Wie aan mij vraagt wat het grootste probleem van deze tijd is, krijgt steevast hetzelfde te horen: nihilisme. Dat is niet per se een gezellig antwoord, als mensen überhaupt al begrijpen wat ik daarmee bedoel. Het komt erop neer dat ik steeds vaker de indruk krijg, vanuit alle hoeken van de samenleving, dat de gemiddelde burger niets écht belangrijk vindt en dat alles wordt gezien als een ver-van-mijn-bedshow.
Dus toen ik las dat Hogeschool Windesheim in elk geval de komende twee jaren 20 miljoen euro moet bezuinigen, rekende ik niet op huilende medewerkers en studenten op de gangen. De helft zal het bericht niet eens hebben gezien. Wat me wel verbaast, is dat werkelijk niemand in het openbaar, in de vorm van een publieksactie, opkomt voor mensen en activiteiten die moeten sneuvelen door deze maatregelen.
Omdat bestuursvoorzitter Inge Grimm in de Stentor liet opteken dat niemand iets van de bezuinigingen gaat voelen, ging er bij mij toch een alarmbel af. Ze suggereert dat er alleen minder studiereizen, evene – menten en arbeidskrachten met een tijdelijk contract zullen terugkeren op de hogeschool. Nu ben ik niet de grootste uitblinker in begrotingen, maar als je daarmee twintig miljoen kan compenseren, wordt de indruk gewekt dat er bijkans elke dag op Windesheim wel een lezing, workshop, interview, of bubbling party is te vinden. De suggestie dat studenten niets van de bezuinigingen zullen merken, is daarom ronduit lachwekkend. Vooral omdat er in 2027 een enorme kaalslag in het onderwijs is aange – kondigd, door de regerende partijen die in principe tegen alles zijn wat mooi en goed is. Wat ook het geval kan zijn, is dat er totaal niet efficiënt geld wordt uitgegeven op de hogeschool. Dat zou ook wat meer aandacht verdienen van iedereen die Windesheim een warm hart toedraagt.
Het lijkt erop dat mensen zich pas echt gaan roeren als beslissingen in de praktijk worden uitgevoerd. Dat zien we in meer politieke kwesties in Nederland. En ja, dat is ook een probleem van deze tijd.