Mijn vader had een uur lang zitten zwijgen bij mijn bed
toen hij zijn hoed had opgezet
zei ik: nou, dit gesprek is makkelijk te resumeren
Nee, zei hij, toch niet. Je moet het maar eens proberen.
Dit korte gedicht van Judith Herzberg is voor mij een prachtig voorbeeld van wat we allemaal zeggen als we zwijgen.
In muziek zijn stiltes heel vanzelfsprekend. Wie een nummer componeert zal er niet over piekeren om alle noten aaneen te rijgen. Die noten komen pas tot leven als er een beetje ademruimte wordt toegevoegd. Wat mij betreft is het in taal niet anders. Samen zwijgen is ook communiceren, al is het dan zonder woorden. Wat we in die stiltes doen, is misschien wel het belangrijkste voor een geslaagde ontmoeting: we creëren de gelegenheid om echt even op elkaar af te stemmen. Zoals muzikanten afstemmen op de juiste toon, zo stemmen wij in stilte af op elkaars gemoedstoestand. Waarom zijn stiltes dan toch zo schaars in onze communicatie?
Onlangs begeleidde ik een student bij de voorbereiding op haar assessment. Ze was tot twee keer toe gezakt omdat het haar niet lukte om haar kennis helder te verwoorden. Ze kende alle ins en outs van haar onderzoek, maar in haar hoofd buitelden de woorden over elkaar heen als een lawine stenen waar geen houden meer aan was. Een stilte tussen de zinnen was uitgesloten.
‘Ja, waarom eigenlijk?’ herhaalde ze mijn vraag. ‘Als ik die assessmentruimte binnenkom en de docenten achter hun bureau zie zitten, schiet ik gewoon meteen in de stress. En als ik gestrest ben begin ik te praten.’
‘Wat zou er gebeuren als je na iedere vraag eerst een halve minuut zwijgt?’ vraag ik.
‘Pfoe! Geen idee…’
‘Is er dan misschien van alles te voelen?’
Verrast kijkt ze me aan. ‘Zoals?’
‘Nou, voelen dat het spannend is wanneer alle aandacht op jou gericht is bijvoorbeeld. Of voelen dat je op jezelf moet vertrouwen, ook al bonst je hart in je keel. Voelen dat je bang bent om te falen misschien.’
‘Nou, het vraagt wel lef om te durven zwijgen,’ beaamt ze meteen.
‘Je mailde me omdat je twijfelde aan je uitdrukkingsvaardigheid, maar het lijkt er meer op dat we aandacht moeten besteden aan zelfbewustzijn en vertrouwen.’
Ze proeft mijn woorden voordat ze knikt. ‘Dat denk ik eigenlijk ook.’
We gaan oefenen met intervallen tussen vraag en antwoord en al na twee sessies lukt het haar om de woordenlawine af en toe tot stilstand te brengen en zichzelf en haar toehoorders een moment rust te gunnen. ‘Ik oefen nu ook met mijn vriendinnen,’ zegt ze na afloop van die sessie enthousiast, ‘en het lukt echt steeds beter. Ik praat minder, maar ik zeg eigenlijk veel meer.’ We moeten er allebei om lachen.
Wat leuk, denk ik na deze sprankelende sessies, als taalcoach houd ik me dus niet alleen met woorden bezig, maar ook met de stiltes tussen de woorden. Dat is een poëtische gedachte, maar ook een hele praktische, want die stiltes hebben we nu eenmaal nodig om onszelf en elkaar aan te voelen.
Judith van der Stelt is schrijfcoach en dyslexiespecialist bij het student support centrum (SSC) in Almere