Bedrijfsjurist Gerard Kuiper reageert op het opiniestuk van ICT-docent Jaïro Hernandez over de Christelijke identiteit van Windesheim.
Ik wil er graag op wijzen dat het een misverstand is om te denken dat een geëxpliceerde levensovertuiging per definitie in de weg staat aan inclusiviteit. Het tegendeel is eerder het geval. Een geëxpliciteerde levensovertuiging brengt het goede gesprek daarover juist op gang, het gesprek over welke waarden in de omgang met elkaar centraal zouden moeten staan.
De oorsprong van de leefregels waarmee Windesheim zich sinds haar ontstaan verbonden weet, ligt in het bijzonder in de Moderne Devotie, een geestelijke stroming binnen de Rooms-Katholieke Kerk aan het einde van de veertiende eeuw, die kan worden gezien als een voorloper van de reformatie en met als belangrijke vertegenwoordiger Thomas A Kempis. De uitwerking die A Kempis in zijn meest bekende en veelgelezen werk De navolging van Christus geeft aan de Bijbelse c.q. christelijke principes is voor mij persoonlijk heel waardevol en nastrevenswaardig. Zie voor een versie in moderne taal daarvan bijvoorbeeld de door Mink de Vries verzorgde pocketeditie.
Bijbelse of christelijke waarden zijn in de tijd niet onveranderlijk. In de huidige praktijk binnen het kerkgenootschap waarmee Windesheim zich vanouds het meest verbonden voelt, de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), wordt het belang van inclusiviteit in deze tijd op geen enkele manier ter discussie gesteld of belemmerd.
Ik ben er van overtuigd dat het zinvol is, dat de samenleving er profijt van heeft, als we elkaar regelmatig wijzen op het belang om volgens bovengenoemde of soortgelijke principes samen te leven. En om met elkaar inhoudelijk het gesprek aan te gaan over de vraag vanuit welke principes we eigenlijk willen leven.
Paradoxaal genoeg, helpt het daarbij juist als je als persoon of organisatie zelf expliciet een inhoudelijke keuze maakt. Wie geen keuze maakt, zogenaamd vanuit een neutrale instelling handelt, kan ook nergens op worden aangesproken. Zo iemand, of zo’n organisatie is zich minder bewust van de waarden die aan zijn of haar handelen ten grondslag liggen en denkt daar waarschijnlijk ook minder over na, bijvoorbeeld vanuit het idee dat je ‘gewoon’ altijd pragmatisch moet handelen naar bevind van zaken. Dat is jammer, want daarmee kunnen waarden, juist in situaties waarin het er op aankomt, in de knel raken. Daarnaast maakt zo iemand of zo’n organisatie zich in feite immuun voor kritiek op de waarden die zonder genoemd te worden wel degelijk aan zijn of haar handelen ten grondslag liggen; iemand die zijn waarden niet expliciteert, zal daar ook niet op worden aangesproken en hoeft daarover dus ook het gesprek niet aan te gaan.
Door je waarden wel te expliciteren maak je jezelf kwetsbaar en nodig je de ander juist uit om gezamenlijk over die waarden in gesprek te gaan. Dat is in de dagelijkse praktijk van Windesheim ook zeker het geval. Zou je niet ook over waarden in gesprek kunnen gaan als Windesheim haar waarden niet zo expliciteren? Zeker, maar de kans dat dat dan gebeurt, wordt een stuk kleiner. Dat is voor mij de meerwaarde van de duidelijke keuze die Windesheim, vanuit haar geschiedenis en herkomst heeft gemaakt.
Zonder de expliciete keuze die Windesheim in het verleden heeft gemaakt zouden we in ieder geval de discussie op Sharenet van de afgelopen weken hebben gemist. En dat zou jammer zijn geweest. Laten we hopen dat er binnen onze hogeschool nog veel van dit soort gedachtewisselingen komen over wat ons in ons werk ten diepste beweegt. Niet over de vorm, maar juist over de inhoud!