‘Als ik turn, voel ik mij vrij’

Elias Ridder is Nederlands kampioen op de meerkamp, brug en rekstok. Hij studeert Finance & Control op Windesheim, maar vliegt liever hoog door de lucht in een turnhal.

“Ik was vijf en wilde op judo, maar dat kon pas vanaf zes jaar. Op mijn vijfde mocht ik wel beginnen met turnles, dus ging ik dat maar doen”, lacht Elias Ridder (21). “Het was puur toeval, maar ik ben blij dat het zo is gelopen, anders had ik turnen misschien nooit ontdekt.”

“Vanaf mijn zestiende turnde ik bij Jong Oranje. Ik trainde toen veel in het Epke Zonderland Turncentrum in Heerenveen, waar ik Epke geregeld tegenkwam”, vertelt Elias glunderend. “In die tijd turnde ik mijn eerste interland. Dat was één van mijn leukste wedstrijden. Ik voelde mij trots dat ik Nederland mocht vertegenwoordigen.”

Nederlands kampioen

Elias werd in 2019 Nederlands kampioen bij de junioren op de meerkamp, brug en rekstok. Een absoluut hoogtepunt in zijn turncarrière. “Nederlands kampioen worden voelde heel bijzonder. Je traint ervoor, maar dat het ook lukt om er met zo’n wedstrijd alles uit te halen, waardoor je daadwerkelijk wint is geweldig.”

Ook werd Elias met zijn turnploeg twee keer Nederlands kampioen bij het NK Clubteams. Hij glimlacht breed als hij erover praat. “Het is één van mijn favoriete prestaties. Turnen is een individuele sport, maar bij het NK Clubteams werk je samen en moet je voor de verandering als team de winst binnenhalen. Je leeft met elkaar mee en motiveert elkaar.”

Kracht, lenigheid en coördinatie

Hoewel Elias het teamverband leuk vindt tijdens het NK Clubteams, geniet hij meestal van de individualiteit zijn sport. “Turnen is breed: je hebt zowel kracht, lenigheid als coördinatie nodig. Dat moet je allemaal zelf opbouwen en daar train je hard voor. Omdat ik volledig zelf verantwoordelijk ben, geeft het een extra kick als ik een goede prestatie neerzet. Het laatste stuk van een oefening vind ik daarom het leukst: als ik het ‘uit turn’ en goed eindig.”

Heel hoog door de lucht

Turnen biedt ook vrijheid: nóg iets waar Elias blij van wordt. “Als je een hoge sprong of zwaai maakt, vlieg je. Je bent hoog in de lucht en zweeft voor een moment. Dat is een heel bijzonder gevoel. Als ik turn voel ik mij vrij. Ik heb zelf de touwtjes in handen en daag mijzelf steeds meer uit. Turnen kan altijd moeilijker. Je kunt altijd lastigere elementen oefenen, netter turnen of langer in de lucht zijn; je kunt eindeloos blijven leren. Dat voelt ook als vrijheid.”

De rekstok, brug en voltige zijn Elias’ favoriete onderdelen. Een brug bestaat uit twee houten leggers op hoofdhoogte die parallel aan elkaar liggen. De rekstok heeft één hoge verticale legger die je vasthoudt en waaraan je rondjes draait. “Op de rekstok en brug maak je handstanden en salto’s. Dat ziet er spectaculair uit en voelt vaak stoer. Vooral op de rekstok zwaai je heel hoog door de lucht.” Voltige is een hoge bok met twee ijzeren beugels als handgrepen. “Daar draai ik rond, steunend op mijn handen. Tussendoor maak ik bijvoorbeeld handstanden.”

’s Nachts studeren

Om de laatste anderhalf jaar van zijn studie Finance & Control goed af te ronden, focust Elias zich momenteel op zijn studie. “Ik turn even iets minder. Niet omdat ik het niet leuk vind, maar omdat het nodig is om mijn opleiding te halen.”

Tot voor kort draaide Elias overuren om topsport te kunnen combineren met zijn studie. Hij trainde van acht tot tien uur ‘s ochtends, ging dan naar school en trainde vervolgens weer van drie tot zes uur ‘s avonds. “Dat is taai. In tentamenperiodes was ik ’s nachts soms nog aan het studeren. Al moet ik er eerlijk bij vertellen dat dat af en toe ook het gevolg was van uitstelgedrag, haha. Ik blijf een student.”

Soms is het zo druk dat Elias het even niet leuk vindt om topsporter én student te zijn. “Maar als ik vervolgens mijn tentamens haal en het allemaal goed loopt, ben ik toch weer tevreden.”

Normaal studentenleven?

Afgelopen jaar liep Elias stage bij sportmerk Craft. Zijn trainers en de topsportcoördinator op Windesheim helpen de turner met zijn drukke schema. “Ik mocht mijn stage uitspreiden over negen maanden, in plaats van zes. Zo had ik iedere week genoeg tijd om te turnen. Dit soort regelingen helpen mij enorm. Het is nou eenmaal superdruk om topsporter én student te zijn. Gelukkig is het op deze manier mogelijk.”

Of Elias zich nog student voelt met zo’n druk topsportleven? “Ja en nee. Ik voel mij student omdat ik net als anderen studeer en naar school ga. Mijn schema ziet er anders uit, maar ook ik heb colleges, blok voor tentamens en maak groepsopdrachten met andere studenten.”

Een typisch studentenleven heeft Elias dan weer niet. “Bij het woord studentenleven denk ik aan vier keer per week op stap. Dat doe ik niet, maar dat hoeft van mij ook niet. Soms mis ik het sociale aspect van een normaal studentenleven wel. Ik heb een gezellige klas, maar buiten school zie ik mijn medestudenten niet. Gelukkig zie ik mijn teamgenoten wel veel. Aan turnen houd ik goede vrienden over.

Turnhallen in het buitenland

Voor zijn minor wil Elias naar het buiten – land. “Ik ben al eens in Indonesië geweest. Het lijkt mij heel gaaf om langere tijd in zo’n ver land te zijn. Ook Kuala Lumpur staat hoog op mijn lijstje.” Bij een buitenlandminor komt veel kijken voor een topsportstudent. Elias kan niet zomaar stoppen met trainen. Dus is hij aan het uitvogelen waar turnhallen en teams zijn waar hij terechtkan. “Dat is een flinke zoektocht, maar zal het helemaal waard zijn.”

In de zomer heeft Elias een paar weken geen training. Ook dan reist hij graag. “Ik hou van avontuur. Zodra het even kan ga ik het liefst ver weg. Op vakantie blijf ik overigens wel trainen. Ik turn niet, maar zorg wel dat mijn conditie en lenigheid op peil blijven.”

Olympische Spelen

Zodra Elias zijn bachelor op zak heeft, wil hij naar Groningen om verder te studeren en iets meer van het studentenleven te ervaren. Wat de toekomst verder brengt, weet hij nog niet. “Ik droom van grote wedstrijden turnen: EK’s, WK’s en de Olympische Spelen. Die zijn in 2028 in Los Angeles. Ik moet nog zien of dat goed te combineren is met een masterstudie.”

Verder kijk ik niet te veel vooruit. Als ik een goede baan in finance aangeboden krijg, neem ik die misschien. Maar als er mooie turnkansen op mijn pad komen, kan ik daar ook voor gaan. Ik leef meer met de dag. Ik zie vanzelf wel hoe de toekomst loopt.”

tekst: Yara Meilink
foto’s: Jasper van Overbeek

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *