De laatste maanden kon Windesheim de planten, struiken en bomen in de ‘ecologische plint’ voor het eerst zien groeien en bloeien. Een prachtig parkje vol biodiversiteit, vindt biologiedocent Rutger Las.
Windesheim is vorig jaar begonnen met de aanleg van de ecologische plint op de Zwolse campus, als onderdeel van het project Groene Hart Campus. Het parkje ligt langs de wandelpromenade aan de achterzijde van gebouw C. Het bestaat uit een grote, deels opgehoogde border met een brede diversiteit aan bomen, struiken en planten. De ecologische plint is voor Windesheim ontworpen door Copijn landschapsarchitecten. Hier mag de natuur veel meer zijn gang gaan dan op de traditionele, aangeharkte borders, waar meestal maar één of twee plantensoorten groeien.
Rutger Las, docent aan Windesheims lerarenopleiding biologie, is gespecialiseerd in ecologie en biodiversiteit. Las vindt de ecologische plint een erg aantrekkelijke plek geworden. “Hier krijgt de natuur volop kansen en daarmee helpen we de biodiversiteit in de omgeving te behouden. En tegelijk is dit gewoon een heel mooie groene plek waar veel te zien is en mensen even heerlijk tot rust kunnen komen.
Een ecologische border lijkt veel meer op een natuurlijke plek langs een bos of weiland, vertelt hij. “Door de verhogingen en de muurtjes is er veel variatie. Daarom kunnen er in deze relatief kleine border toch heel veel verschillende soorten groeien. Je kunt hier van het vroege voorjaar tot de late herfst kunt genieten van bloeiende planten.
Afgelopen voorjaar was de jonge aanplant op de border nog nieuw. Maar deze zomer was voor het eerst in volle glorie te zien wat de bedoeling is van een ecologische plint. Las: “Er wordt hier minder vaak gewied en gesnoeid en de natuur wordt met rust gelaten. Daardoor krijgen ook inheemse planten en kruiden een kans om te gaan groeien tussen de aanplant in de border. En daarnaast biedt de plint voor insecten en vogels leefgebied, voedsel en schuilplaatsen.”
Las wijst op de bovenkant van de plint, een afwisselende, dichtgegroeide haag van struiken en lage bomen. “Dat is een Zeeuwse haag, zoals ze vroeger vaak langs weilanden stonden. Hier groeit bijvoorbeeld een sleedoorn, een inheemse langzaam groeiende struik die in de herfst bessen krijgt.” Onder de haag staan herfstanemonen, asters en gele- en rode zonnehoeden, die laat in het jaar bloeien.
Onderaan de border staan muurtjes van gestapelde bakstenen waar weer andere plantensoorten goed gedijen. Las ontdekt hier ook al snel allerlei spontaan opgekomen inheemse soorten, zoals duizendschoon, kamille, paardenbloem en distels.
Het onderste deel van de plint tot aan het trottoir is een ‘wadi’: een vlakke strook die na een bui volstroomt met regenwater. De regenpijpen van het naastliggende gebouw zijn verwijderd, waardoor het regenwater niet meer direct in het riool gaat. Las: “Het regenwater stroomt door de beplanting van de ecologische plint naar de wadi. En wat overblijft zakt daar de grond in. Zo blijft het grondwater beter op peil.” Alleen bij veel regen komt het water nog in de rioolkolken langs de promenades terecht. “Een wadi mag best wat dichtgroeien, dat bevordert juist de opnamecapaciteit van water.” Las zou niet verbaasd zijn als een niet veel voorkomend plantje, de riet-orchidee, ook in de wadi gaat groeien. “Want die groeit hier toevallig vlakbij, langs de sloot tegenover de campus.”
Welke dieren heeft de biologiedocent al gezien in de ecologische plint? “Veel insecten en rupsen, zoals de akkerhommel, de pendelvlieg – een soort zweefvlieg – en de blinde bij. En veel vlinders, waaronder de dagpauwoog en de distelvlinder. Wie weet komt de sleedoornpage ook naar de campus. Want die heb ik hier ook vlakbij al gezien, bij het spoortalud.” Hij zag altijd al mussen op de campus, rond de grote beukenhagen. “En nu er bessen groeien op de ecologische plint, komen daar ongetwijfeld meer merels en spreeuwen op af.
Natuurlijke plekken zoals de ecologische plint en de verwilderde tuin bij gebouw G, leveren volgens de bioloog een belangrijke bijdrage aan het natuurbehoud in de omgeving. “Er zouden veel meer van zulke plekken moeten zijn. Maar je kunt ook al helpen door minder intensief te maaien en te snoeien, waardoor er in het voorjaar meer inheemse planten tot bloei kunnen komen.” Nog mooier zou Las deze plint vinden als Windesheim zou kiezen voor nog minder gekweekte planten en meer originele Nederlandse soorten die bij biologische kwekers te koop zijn. “En misschien zou het een leuk idee zijn als er een klein wandelpaadje midden door de plint zou komen, voor mensen die de planten van dichtbij willen bekijken?”
tekst en foto’s: Ernest Mettes