Judith van der Stelt: ‘Documentaire in plaats van een scriptie?’

Een dyslectische studente is vier keer gezakt voor haar scriptie. Om het tij te keren, heeft haar studentbegeleider een verzoek bij de examencommissie ingediend, om deze studente de martelgang van nóg een scriptie te besparen.
De vraag is of ze de volgende ronde een PowerPointpresentatie mag maken, aan de hand waarvan ze haar onderzoek kan uitleggen. Het is eerder gebeurd, bij een andere opleiding, dus de kans dat de examencommissie akkoord gaat, is aanwezig.

‘Tsja,’ zegt de studente terwijl de tranen in haar ogen staan, ‘ik ben blij met dit gebaar, maar ik vraag me wel af waarom ik het niet vanaf de eerste ronde kreeg aangeboden. Door alle tegenslag ben ik enorm aan mezelf gaan twijfelen en dat helpt nou niet bepaald om de draad weer op te pakken.’

Inclusiviteit. We willen het zo graag, maar in de praktijk van alledag blijkt hoe onmachtig we vaak nog zijn. Volgens mij onderschatten we stelselmatig de inspanning die het kost om als dyslectische student door dezelfde hoepel te moeten springen als een student zónder dyslexie.
In plaats van zijwieltjes te regelen, doen we er volgens mij goed aan om onze vaste structuren eens onder de loep te nemen.

Vastgelopen

De vraag die deze dyslectische studente stelde (‘Waarom kreeg ik niet meteen de optie om een PowerPointpresentatie te maken?’) was zeer terecht en ik voelde plaatsvervangende schaamte, want ja, waarom was dat eigenlijk niet gebeurd?
Het antwoord is niet eenduidig en dat verklaart meteen een deel van het probleem. Deze studente was niet eerder vastgelopen en had niet eerder hulp gezocht bij het SSC, dus waarschijnlijk gingen haar docenten ervanuit dat ze zich wel zou redden.

Om een alternatief voor een scriptie aan te bieden, kun je als opleiding niet zomaar een plan B uit de kast trekken. Je moet actief tijd vrij maken om te bestuderen wat je als alternatief kunt aanbieden en waar dat alternatief aan moet voldoen. Doe je dat niet, dan creëer je ongelijkheid en dat is logischerwijs niet toegestaan.

Keurslijf

Maar -en nu komt het goede nieuws!- er zijn al alternatieven. Bij de opleidingen Technology en Theologie hebben ze het keurslijf van de scriptie namelijk al eerder losgelaten. Bij Technology ligt dat misschien voor de hand, omdat taal in deze opleiding een minder grote rol speelt, maar Theologie is juist een opvallend talige opleiding. Hoe hebben ze dat aangepakt?

Bij Theologie kwamen ze tot dezelfde conclusie als ik, namelijk dat het schrijven van lange verslagen lastig is voor studenten met een functiebeperking en trouwens ook voor NT2-studenten. In plaats van zich blind te staren op de vertrouwde, maar doodlopende route, hebben ze de focus daarom verlegd naar de student.
Concreet betekent dit dat ze niet langer redeneren vanuit de vraag: ‘Wat zijn we gewend te doen?’ maar in plaats daarvan kijken naar de vraag: ‘Zijn de leeruitkomsten gehaald en denken we dat deze student zijn vak straks goed kan uitoefenen?’ Een soortgelijke redenatie volgen ze bij Technology.

Worstelen

Hoe langer ik erover nadenk, hoe mooier deze aanpak wordt; niet alleen voor studenten met een functiebeperking, maar voor alle studenten die worstelen met het schrijven van een scriptie. Zeker, ik ben een liefhebber van taal, maar ik zie een scriptie niet als de heilige graal.
Als de leeruitkomsten voor iedereen hetzelfde blijven, maar studenten mogen zelf bepalen welke vorm ze hanteren, dan voorzie ik een enorme stijging van de motivatie onder zowel studenten als docenten (het nakijken van een tekst die met bloed, zweet en tranen is geschreven, is tenslotte ook geen sinecure).

Ik kan dan ook niet wachten tot het voorbeeld van Technology en Theologie door andere opleidingen wordt gevolgd. Op dit moment beperken de alternatieven zich nog tot het maken van een website, of een Powerpoint in combinatie met een presentatie, maar wie weet kan daar in de nabije toekomst een documentaire aan worden toegevoegd, want de meeste dyslectici zijn geweldige beelddenkers.

Examencommissie

Voor mijn studente is de hulp te laat op gang gekomen. Bij haar opleiding geldt de regel dat pas na vijf kansen een alternatieve toetsvorm bij de Examencommissie mag worden aangevraagd. Ja, lees de voorgaande zin nog maar een keertje over en beeld je dan in dat je dyslectisch bent.
Wat doet het met je moraal als je tot vijf keer toe bevraagd wordt op iets wat je niet goed beheerst en ook nooit volledig zult beheersen? Die vraag mogen we ons best wat vaker stellen als we inclusiviteit serieus willen nemen.

Deze studente heeft het geluk dat ze strijdlustig is en beschikt over een benijdenswaardige hoeveelheid doorzettingsvermogen, maar ik betreur het dat ze die eigenschappen heeft moeten inzetten voor herkansingen die haar zelfvertrouwen keer op keer hebben ondermijnd. Ik had haar iets beters gegund.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *