Özcan Akyol: Hatelijke onzin

Mijn vader is overleden. We hadden geen contact met elkaar. Om die reden kwam ik nooit meer in het huis waar ik een deel van mijn jeugd heb doorgebracht. Een paar dagen geleden, ruim een maand na zijn dood, wandelde ik ernaartoe met mijn gezin, dat bestaat uit mijn vrouw Anna en onze twee kinderen Mia en Baran. In mijn herinnering hing er altijd een negatieve en bedwelmende sfeer in het huis, maar dat was tegelijkertijd met zijn lichaam verdwenen, veilig onder de grond verstopt, op vierduizend kilometer afstand in Centraal-Anatolië.

De kinderen vroegen of ze naar de Panini-voetbalstickers en de flippo’s mochten kijken waarover ik zoveel had verteld. Voor alle studenten: de flippo, een rond stukje karton met een afbeelding, was een hysterische rage in de jaren negentig en ze zaten in chipszakken. Ikzelf grasduinde in het slaapkamertje dat destijds voor mij was ingericht. Er stond een stapel oude papieren in de lange witte kast. Plotseling zag ik mijn eindonderzoek voor de minor “Verhalen” van de opleiding Journalistiek liggen. Ik begon te bladeren.

We kunnen er moeilijk over doen, maar er stond écht hatelijke onzin in mijn tekst. Ik noemde het document heel misplaatst mijn ‘pièce de résistance’ en nam alles en iedereen de maat in archaïsch taalgebruik, oftewel totaal onleesbare zinnen. De leiding en de docenten moesten het ontgelden. Als ik zelf een leraar in die tijd was geweest, had ik mezelf waarschijnlijk onverbiddelijk weggestuurd. Oprotten met je grote mond. Wat dacht ik wel niet? Op die manier. En ik moet zeggen dat er toentertijd werd vergaderd over dit soort maatregelen. Bij één docent was ik bijvoorbeeld niet meer welkom in zijn colleges.

Ik legde mijn ‘pièce de résistance’ terug in de kast en voelde plotseling bewondering voor de mensen van Windesheim die me wél op mijn plek hadden laten zitten. Dat geeft andermaal aan hoe belangrijk leraren zijn. Als ze me hadden laten afvloeien, weet ik zeker dat ik niet meer zou studeren. Teveel teleurstelling. En nu is het min of meer toch nog goedgekomen. Al zullen de meningen daarover verdeeld zijn.

De kinderen hadden hun flippo’s. En ik had nóg meer waardering voor onderwijsmensen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *