Cor Niks over ChatGPT: ‘Een Zegen of een Vloek?’

Er staat iets opmerkelijks te gebeuren. Dit schooljaar heb ik voor het eerst in 4 jaar weer de kans om scripties te begeleiden en te beoordelen. Onwetend dat de wereld in korte tijd drastisch zou veranderen.

De eerste verandering heb ik van dichtbij meegemaakt en daar kon ik me snel en goed aan aanpassen zonder geschokt te zijn. Onze scripties moesten meer op onderzoek gebaseerd worden om psychomotorische therapie (de opleiding waar ik werk) meer evidence-based te maken. Daarom moesten we in de huidige versies meer gebruik maken van gevalideerde vragenlijsten, observatieschema’s, tabellen en SPSS-analyses. Dit was niet altijd gemakkelijk voor onze studenten, maar met hulp van het lectoraat en de begeleidende docenten was het te doen.

De tweede verandering is de mogelijkheid voor studenten om zich aan te sluiten bij onderzoeksgroepen. Dit zorgt voor meer beschikbare data, vergroot de relevantie van het onderzoek en biedt extra begeleiding vanuit een lectoraat.

Maar de derde verandering is schokkend! Dit jaar is ChatGPT geïntroduceerd. Het is een prachtig programma waar ik best enthousiast over ben. Helaas tekent zich nu echter een patroon af waar ik op zijn zachtst gezegd niet blij van word. Studenten maken er zo veel gebruik van dat ik inmiddels diverse scripties heb moeten voorleggen aan de examencommissie. Grote delen van het theoretische gedeelte van de scriptie worden vaak gegenereerd door ChatGPT. Ik heb zelfs al een geanalyseerde tabel voorbij zien komen.

Aangezien we de studenten persoonlijk kennen, herkennen we vaak hun schrijfstijl. Het viel op dat er een inconsistente schrijfstijl was in de scripties. Zelfs als ik de student niet ken, merkte ik duidelijk een verschil op tussen het “perfect” geschreven theoretische gedeelte en het gedeelte over de methodologie, aanbevelingen en conclusies.

Hoe moet ik hier nu naar kijken, spookt steeds door mijn hoofd. Is het een zegen dat studenten door goede vragen te stellen vaak passende en goed geschreven antwoorden in hun scripties kunnen opnemen? Of is het een vloek omdat de studenten eigenlijk niet zelf tot begrip en samenvatting van theorieën komen, en daar ook geen eigen visie op kunnen ontwikkelen?

Windesheim heeft nog geen gezamenlijk beleid over hoe om te gaan met ChatGPT, maar is er sprake van fraude? Plagiaat? Zou een vermelding als referentie genoeg zijn om dit af te dekken? Of moeten we serieus gaan nadenken over een andere vorm van beoordeling? Dit zijn allemaal vragen die we snel moeten beantwoorden, anders worden we binnenkort weer ingehaald door ChatGPT.

P.S. De column hierboven is trouwens een versie die ik tekstueel heb laten verbeteren door ChatGPT, hieronder kun je mijn oorspronkelijke bronversie lezen. Hij is er mijn inziens beter op geworden! Dus tja, vloek of zegen?

‘Een vloek of een zegen?’

