb. Baanwielrennen heeft verschillende onderdelen, net als schaatsen verschillende afstanden kent. En het omnium is één van de grootste onderdelen op de baan.”
Keuzes maken
Maar waar wil de jonge renner zich uiteindelijk in specialiseren: baan- of wegwielrennen? “Tegenwoordig is baanwielrennen wel echt een specialisme. Toprenners op de baan doen het niet altijd even goed op de weg en andersom. Maar ik hoop het zo lang mogelijk te kunnen combineren.”
“Kan dat niet meer, dan wil ik op dat moment zelf graag kunnen kiezen. Met baanwielrennen leer je veel techniek: finales rijden, slim koersen. Je hebt geen rem, wat ervoor zorgt dat je altijd een manoeuvre moet bedenken zodat je ook niet hoéft te remmen. En die techniek kan ik weer inzetten bij het wegwielrennen.
Ik vind altijd een uitweg tijdens een moeilijke situatie, waardoor ik mijn snelheid kan behouden en dus energie kan besparen.”
Olympische Spelen
Volgend jaar maakt Elmar de overstap naar de Beloftes, de leeftijdscategorie onder de 23 jaar. Dus weer een stap dichter bij het bestaan van profwielrenner. Hij verwacht niet direct te winnen, de tegenstanders zijn immers grotendeels een stukje ouder en vaak dus iets verder in hun ontwikkeling. Zal hij zich direct het eerste jaar als Belofte kunnen meten met de besten? Elmar blijft er nuchter onder. “Een succesje hier en daar zou zijn fijn. Het wielergezegde blijft: je bent zo goed als je laatste wedstrijd. Dat motiveert me elke keer weer.”
Zijn ultieme doel? Als prof alle voorjaarsklassiekers koersen, maar ook baanwielrennen op de Olympische Spelen. Lukt dit niet, dan heeft hij altijd zijn studie nog. “Dan ga ik speciale onderdelen ontwerpen voor op de fiets: hoe alles nog sneller, gemakkelijker en lichter kan.”
Van al zijn medailles en bekers is die van die eerste Dikke Banden Race misschien toch wel de mooiste. Die beker heeft een prominente plek in het midden op zijn kamer. “Zodat ik nog eens kan denken: hier is het allemaal mee begonnen.”
Tekst: Michelle van der Molen
Foto’s: Jasper van Overbeek
Regeling voor topsporters
Elmar maakt gebruik van de topsportregeling van Windesheim. Die houdt onder andere in dat sporters met een officiële topsportstatus extra begeleiding krijgen en voorzieningen en faciliteiten worden getroffen om de studie succesvol te kunnen combineren met topsport.
Meer weten over de topsportregeling? Kijk dan op de website van Windesheim.