Tuinleven

Romantisch, landelijk of duurzaam; een tuin vol groen en bloemenpracht is een lust voor het oog. Deze Windesheimers vertoeven het liefst elke dag in hun bijzondere tuin.


‘We komen van een betegelde postzegel’

Roselinde van den Berg woont in het groene Assendorp te Zwolle. Ze is scrum-master bij IVT en zoekt buiten drukke werkdagen graag de rust op in haar grote tuin.

“Toen we dit huis drie jaar geleden kochten, wisten we nog niet dat we groene vingers hadden: we doen alles uit de losse pols. We komen van een betegelde postzegel maar nu vind ik het heerlijk om in de tuin te wroeten.

De vorige bewoonster had de helft van de tuin erbij gekocht, maar deed er niets mee. Het leek alsof het grasveldje achter het huis nog steeds van de gemeente was. Nu wij het stuk eraan hebben geplakt, is onze tuin zo’n zeshonderd vierkante meter. Genoeg plek om je creativiteit op los te laten en dat hebben we zeker gedaan. Samen met mijn man en mijn kinderen heb ik de tuin gevuld met tig planten, een zeecontainer, een jacuzzi en wat zithoekjes.

Door de tuin loopt een houtsnipperpad waarin vogeltjes spelen en in onze vijver zwemmen kikkers. Een onzichtbaar detail is dat we onder de parkeerplaats een duizendlitervat hebben om regenwater in op te vangen. Kraanwater voor de planten kan eigenlijk niet meer in deze tijd. De zeecontainer hebben we voor een deel ingegraven en die dient nu als schuur. Om de tuin heen staan hoge struiken, wat voor schaduw en privacy zorgt. De rust die we hebben gecreëerd vinden wij heel belangrijk.

Sinds kort haal ik mijn planten van Marktplaats. Dat is veel goedkoper en ook nog eens veel leuker, omdat je in contact komt met mensen die ook bezig zijn in hun tuinen. Ik zou nog veel meer willen kopen, maar dat mag niet meer van mijn man. Volgens hem is de tuin nu echt vol.”


‘Alsof er een sculptuur in de tuin staat’

Suzan Huijbers is docent aan de opleiding Social Work en woont in Zwolle, aan de rand van het centrum. In haar tuin heeft ze een voedselbos, en een opslagtank voor water.

“Ken je de yacon, oftewel appelwortel? Die ligt over een tijdje in alle supermarkten denk ik. Er komen grote knollen aan die eetbaar zijn. Je kunt er van alles mee: rauw in de salade, koken of bakken als een aardappel, je kunt er zelfs carpaccio van maken. Ze zijn heel gezond en bevatten weinig koolhydraten.

Toen we hier zes jaar geleden kwamen wonen, hebben we eerst 18 kuub beton uit de tuin gehaald. Het was een enorme grindbak met een grote, diepe vijver, echt heel grauw en grijs. Met een hovenier hebben we vervolgens een tuinplan gemaakt, we wilden het graag verantwoord aanpakken.

Inmiddels hebben we een prachtig groene tuin met inheemse planten, een wadi en een grote ondergrondse opslagtank om regenwater in op te vangen zodat we de hele zomer kunnen sproeien zonder kraanwater te gebruiken. Binnenkort komt er op het dak van het schuurtje nog een wildebloemenweide, ik verheug me enorm op het moment dat die in bloei staat.

Samen met iemand die alles weet over permacultuur hebben we een gedeelte van de tuin ingericht als voedselbos, met eetbare planten zoals de honingbes, blaassilene en de kiwibes. Van haar heb ik veel geleerd, bijvoorbeeld over welke planten goed bij elkaar passen, het bodemleven en hoe je een tuin op een natuurlijke manier aanlegt. De reuze engelwortel is wel echt de blikvanger in onze tuin. Die lijkt een beetje op de berenklauw. In de winter gaat ‘ie helemaal ‘verhouten’, alsof je een sculptuur achter in je tuin hebt staan. Heel gaaf!

De laatste jaren zijn we vooral druk geweest met het creëren van de tuin. Inmiddels is het min of meer af en omdat de tuin eigenlijk niet zo veel onderhoud vergt, is het vanaf nu dus vooral genieten. Ik kan hier uren zitten, gewoon observeren, kijken hoe alles groeit, wat er gebeurt onder de weersomstandigheden. Ik zie bijvoorbeeld heel veel bijen, vlinders en vogels. Terwijl we middenin de stad zitten! Bijzonder toch?”


‘Een prachtige plek om te verpozen’

Heleen Vellekoop is lerarenopleider. Ze woont op Dwarsgracht, een idyllisch gehuchtje aan het water vlakbij Giethoorn.

“Ik woon ruim twintig jaar met mijn man in een klein pittoresk boerderijtje aan het water. Om op ons erf te komen moet je een ophaalbrugje oversteken. De tuin is helemaal niet zo heel groot, maar het is wel een prachtige plek om te verpozen. Het is een plek waar ik graag zit, lees en met familie en vrienden ben. Lekker samen eten of ’s avonds zitten rond een vuurtje. We hebben een prachtig uitzicht over het water, de weilanden en het meer. En het licht en de luchten zijn er schitterend.

Sinds ik hier woon maak ik de seizoenen heel bewust mee. We hebben oeroude kastanje-, appel- en perenbomen in de tuin staan. Als die bloeien is dat zó verschrikkelijk mooi; op dat oude zwarte bonkige hout komen dan zulke mooie tere bloesems. Ieder jaar verrast me dat weer. Daarna komen de sering en de rododendron. Nu beginnen de waterlelies op te komen, die zijn echt magisch. Vanuit de tuin ga ik graag zwemmen en kajakken, dan kom je echt tussen de bloemen in het water.

Belevenissen uit de tuin neem ik wel eens mee naar mijn lessen. Er is een heel mooi gedicht van Tjitske Jansen over een kastanje, ‘Als iemand mij nou maar had opgeraapt’ heet het. Dat gedicht gaat over het leven, groei en ontwikkeling. Ik bespreek het dan ook graag met studenten in de les. Dan neem ik kastanjes van mijn kastanjeboom mee en dat nodigt uit om erover te praten. Poëzie behandel ik namelijk heel graag vanuit natuurbeleving. De elementen in de tuin lenen zich heel goed voor een gedicht. Onlangs heb ik een haiku geschreven over de perenbloesem:

“O mijn perenboom

weer groeit de tere bloesem

uit je oude bast”


‘Een kolibrie, in Nederland?’

Stijntje Blankendaal is docent aan de opleiding journalistiek en woont in Zwolle, in de wijk Westenholte.

“Toen we dit huis in 2020 kochten had ik nog nooit in mijn leven echt getuinierd. We verhuisden naar Zwolle vanuit São Paulo, waar ik werkte als correspondent. We kwamen in een totaal andere wereld terecht. Daar woonden we op de bovenste verdieping van een grote flat, aan een brede ‘avenida’ op een helling waar de oude dieselbussen zich met een bak lawaai naar beneden lieten knallen. Als je ons flatgebouw uitstapte ging je de chaos in. Hier lopen we de tuin in en horen we vogeltjes.

De tuin was een betegelde vlakte, dus we hebben bijna alles eruit gehaald. Harry Pierik, een bekend tuinontwerper uit Zwolle, heeft de tuin voor ons aangelegd. Het uitgangspunt daarbij was zoveel mogelijk groen en ruimte voor de natuur. Hij is erg goed in het combineren van kleuren en hoogtes en het aanbrengen van lagen, wat een tuin oplevert waarin alles met elkaar verweven is en in elkaar opgaat, waardoor je op een gegeven moment niet meer ziet wat wat is. Vooral die diepte die hij er in heeft weten aan te brengen vind ik mooi; heel spannend en fantasierijk.

Er zijn altijd bloemen die in bloei staan, tot ver in de winter. Momenteel geniet ik bijvoorbeeld van het kattenkruid. Dat is zo’n dankbare plant, die gaat maar door met bloeien, maandenlang. En er komen heel veel bijen op af, de hele dag hoor je zoem zoem zoem. Er vloog zelfs een keer een vlinderkolibrie door de tuin. Ken je die? Het is een grote vlinder, maar lijkt echt op een vogeltje, met een soort van snaveltje en oogjes. Ik dacht: wat zie ik nu, een kolibrie, in Nederland?!

Onze tuin is natuurlijk nog vrij jong, de blauwe regen moet bijvoorbeeld nog voor de allereerste keer gaan bloeien. Maar dat is ook het leuke: je kunt meegroeien met zo’n tuin. Mensen worden ouder en krijgen steeds meer rimpels, maar tuinen worden met de jaren alleen maar mooier.”

Tekst: Wouter van Emst, Nynke Lautenbag en Reinhilde van Aalderen
Foto’s: Herman Engbers

Er zijn 1 reacties op «Tuinleven»

  1. Margaretha schreef:

    Prachtig hoor! Nieuwsgierig geworden: Stel je de tuinen ook een x open voor bezoek?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *