Ik was nét 17 jaar toen ik in 1999 op het vliegtuig stapte naar Australië. Ik had vijf redelijk ongelukkige jaren op de havo achter de rug en ik wilde niets liever dan ontsnappen. En dat werd me makkelijk gemaakt door mijn oudste zus, die op dat moment met haar toenmalige vriend in Sydney woonde. Tijdens de drie wekende durende reis langs de oostkust van het land heb ik gesnorkeld, ben ik in een landrover over de grootste zandbank ter wereld gereden en in tentjes op onbewoonde eilanden verbleven. Sydney zelf was al indrukwekkend: het operagebouw, de Harbour Bridge, het aquarium: ik ben erin geweest of heb erop gestaan. In Sydney at ik mijn eerste stukje sushi ooit en bracht er mijn eerste (en laatste) bezoek aan de Hare Krishna. Er ging een wereld voor me open.
Eenmaal thuis was ik qua toekomst echter weinig verder. Wat moest ik nu precies gaan doen met mijn leven? Omdat de toenmalige vriend van mijn jongste zus Communicatie ging studeren aan de hogeschool van Amsterdam (en ik enorm naar hem opkeek) besloot ik hetzelfde te doen. Over verloren voelen gesproken… Hoewel ik inmiddels prima uit mijn woorden kom, was ik op mijn zeventiende een stuntelige en onzekere jongen die zijn haar het liefst voor de ogen liet vallen. Dat is dan ook een van de weinige dingen die ik van mijn twee weken durende verblijf op die hbo-opleiding kan herinneren: een medestudent die tijdens een klassikale kennismaking zei dat ik een ‘lekkere dot haar’ op mijn hoofd had. Van lessen, docenten staat me verder niets meer bij.
Ook daarna rommelde ik jaren aan. Ik woonde enkele maanden bij mijn broer in Amsterdam, trok weer bij mijn ouders in om mijn VWO-diploma te halen. Daarna ging ik Bewegingswetenschappen studeren in Amsterdam en haalde in mijn propedeusejaar 5 van de 60 punten. In het nieuwe studiejaar trok ik naar Parijs, Londen om via Schotland eenzaam en alleen thuis te komen. In februari 2003 begon ik in Amsterdam aan de studie Geschiedenis: een schot in de roos.
Kan dit tegenwoordig nog, vraag ik me weleens af? Wat ik op Windesheim vooral om me heen zie is perfectionisme en faalangst. Het heeft weinig weg van aanmodderen. Terwijl dat juist zoveel kan opleveren.