Na vele jaren in Afrika te hebben gewerkt is Gertjan van Stam sinds kort verbonden aan het lectoraat Netwerken in Circulaire Economie (NiCE) van Windesheim. Onlangs gaf hij een presentatie van zijn visie op de problemen waar de moderne samenleving mee worstelt.
Ons wereldbeeld, dáár draait het om volgens Gertjan van Stam. ‘Daar hebben we het niet zo vaak over, alsof we daar geen tijd voor hebben. Maar het is toch belangrijk. We moeten stilstaan bij de vraag: hoe is het zo gekomen, dat we nu hier zijn? Stam geeft als voorbeeld het streven van de overheid de Nederlandse economie in 2050 ‘circulair’ te maken.
“Hoe komt de overheid daarbij? Wat is dat: circulair? Ondertussen zie ik ook wat anders: een enorme eenzaamheid. Mensen die leven zonder, of met veel te weinig stevige sociale contacten. Dat is echt heel ernstig. En dan moet je bedenken dat ik vele jaren in een omgeving heb gewoond waarin het zo is dat als je dat vertelt, dat mensen eenzaam zijn, dat ze dat raar vinden. Daar is meer gemeenschap. Hier gaat het over het ik: ik heb behoeften, ik moet presteren. Maar daardoor hebben we geen tijd voor elkaar. En dat is triest.”
En die eenzaamheid heeft te maken met de circulaire economie?
‘Jazeker. De lineaire idee is: je neemt, je gebruikt en je gooit weg. Circulair is, ten eerste: ik verkrijg. En bij het verkrijgen hoort dankbaarheid, je relateren tot anderen. Dan ben je niet eenzaam. Ten tweede: Gebruik. Ook dat is niet ik, maar wij. Ook dan verhoudt je je tot je omgeving. Het gaat om samenwerken, delen, verantwoordelijkheid. En als we dan “afval” hebben, als we iets overhouden, dan geef je dat weer aan anderen. Dat deel je óók met anderen.’
‘Circulariteit is dus een visie op het leven. Het hangt samen met hoe je denkt. Bij lineair staat de “ik” in het centrum, de individuele mens, Homo economicus, gedefinieerd zonder relaties. Maar naast dat “ik-paradigma” is er het “wij-paradigma”. Daarin staat centraal dat we bestaan bij de gratie van anderen.’
En dat wij-paradigma moeten ons eigen maken zodat we werkelijk circulaire kunnen denken…
‘Jan Rotmans heeft het zo gezegd: er moeten allerlei transities plaatsvinden maar de belangrijkste is de bewustzijnstransitie. Dat lineaire what’s in it for me moet ‘wij’ worden. Dat betekent niet dat je moet veranderen; het is er namelijk al. “Ik” en “wij” liggen op elkaar. Maar als we zaken doen dan worden we geacht binnen het ik-paradigma te denken. Ondertussen weten we heel goed dat bijvoorbeeld socialiteit en ecologie óók aan tafel zitten. Maar op zulke momenten weten we heel goed onze “ik” behoeften aan te geven. Tegelijkertijd, als we niet professioneel handelen, in onze omgang met de familie, de sportclub en ga zo maar door, zijn we wel degelijk bezig met gemeenschap.’
Hoe gaan we dat inzien?
‘Met behulp van verhalen. We zien dat we momenteel te maken hebben met een reeks van crises, dat we in een polycrisis zitten. En er zijn verhalen over hoe je dat oplost: wil je ervan af, dan moet je zo en zo denken. Die verhalen tonen de lacunes in ons denken. En door daarmee bezig te zijn, verandert ons handelen.’
‘Als we nieuwe verhalen over onszelf zoeken in het ik-paradigma, dan ontdekken we dat die moeilijk te vinden zijn. Dat de verhalen uit dat paradigma leiden tot afwijzing, polarisatie, confl ict. Want de verbinding is daar zoek. In het wij-paradigma gaat dat anders. Dáár moeten we kijken voor nieuwe verhalen. De circulaire transitie is onderdeel van de bewustzijnstransitie en die bewustzijnstransitie is de zoektocht naar het wij. En laat daar in de rest van de wereld nou veel ervaring mee zijn…’
Ik zie op dit moment in Europa vooral een versterking van het “ik-paradigma”.
‘Klopt. We zien de samenleving verharden. Het eigengereide “ik” heeft ook heel wat te verliezen. Maar de kunst is: het ik-paradigma verzwakken en het wij-paradigma versterken. We moeten de gemeenschap weer vinden. Herontdekken. Anders kunnen we de circulaire economie nooit bereiken. Dan is circulair niks anders dan een doekje voor het “ik” bloeden. Dan voelen we dat we hypocriet bezig zijn. We hebben nu een scheiding van: producent, leverancier, consument. Met de consument als het eindstation. Dat is het niet. Je moet je altijd verhouden met je omgeving. Ieder van ons heeft ál die rollen en dat moeten we herontdekken.’
‘Circulair nu gaat eigenlijk alleen maar over het verwerken van afvalstromen. En we willen er alleen over nadenken als we er beter van worden. Wat zie je dus in de wereld? Dat we qua circulariteit in feite hard achteruit boeren. Circulair gaat niet alleen om afval maar ook om omgang met elkaar en ecologie. Vanuit het ik-denken komen we er niet. In het Wij-denken is dat geen vraag.’
En dat wij-denken kunnen we van Afrika leren?
‘Ik heb heel lang in Afrika in een village gewoond. En wat je daar ziet is: de kinderen gaan naar school, daar staat hun individuele ontwikkeling, hun “ik”, centraal. Komen ze thuis in de village dan werkt dat niet. Daar moet je als verbonden persoon meedraaien in de gemeenschap; allerlei dingen doen met en voor de gemeenschap. Dat switchen gaat bij die kinderen heel snel. Maar je moet het leren. Als ik in een village kom, dan duurt dat even. Het is een bewustzijnsverandering.’
En nee, het is niet zo dat ze ons dat gaan leren. Bewustzijnsverandering ontstaat als je met elkaar verhalen deelt. We moeten praten met mensen waar dan ook. Laten ze hun verhalen vertellen, zodat we te weten komen hoe ze als ‘wij’ denken, wanneer ze gelukkig zijn, wanneer ze zich gewaardeerd voelen.’
Zijn de studenten daarvoor te porren?
‘Dat vind ik zo bijzonder op Windesheim. Die sfeer die ik proef. Ik kom hier net aanwaaien, ik ben nog niet veel verder dan het observeren van studenten. Maar dat was nu het bijzondere van die bijeenkomst op donderdag 15 februari. Dat hadden de studenten georganiseerd. Ik sprak een aantal studenten die bezig waren met “neokolonialisme”. Ik vertelde ze dat dat woord in mijn visie een koloniale kijk is op kolonialisme – alsof het “oude” kolonialisme voorbij is. Maar dat is in feite nooit gestopt. Ik nodigde ze uit opnieuw naar het probleem te kijken. En zij vroegen of ik een lezing wilde geven. Zij hebben míj gevraagd.’
‘Ik hoop dat ik bij kan dragen aan het trainen van de studenten in het denken volgens het wij-paradigma. En ik heb grote hoop dat er meer gaat gebeuren, dat deze kijk op circulariteit voor iedereen op Windesheim op de agenda komt. Daar kijk ik naar uit. Het is een groot voorrecht dat ik hieraan mee mag doen.’
Tekst: Marcel Hulspas
Foto’s: Jasper van Overbeek