Vergroeid met Windesheim, dat is ze zeker. En half oktober werd ze, na drie jaar lid te zijn geweest van het dagelijks bestuur, gekozen tot voorzitter van de Centrale Medezeggenschapsraad. Francien Lange weet welke taak haar te wachten staat.
In 2021 trad je toe tot de CMR. Waarom wilde je toen lid worden?
‘Het meest simpele antwoord is: ik kan niet tegen onrecht. Dat kun je op veel manieren tegenkomen, ook binnen de hogeschool. Maar ik kijk ook graag mee hoe dingen gedaan worden.’
Je liep toen al heel lang mee op Windesheim. Was er een concrete aanleiding?
‘Nee, geen concrete reden. Maar heel lang had ik functies waarbij het niet opportuun was om lid te worden van de CMR. Ik was sinds pas een paar jaar docent; daarvoor was ik tien jaar lang maker van gespreksprogramma’s voor Windesheim in Dialoog en de VU. En dáárvoor was ik adviseur marketing en communicatie. Die functie vond ik lastig te combineren met een lidmaatschap. In 2021 was de tijd er rijp voor. Kritisch meedenken, het andere geluid laten horen, het andere perspectief laten zien.
Je bent nou niet bepaald een rebel…
‘Ik geloof in het goede gesprek. Dat zit er ook ten diepste in. Maar dan moet je wel iemand tegenover je hebben die die dat gesprek wil voeren, die daarvoor open staat.’
Daar is het huidige College wel toe bereid, denk ik.
‘Daar hebben we de afgelopen tijd hard aan gewerkt, van hun kant en onze kant.’
Een ander geluid laten horen, hoe doet de CMR dat?
‘Wat dat betreft zijn de student-leden écht heel waardevol. Die zorgen voor contact met de werkvloer. Maar er zitten in de Raad ook genoeg medewerkers en docenten die ons bij de les houden. En ik geef nog steeds een paar uur zelf les bij Social Work. Dus als het gaat om zaken als Brightspace, Educator, enzovoorts weet ik waar docenten mee worstelen.’
En waar de studenten mee worstelen?
‘Weet je…. ik heb het met de jongeren te doen. Ze moeten zó veel van zichzelf! En dat komt door de omgeving, ouders, peers, social media. Ik gun ze zó graag wat meer ruimte, het mógen leren, de mogelijkheid om fouten maken. Dat is het mooie van het vak dat ik nu geef: begeleidende vakken. Studenten kiezen een maatschappelijk vraagstuk, krijgen daar opdrachten bij en ik begeleid ze bij de uitvoering. Daarbij stel ik vooral vragen, luister naar wat ze aandragen, vul dat aan. Ik geef ze de ruimte om te zoeken.
Voordat je docent werd, werkte je voor Windesheim in Dialoog, dat tot taak had discussies op de hogeschool aan te zwengelen, te verbreden. Dat werd in 2017 de nek omgedraaid…
Er moest toen bezuinigd worden, met name bij de diensten. En mijn toenmalige leidinggevende dacht zoiets van: dat stukje kan niet minder, dat wil ik niet… nou, dan schrap ik gewoon Windesheim in Dialoog. Een futiel bedrag maar hij had zijn taak volbracht. Daar kan ik absoluut niet tegen! Zeker niet de manier waarop! Daar ka ik nu nog heel boos over worden omdat het echt haaks stond op alles waar ik voor sta: dialoog.
Zoiets zou jij als CMR-voorzitter nooit accepteren.
‘Het komt voor dat we in de CMR besluiten moeten nemen, vanwege het geld, waar sommige mensen mordicus tegen zijn maar waar je als CMR toch ja tegen zegt. Op zo’n moment, wanneer die mensen de vergadering bijwonen, voel ik weer wat ik voelde toen ík op die publieke tribune zat op de dag dat Windesheim in Dialoog de nek werd omgedraaid. Ik weet hoe het voelt als een ander over jouw werk beslist. Als blijkt dat wat je tien jaar met liefde hebt gedaan, er ineens niet meer toe doet.
Maar je bent wel gebleven….
‘Ik had niet veel keus. Ik had de papieren niet om weg te komen. Je moet bedenken, ik ben binnengekomen als secretaris van het college, en daarna meegegroeid met de organisatie. Ik kreeg veel kansen, heb ze gepakt. Pas in 2007 ben ik begonnen met de bachelor communicatie, daarna nog master.
Je werd docent.
‘En daarmee kwam ik voor het eerst echt ín een opleiding. Ik wist eerlijk gezegd niet wat me overkwam. Dat is zó … ja, claustrofobisch. Zó ver weg van de lagen waar ik tot dan toe had gefunctioneerd. Maar bij de opleiding hebben ze supergoed voor mij gezorgd; ze zagen ook wel: die houden we niet vast op deze manier. En ik ben aan de slag gegaan bij het lectoraat van Joost van der Weide, en werd Ambassadeur studiebegeleiding. Zo kon ik weer heel Windesheim door crossen – en als voorzitter ga ik dat nóg meer doen. Dingen komen nu bij elkaar. Ik mag uitvliegen en de dingen die ik dan zie terugbrengen bij de opleiding. Dat vind ik erg leuk.
De grootste uitdaging voor de komende jaren zijn de financiën.
‘… en alles wat daar bij elkaar komt. De kwaliteitsgelden zijn bijna verdwenen, de NPO gelden zijn op, het speciale potje voor Almere is leeg. En dan zijn er demografische ontwikkelingen die op ons af komen. Het aantal studenten zal langzaam gaan dalen. Wat je ook ziet is dat bijvoorbeeld havisten meer gaan kiezen voor de afslag mbo, terwijl mbo’ers denken: waarom zou ik naar de HBO gaan als ik nú al aan de slag kan? Die trends kunnen de daling van het aantal studenten versterken, Bij de hogescholen in de grensregio’s zie je dat al gebeuren, die moeten nu al flink bezuinigen.
Als het gaat om bezuinigen verschillen het College en de Raad op dit moment nog niet van mening. Nog niet.
‘We moeten er met elkaar voor zorgen dat deze mooie organisatie blijft draaien. Daarover moeten we in dialoog blijven en geen stammenstrijd beginnen. Het College kiest in de komende begroting nog voor een “zachte landing” zodat we ons in relatieve rust kunnen voorbereiden op wat er gaat komen. We weten niet wat er nog aan bezuinigingen op het hoger onderwijs afkomt maar ik verwacht, eerlijk gezegd, dat er straks harde besluiten moeten worden genomen. Vervelende besluiten. En dan is het zaak dat je goed zorgt voor je medewerkers.’’
tekst: Marcel Hulspas
foto: Jasper van Overbeek