Hoe dat bij andere opleidingen geregeld is weet ik niet, maar op de opleiding Journalistiek moeten studentenbegeleiders iedere periode van het propedeusejaar een persoonlijk gesprek voeren met de leerlingen uit een mentorklas. En als sb’er weet ik: dat is best een opgave. Tussen alle bedrijven door wordt van ons verwacht dat we iedere zeven weken met grofweg twintig studenten een enorm complex gesprek voeren. Het gaat over hun thuissituatie, schoolcarrière en eventuele persoonlijke problematiek. Ik probeer zelf die gesprekken te beperken tot tien minuten. Maar de ervaring leert dat als er meer speelt (wat geregeld zo is) zo’n gesprek makkelijk langer kan duren.
In feite is de studentenbegeleider op Windesheim een soort huisarts. Wij hebben een zorgplicht en zijn de eerste lijn. Aan ons de taak om binnen al die consulten te kijken of het nodig is om een student door te verwijzen naar instanties uit de tweede lijn. Maar hier mijn probleem: wat is die tweede lijn? Ik ken er een aantal, maar leer pas recent over het zogenaamde ‘ambulatorium’, een plek waar studenten behandeld kunnen worden door medestudenten van de opleiding Psychomotorische Therapie. Geweldig natuurlijk, maar waarom hoor ik daar pas na drie jaar iets over? Ik vind dat de paradox van Windesheim: een opleidingsinstituut dat geregeld heel slecht aan haar eigen docenten kan uitleggen wat precies de bedoeling is.
Het gevolg is dobberen, of leunen op intuïtie en interesses. Zo val ik tijdens mijn sb-gesprekken geregeld terug op het gedachtegoed van Donald Winnicott, de eerste Engelse psychoanalyticus voor kinderen. Hij wordt halverwege de twintigste eeuw beroemd door zijn suggestie dat ouders ‘goed genoeg’ moeten zijn en kinderen niet moeten opvoeden tot gezagsgetrouwe dienaren. Te veeleisende ouders dwingen kinderen om een ‘valse zelf’ te creëren. Die valt weliswaar in de smaak bij ouders (want: gehoorzaam) maar zorgt bij kinderen voor problemen. Die weten niet meer waar ze zelf behoefte aan hebben. Winnicott leert dat een luisterend oor en de juiste vragen vaak al helpen. Zijn visie zorgt bovendien voor mildheid, zowel richting studenten als opleidingsinstituten. Want ook Windesheim hoeft niet perfect te zijn. Goed genoeg is al heel wat.