Voordat het collegejaar start, is er eerst altijd de introductieweek voor nieuwe studenten waar alles draait om het leren kennen van Windesheim, de studie, docenten én studiegenoten. WIN liep mee met de eerstejaars van de lerarenopleiding Biologie. “Mijn ouders zeggen dat ik biologie adem.”
Ruim twintig splinternieuwe studenten doorlopen deze maandag een gevarieerd programma, waarin het draait om kennismaken met de opleiding, de docenten, de campus én natuurlijk alle andere eerstejaars. Verdeeld in drie groepen doen ze een vossenjacht, een escape-spel waarbij ze basisvaardigheden uit de biologie moeten gebruiken en worden ze wegwijs gemaakt in de verschillende ict-systemen die nodig zijn voor het onderwijs op Windesheim.
‘Ik adem biologie’
Eerstejaars Luuk en Sanne doen samen het escape-spel. Ze kennen elkaar net een half uurtje. “Mijn ouders zeggen dat ik biologie adem”, verklaart Luuk zijn keuze voor deze opleiding. “Ik heb hiervoor een scheikundige mbo-studie gevolgd, maar biologie ligt mij beter. Ik ben thuis altijd bezig met dieren of de tuin, ik heb een kleine moestuin waarin ik onder andere tomaten verbouw en we hebben heel veel huisdieren. Twee honden, een kat, een konijn en een aquarium.”
Sanne koos voor de lerarenopleiding biologie door een eerdere stage op een middelbare school. “Tijdens mijn vorige opleiding tot onderwijsassistent liep ik meerdere stages. Biologie vond ik het meest divers: je hebt telkens een nieuw interessant onderwerp en je kunt af en toe naar buiten met de leerlingen.”
Verborgen aanwijzing
Ook Sara en Nynke spelen het escape-spel. Ze houden een papiertje boven een brander om zo een verborgen aanwijzing tevoorschijn te toveren. “Het lijkt me heel leuk om les te geven aan kinderen op de middelbare school. Pubers dus”, vertelt Sara. “Biologie vond ik zelf het leukste vak. Met planten heb ik wat minder, vooral het menselijk lichaam vind ik interessant. Hoe werkt dat lichaam en hoe kan het dat je leeft?”
Favoriete dier
Tijdens de vossenjacht is er gelegenheid om de docenten van de opleiding te leren kennen, en andersom. Iedere eerstejaars gaat op de foto met een bordje met daarop zijn of haar naam plus een tekening van z’n favoriete dier. “Deze foto’s gebruiken wij om de namen van alle studenten te onthouden”, legt docent Rens Brenninkhuis uit.
“Mijn favoriete dier is een kip”, vertelt een student. “Ik woon op een boerderij dus dat zijn de soort dieren waar ik het meest bekend mee ben.” Een andere eerstejaars kiest voor een pinguïn: “Die zijn gewoon heel schattig.” Docent Rens tekende op zijn bordje een beerdiertje, een minuscuul klein beestje dat met het blote oog niet te zien is. “Ze overleven alles, onder de meest extreme omstandigheden. Zelfs in de ruimte.”
Vrijdagmiddagborrel
De vossenjacht voert verder langs plekken op de campus die voor studenten handig zijn om te kennen, zoals de hoofdkantine met de koffiecorner, de centrale balie, het mediacentrum en de kantine van het sportgebouw. “Hier doen we op vrijdagmiddag vaak een borrel om de week af te sluiten”, vertelt tweedejaars Tessa, die de nieuwe studenten begeleidt. “Dit is gewoon een erg gezellige plek.”
Luuk en Sanne moeten nog wel een beetje wennen, vertellen ze. Luuk: “Ik was hier al eerder geweest, tijdens meeloopdagen en open dagen. Het is een mooie school en de docenten en mijn medestudenten lijken allemaal heel vriendelijk.”
“Windesheim is wel groot en onoverzichtelijk”, voegt Sanne eraan toe. “Mijn eerste gedachte was: oh mijn god waar ben ik beland?! Maar ik voel me wel welkom hier, dus het komt ongetwijfeld helemaal goed.”
Er zijn 1 reacties op «Eerste dag op Windesheim: ‘Wat is het hier groot!’»