Er is iets bijzonders aan de hand. Ik heb dit schooljaar voor het eerst sinds 4 jaar weer het genoegen om scripties te begeleiden en te beoordelen. Niet wetende dat de wereld in een hele korte tijd enorm zou veranderen.
De eerste verandering heb ik nog van dichtbij meegemaakt en daar kon ik me snel en goed op aanpassen zonder geschokt te raken. Onze scripties moesten meer onderzoeksgericht worden gemaakt om psychomotorische therapie (de opleiding waar ik werk) meer evidenced based te maken. Dus veel in de huidige versies meer werken met gevalideerde vragenlijsten, observatieschema’s, tabellen en analyses via SPSS. Niet altijd gemakkelijk voor onze studenten, maar met hulp van het lectoraat en de begeleidende docent wel te doen.
De tweede verandering is dat er onderzoeksgroepen zijn waar studenten zich aan kunnen verbinden. Er is dan meer data beschikbaar, de relevantie van het onderzoek is groter en je hebt ook nog het voordeel van wat extra begeleiding vanuit een lectoraat.
Maar de derde verandering is schokkend! ChatGPT heeft dit jaar zijn intrede gedaan. Een prachtig programma, waar ik best wel enthousiast over ben. Maar helaas tekent zich nu ook een patroon af waar ik op zijn zachts gezegd niet blij van wordt. Studenten maken er zoveel gebruik van dat ik ondertussen diverse scripties heb aangeboden bij de examencommissie. Grote delen van het theoretische deel van de scriptie zijn vaak door ChatGPT gegenereerd. Maar ik heb zelfs al een analyse van tabellen voorbij zien komen.
Aangezien we studenten persoonlijk kennen en ook dus vaak ook hun schrijfstijl, viel op dat er een inconsistente schrijfstijl zat in de scriptie. Maar ook als ik de student niet ken merkte ik duidelijk een verschil tussen het “perfect” geschreven theoretische deel ten opzichte van het deel methode, aanbevelingen en conclusie.
Hoe moet ik er nu naar kijken gaat telkens door mijn hoofd.  Is het nu een zegen dat studenten door goede vragen te stellen een vaak passend en goed geschreven antwoord in hun scriptie opnemen? Of is het een vloek omdat de student dan eigenlijk niet zelf tot begrijpen en samenvatten van theorieën komt en daar dan ook een visie op kan ontwikkelen.
Windesheim heeft nog geen gezamenlijk beleid hoe om te gaan met ChatGPT, maar is er sprake van fraude? Plagiaat? Zou een vermelding als referentie genoeg zijn om dit af te dekken? Of moeten we dan toch maar eens ernstig gaan nadenken over een andere toetsvorm? Allemaal vragen die we snel moeten beantwoorden anders worden we straks weer ingehaald door ChatGPT.

Cor Niks is docent psychomotorische therapie bij de calo

Er zijn 3 reacties op «Cor Niks over ChatGPT: ‘Een Zegen of een Vloek?’»

  1. Ariane Niemeijer schreef:

    Ik zie weinig verschil tussen versie 1 en 2. De tekst lijkt vooral in duidelijkere alinea’s verdeeld te zijn.

    De examencommissies van BMR doen overigens niets met de klachten van docenten die vermoeden dat er sprake is van gebruik van AI bij het schrijven van verslagen: het valt (nog?) niet te bewijzen. Juridisch kun je niets als de student in een gesprek geen schuld bekent.

    Ik heb deze reactie zelf geschreven 😉 (deze knipoog roept bij mij trouwens de vraag op of AI wel om kan gaan met ironie. Ik vermoed van niet, maar ik heb het niet uitgeprobeerd. Ironie niet kunnen herkennen kom trouwens ook voor bij echte mensen. Misschien zijn dat vooral ICT’ers? ;-))

    1. Cor schreef:

      Dag Arianne,

      Klopt dat de tekst maar beperkt is gewijzigd. En wat overzichtelijker is geworden. Dat is een kracht van het programma. Ik heb het ook nog een keer geprobeerd, met de vraag kun je er meer humor in “stoppen”. En dan komen er meer wijzigingen. Dit was wel met een andere tekst. Ik neem aan dat hetzelfde ook kan mijn de nu gepubliceerde tekst.
      Maar het kan ook bonter, vraag maar eens een column te schrijven van 500 woorden over een bepaald onderwerp. En dan komt er en tekst die goed als basis te gebruiken is. Met het gevaar dat er ook onzin in staat.
      Vandaar mijn kop “vloek of zegen”.

      1. Cor schreef:

        Tekstfoutje in één van de zinnen zou er uit zijn gehaald door ChatGPT 🤫

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *