Voor de meer dan tweehonderd eerstejaars studenten Journalistiek begon het studiejaar met een reality check. Tijdens een feestelijke opening in het Academiehuis in Zwolle gaf oud-student Özcan Akyol enkele tips aan deze toekomstige journalisten. Als je wil slagen in dat vak moet je iets bijzonders meebrengen, stelde Eus. Kom met een specialisme, iets wat je uniek maakt. Mis je dat, dan wordt een toekomstig journalistiek leven zwaar. Veel docenten knikten instemmend en waren blij met zo’n realistisch beeld van de journalistieke wereld. De studenten waren zo enthousiast over de lezing dat ik me afvroeg of de boodschap wel echt tot ze was doorgedrongen. Er werd ze namelijk – terecht – best een heftig leven voorgeschoteld.
Na de lezing kwam de eerste ontmoeting tussen studenten en hun studiebegeleider. Ter kennismaking moesten de bijna dertig studenten uit mijn klas op een post-it hun eerste indruk opschrijven van die ‘sb-docent’: van mij dus. Gezien mijn voornaam was ik niet heel verrast over de eerste indrukken: volgens meerdere studenten was ik een kakker, golf ik in het weekend, heb ik rijke ouders en luister ik naar klassieke muziek. Het was best interessant om vervolgens het verhaal achter die façade te kunnen vertellen: dat mijn ouders al op jonge leeftijd arbeidsongeschikt zijn geraakt, dat we het nooit breed hadden thuis, dat ook ik (net als Eus) een eerste generatie student was, met alle angst en onzekerheid die daarmee gepaard gaat.
Uit het gesprek dat op deze oefening volgde, bleek dat mijn mentorstudenten uiteraard ook te maken krijgen met vooroordelen. Het pijnlijkst vond ik het verhaal van twee studenten met een bi-culturele achtergrond die aangaven geregeld in hun thuisstad te worden aangezien voor fi etsendief. Het is een alledaags racisme dat helaas hardnekkig blijft hangen, hoe vaak het ook aangekaart wordt. Ik moest denken aan de vooroordelen die ik had ten aanzien van Gen Z toen ik drie jaar geleden als docent aan Windesheim kwam werken. Wellicht dacht ik ongeïnteresseerde en ongemotiveerde studenten aan te treff en, verpest door hun smartphone. Dat beeld is inmiddels compleet weggevaagd. Een hele generatie in een container gooien blijkt gelukkig niet te werken.
‘Ik speel vast golf in het weekend, heb rijke ouders en luister naar klassieke muziek.’