Gedetineerden van de gevangenis in Zwolle kijken vanuit hun cellen niet langer tegen de kale binnenkant van de buitenmuur aan. Sinds kort hebben ze uitzicht op een prachtig kunstwerk, geschilderd door Zwolse studenten én de gevangenen zelf.
Het is een stukje no man’s land: de langgerekte grasstrook tussen de met een groot hekwerk omgeven luchtplaats en de buitenmuur van de Penitentiaire Inrichting Zwolle. Studenten van Windesheim, ArtEZ en de Katholieke Pabo hebben hier vanaf begin september elke zaterdagochtend hard gewerkt aan een enorme muurschildering, samen met een groep vrouwelijke gedetineerden. Daarbij werden ze begeleid door twee studenten van de ArtEZ, van de opleiding tot docent beeldende kunst en vormgeving. Het thema van het schilderwerk is ‘uitzicht’.
Gordijnen dicht
“We wilden de muur verfraaien en tegelijkertijd een ontmoeting faciliteren tussen twee groepen mensen die elkaar normaalgesproken niet zomaar tegenkomen”, vertelt initiatiefnemer en studentenpredikant Martin Jans.
Het idee ontstond tijdens een bezoek aan de geestelijk verzorger van de gevangenis. Martin Jans: “Zij nam me mee naar de derde verdieping van de vrouwengevangenis, daar kijk je over de muur heen. Daarna gingen we naar de eerste verdieping en de begane grond, daar zag je alleen die kale muur. Ze vertelde dat er vrouwen waren die van de bovenste etage naar beneden verhuisden, en daarna hun gordijnen niet meer opendeden. Daar kan natuurlijk van alles achter zitten, maar het kan komen doordat hun uitzicht werd geblokkeerd. Zo kwamen we op het idee voor een kunstwerk op de muur.”
Verlangen
Er werd gestart met twee workshops waarin alle deelnemers schetsen of tekeningen maakten van wat er in hun hoofd opkwam bij dat woord. Jans: “Dan gaat het al snel over een mooie herinnering, of over perspectief of vrijheid. Er zit een verlangen achter dat woord, naar ruimte, waar je je thuis voelt, waar je het goed hebt gehad of waar je naartoe wilt. Als je dat met elkaar deelt ontstaat er verbinding.”
Er werd gewerkt in duo’s: een student samen met een gedetineerde. Alle schetsen en tekeningen werd samengevoegd tot één groot geheel. Jans: “Uiteindelijk is het een soort landschap geworden, samengesteld uit al die verschillende stukjes uitzicht. Met veel natuur, zoals bloemen, bossen, water, bergen, vlinders en vogels. Maar ook een aantal gebouwen, als een stadslandschap. Het resultaat is een kleurrijke, frisse en speelse afbeelding.” De muurschildering werd uiteindelijk drie meter hoog en maar liefst zesendertig meter breed.
Student David: ‘Mijn wereldbeeld is nu wat meer vergevend’
“Ik wilde meedoen aan dit kunstproject omdat het contact met mensen die je normaliter niet tegenkomt me aansprak. Iedereen heeft al gauw een mening over gedetineerden, maar dan denk ik: heb je ooit met ze gesproken?
Het contact met mijn vaste partner was mooi. De gesprekken tijdens het werken aan de muurschildering gingen bijvoorbeeld over hobby’s en de activiteiten die er in de gevangenis worden gedaan. En we hebben het natuurlijk gehad over wat ‘uitzicht’ voor hen betekent. Soms praatten we nergens over en waren we lekker aan het schilderen. Dan genoten we gewoon van het buitenzijn.
Door dit project kijk ik anders naar gedetineerden, ik voel meer verbinding. Mijn beeld was: het zijn mensen die iets verkeerds hebben gedaan en daarom in de gevangenis zitten en verder niks met mij te maken hebben. Dat is veranderd in: het zijn mensen die naast me staan, waarmee ik samen aan een muurschildering heb gewerkt en die net als ik zin hebben om uit te slapen, of zin hebben om aan dit project te werken. Mijn wereldbeeld is dus wat breder geworden, wat genuanceerder en misschien ook wel wat meer vergevend.”
David van der Laan is vierdejaars student Bouwkunde op Hogeschool Windesheim
Een blokje om
Het opzetten van het project had flink wat voeten in de aarde. Er was niet zomaar groen licht, vertelt Jans. “De gevangenis moet mensen beheersen en onder controle houden, alles is vastgelegd in protocollen en voorschriften. Maar wij werkten met een groep van ongeveer vijftien mensen op een plek waar normaal nooit een gevangene of bewaker komt, dus daarover stond niets in het handboek. Je hebt de luchtplaats met een hoog hekwerk er omheen, dan een paar meter gras en dan die buitenmuur. Een soort no man’s land waar alleen de grasmaaier komt. Hoe moet de beveiliging worden geregeld als daar een grote groep mensen rondloopt? Die vraag moest eerst worden beantwoord.”
Omdat de muurschildering ongeveer drie meter hoog is, werd er gewerkt met rollers op lange stokken en een trap op wieltjes. Die uiteraard niet hoog was, vertelt Jans. “Over die trap tegen de buitenmuur werden veel grapjes gemaakt. Zo van: kunnen we straks niet even een blokje om?”
Menselijke ontmoetingen
“Het samenwerken ging vanaf dag één heel plezierig en ontspannen. Ik zag dat mensen het leuk vonden om elkaar weer even te zien. Je moet je voorstellen dat de gedetineerden de hele dag alleen maar medegedetineerden en bewakers zien en af en toe bezoek. Ze komen nooit een buurman tegen in de tuin of een bekende in de supermarkt. De studenten waren daar als gewone medemensen, waarmee werd samengewerkt en waartegen je zegt: ‘mag ik even de roller’, ‘kun je me even helpen’ of ‘waar heb je die haarclipjes gekocht’. Er ontstonden heel normale menselijke ontmoetingen.”
Tekst: Wouter van Emst
Foto’s: PI Zwolle
Wat een super initiatief en zo een diverse groep jongeren. En mooi resultaat.