De medezeggenschapsverkiezingen komen eraan. En zoals altijd is het ook nu weer spannend of zich voor de commissies en deelraden voldoende kandidaten zullen melden. Hoe kunnen we mensen hiervoor enthousiasmeren, vragen Collegevoorzitter Inge Grimm en CMR-voorzitter Claudia Tempels zich af. Want ook al zijn ze het regelmatig oneens, het belang van medezeggenschap staat voor beiden buiten kijf.
‘Ik heb het al zo druk…’
Voor goede medezeggenschap heb je mensen nodig. Niet alleen voor in de Centrale Medezeggenschapsraad maar momenteel vooral voor de opleidingscommissies. Er zijn te weinig kandidaten. Waarom?
Claudia: ‘Voor de CMR hebben we nu nog voldoende kandidaten op de kieslijst. Dus als een student of medewerker tussentijds vertrekt schuiven er nieuwe leden aan. Maar wat de opleidingscommissies betreft hebben we echt een probleem. Je kunt je als OC behoorlijk met de inhoud van een opleiding bemoeien. Dan vraag je je toch af: waar blijven ze? Hoe kan het dat je je als student niet druk kunt maken over de kwaliteit van je eigen opleiding?’
Inge: ‘Ik heb bij de vakbond gewerkt en daar vroegen we ons dat ook af: waarom worden mensen geen lid van de vakbond? Er zit iets dubbels in, denk ik. Als de zaken goed geregeld zijn – en ik weet, het is hier op Windesheim heus niet perfect geregeld dan zien mensen het nut van medezeggenschap minder snel in. Ik bedoel, als ik een team zou hebben dan zou ik mijn medewerkers maximaal betrekken bijvoorbeeld bij de voorbereiding en uitwerking van een nieuw curriculum. Dat doen we samen. Dan voelen velen zich meegenomen in de besluitvorming en dat kan ertoe leiden dat ze denken: ik heb het voortraject meegemaakt, ik vertrouw het wel, ik hoef in mijn drukke bestaan niet zo nodig in de OC, maar kies voor andere taken.’ ‘Als er echt ellende is, zogezegd, dan wordt iedereen geprikkeld om mee te praten. Maar dat wil je natuurlijk niet, dat mensen zoiets uit ergernis doen. Het gaat om betrokkenheid. Maar in dat geval zijn er nog heel veel andere manieren om die betrokkenheid te uiten. Denk bijvoorbeeld aan alle inzet op curriculum ontwikkeling of een ander voorbeeld de Learning Labs. Het is volgens mij echt dus geen desinteresse. De vraag is: hoe kun je mensen in al hun gedrevenheid ertoe verleiden om te kiezen voor de OC of de deelraad? En wat specifiek de studenten betreft, als student heb je al zo veel aan je hoofd, dat je dan al snel een OC of de medezeggenschap links laat liggen.’
Claudia: ‘Studenten hebben heel veel op hun bordje maar als je ze bevraagt over het onderwijs hebben ze vaak uitgesproken meningen en fantastische ideeën. Ik denk dat we meer moeten nadenken over het actief betrekken van studenten bij de besluitvorming, ook buiten de medezeggenschap. We moeten eens nadenken of het mogelijk is daarvoor ook eventueel vrije EC’s te gebruiken en het te koppelen aan een leertraject.’
Inge: ‘Je moet ze een soort training in medezeggenschap bieden, hieraan wordt gewerkt door BMR. Het toekennen van EC’s is best ingewikkeld maar je kunt denken aan een certificaat. En wat medewerkers betreft, we geven iedereen best veel vrijheid om zijn eigen tijd in te delen. Dat is een groot goed. De hoeveelheid werk is groot, laten we dat bespreekbaar maken.
Tegengeluid
Velen zien het nut van medezeggenschap niet in “want het College van Bestuur drukt alles gewoon door”. Ondertussen zijn het College en de CMR voortdurend in gesprek om tot een aanvaardbaar compromis te komen. Maar je kunt niet blijven praten – er moet een besluit komen. Hoe om te gaan met ‘tegengeluid’?
Claudia: ‘Een paar jaar geleden zagen collega’s die niet direct betrokken waren bij de actuele ontwikkelingen ineens een grote blauwe poster hangen. Die ging over de Strategische Koers. Die dachten: wat is dit? En velen dachten: blijkbaar is dit alles al besloten. Dat was niet zo, en dat is nog steeds niet zo. Ik vind dat we als medewerkers wél invloed hebben. Het medezeggenschapswerk is soms iets van de lange adem en kleine stappen vooruit. Maar dàt we effect sorteren is een feit. Kijk maar naar het besluit over de doorstroomnorm en de BSA, en het gegeven dat de teams nu in de lead zijn; dus niet de student bepaalt ieder moment elke keuze, maar de opleiding geeft aan wanneer er keuzemogelijkheden zijn en in welke reikwijdte. Dat zijn voor mij voorbeelden van behaalde resultaten. Maar dat we ertoe doen, dat wordt niet door iedereen zo ervaren. Ik zou het fijn vinden als we als College en medezeggenschap leren luisteren naar die minderheid. Dat we de mensen die zich niet gezien voelen, echt gaan opzoeken.
Inge: ‘Ik denk dat we dat ook doen maar dat we van die groep ook wat mogen vragen. Het is des Windesheims om veel ruimte te laten. Daar ben ik voor, maar soms wordt ook om helderheid gevraagd, anders krijgen we compromis op compromis. En dat kan uitdraaien op wat ik noem “bruine soep” die echt niemand wil eten. Dat is in de kern de rol van besturen: vaststellen waar je ruimte kunt geven en daar waar dat niet kan. Op een paar onderwerpen is die ruimte er gewoon niet. Dan is helderheid nodig en kan je helaas niet iedereen maximaal tevredenstellen. Daarbij blijf je luisteren naar het tegengeluid en de zorgen, die daarin schuilen.’
Claudia: ‘Je zegt graag dat de Strategische Koers “van onderop” is gekomen, vanuit de organisatie, maar zo heb ik dat niet ervaren. De gang van zaken was voor mij persoonlijk de reden om in de medezeggenschap te gaan. Mij werd gevraagd het proces rondom de leeruitkomsten binnen Techniek als adviseur te gaan begeleiden maar ik was en ik ben geen voorstander van het werken met leeruitkomsten voor voltijdstudenten. Dus ik dacht: dat moet ik niet doen, dan blijf ik niet trouw aan mezelf en mijn visie op onderwijs. Maar wat dan? Toen ben ik de CMR ingegaan.
Inge: ‘Met grote projecten als de Strategische Koers loop je het gevaar dat als je het aan de voorkant al helemaal tot in de details gaat uitkauwen je te veel in het compromis gaat zitten. En er zal altijd een minderheid blijven die, met zijn eigen argumentatie, bij zijn standpunt blijft. Daar hebben wij als College mee te maken, maar de CMR ook.;
Claudia: ‘Op zo’n moment vraag ik me af: is het dan wel een goed besluit? Moeten we dan niet gewoon nét iets meer tijd nemen zodat er een besluit komt waar een grote meerderheid achter staat?’
Inge: ‘Ook ik steek in op besluiten waar iedereen achter staat. En als het dan gaat over hele wezenlijke zaken als de doorstroomnorm of de BSA, dan worstelen we daar allebei mee. We willen allebei dat iedereen zich daarin vindt. We zouden voor de grap eens een jaar van rol moeten verwisselen… Neem de doorstroomnorm. Bij BMR zijn veel medewerkers enthousiast, maar heus niet iedereen maar daar moeten we samen in investeren om dat te bespreken. Tot je zeker weet: we hebben het over hetzelfde, en daar en daar over zijn we het oneens. Soms moet je net één spade dieper graven om daar te komen. Je moet van elkaar snappen waarom je er niet uitkomt. Goed, er zijn ook mensen… die zoeken naar argumenten, die blijven herhalen dat iets technisch gewoon niet zou kunnen. Gelukkig denken er heel veel collega’s mee om te kijken hoe het wél kan.’
Claudia: ‘Het gaat niet over zoeken naar argumenten, het is kijken naar de impact die een besluit heeft op je eigen vakgebied, op je expertise. Met dat soort impactvolle besluiten wil je een belangrijke stem hebben als expert. Als ik bijvoorbeeld kijk naar de invoering van leeruitkomsten voor voltijdstudenten, dan denk ik: voor welk probleem is dit een oplossing…?’
Inge: ‘Nou, Claudia… er zijn genoeg collega’s hier die hartstikke voorstander zijn! En ik heb ook mijn voelsprieten uitstaan. Als ik zou zien dat negentig procent tegen is, dan roep ik ook ho!’
Claudia: ‘…. Dit zie ik echt anders. Ik weet dat er opleidingen zijn die heel bewust kiezen voor leeruitkomsten. Ik denk dat dat afhankelijk is van het type student, de aard van de opleiding, het werkveld. Maar er zijn ook opleidingen die hier heel bewust niét voor kiezen, ook met hele goede argumenten. Het gaat hier over maatwerk. Ik denk dat we het in de kern wel eens worden maar dat hij bij de concrete uitwerking misgaat. En daar moet je met elkaar over praten.’
Te weinig, te laat
Een College wil vaart maken, de medezeggenschap wil meebeslissen. Volgens Claudia Tempels zouden het College en de directeuren de medezeggenschap veel meer actief om hun mening, moeten vragen, ruim voordat er besloten moet worden.
Claudia: ‘Nu is het vaak zo dat de medezeggenschap kant en klare oplossingen voorgelegd krijgt in plaats van: we hebben een probleem, denk eens met ons mee, wat zouden de oplossingsrichtingen kunnen zijn?’
Inge: ‘Dat klinkt heel mooi maar als je te vroeg bent, krijg je allerlei vragen en de opmerking dat je er niet goed over hebt nagedacht. En als je langer wacht… Bovendien je wil soms ook eerst zaken in je eigen team bespreken. Bij veel onderwerpen organiseren we juist het gesprek in de teams, zoals nu ook bij de Strategische Koers? We hebben een heel traject afgesproken. We kijken gezamenlijk wat daar uit komt – dat is best spannend.’ Maar ook daarvoor geldt we halen het breed op in de hele organisatie en komen dan uiteindelijk tot keuzes. En ik verwacht niet dat iedereen zich overal in kan vinden. Realisme, daar ben ik voor. En ook voor dit traject geldt, samen komen we verder en niet alles zal iedereen even sterk aanspreken.’
Claudia: ‘Wat er nu wordt opgehaald is mooi, dat komt echt van onderaf. Maar dan begint het pas. Hoe gaat dat straks handen en voeten krijgen? Wat mij betreft is het daar eerder misgegaan. We gingen voor de drie ambities, maar dat dat bijvoorbeeld gepaard zou gaan met de invoering van onderwijseenheden van tenminste vijf ec’s, dát wisten we de vorige keer niet. Zulke verrassingen willen we nu voorkomen. Daarom is er onlangs een brief uitgegaan naar de directeuren en de deelraden om te benadrukken dat helder moet zijn hoe de zeggenschap verloopt. Anders krijg je, wat ik dan maar noem: etterende wonden.’
‘Ik wil daarbij tegenover het College eerlijk kunnen zijn met behoud van een goede relatie. Ik moet gewoon kunnen zeggen: dat is niet mijn visie, zonder dat ik daarmee de relatie met het College op het spel zet. Soms moet het schuren. Maar dat is de rol die je hebt.
De medezeggenschapsverkiezingen zijn van 17 t/m 27 april.
Tekst: Marcel Hulspas
Foto’s: Jasper van Overbeek