Een Windesheimbrede werkgroep die zich beraadt over Brightspace adviseert om data van individuele studenten niet zichtbaar te maken voor docenten. “De reflex is vaak meer data is meer informatie en hoe meer hoe beter. Wij kiezen voor les(s) is more”, aldus de werkgroep.
In de nieuwe leeromgeving Brightspace kan veel beter geregeld worden welke data wel of niet getoond worden dan in het oude systeem N@tschool. Voorbeelden zijn het wel of niet koppelen van meerdere docenten aan een course, of het door docenten kunnen inzien van proeftoetsen die studenten maakten.
Een Windesheimbrede werkgroep, bestaand uit docenten, medewerkers en studenten, heeft afgelopen half jaar een ‘moreel beraad’ gevoerd over data en privacy in Brightspace. Met als doel een advies uit te brengen over welke gegevens bewaard worden in Brightspace, waar data te zien zijn en voor wie.
Niet te herleiden
Het advies is inmiddels klaar. De werkgroep is voorstander dat docenten groepsdata op klasniveau in Brightspace op kunnen halen en zinvol gebruiken. Maar wel zo dat data voor de docent niet te herleiden zijn naar de individuele student.
De werkgroep vindt het ook prima dat studenten zelf hun eigen resultaten in Brightspace kunnen inzien en hun voortgang monitoren ten opzichte van de groep. Maar de andere resultaten uit de groep moeten dan niet op naam inzichtelijk zijn.
Inregelen
Wat gebeurt er met het advies van de werkgroep? Pieter Dieckmann, directeur van de dienst Bedrijfsvoering: “Onze afdeling IVT neemt het advies van de werkgroep over met instemming van de Stuurgroep Digitale Campus.” IVT zal volgens Dieckmann zorgen voor het inregelen en de communicatie via de gebruikelijke kanalen.
Meer over het advies en de afwegingen van de werkgroep lees je hier: ‘Het dilemma van de privacy in Brightspace’
