Student en drummer Jurrie: ‘We zijn nuchtere boeren’
Bekend worden met je band: hoe doe je dat? Journalistiekstudent Jurrie Tulp is het aan het uitvinden. Zijn band Sorry John uit Emmen – ‘we zijn vier nuchtere boeren’ – timmert aan de weg via optredens, vlogs en een heus promotieplan. Ook staan twee singles op het punt gereleased te worden.
Het is voor Dion, Thijmen, Sven en Jurrie rustig geweest rond de feestdagen, maar nu gaan ze weer keihard aan het werk want in 2019 moet het gaan gebeuren. ‘We hebben twee singles opgenomen in de studio, en voor de release ervan hebben we een promotieplan gemaakt,’ vertelt Jurrie (23), tweedejaars journalistiek op Windesheim en drummer van Sorry John. De band maakt dansbare poprock, waar invloeden van onder andere Kings of Leon en John Mayer in te horen zijn. Jurrie wil nog niet zeggen wanneer de singles uitkomen (dat is een verrassing), maar wel dat het héél binnenkort gebeurt. ‘Ik ben superbenieuwd. We vinden onze nieuwe nummers zelf heel vet, dus hopelijk vindt de rest van de wereld dat ook.’
Optreden op Eurosonic
De singles zijn de aftrap van een jaar waarin Sorry John het groots aan wil pakken. ‘Vorig jaar stonden we op Bevrijdingsfestivals en andere podia. In 2019 willen we méér optreden. Op 18 januari staan we op Eurosonic. Dat is een showcasefestival: niet bedoeld voor publiek, maar voor mensen uit de muziekindustrie die bandjes kunnen boeken voor hun festival.’ En dan is er dus het promotieplan. Wat houdt zoiets in? ‘Er staat van alles in, bijvoorbeeld zo’n 200 namen in van mensen uit muziekindustrie die we gaan mailen. Verder staat erin hoe we social media gaan inzetten. We moeten de nummers onder de aandacht brengen, en tegelijkertijd mysterieus blijven tot aan de releasedatum.’
<< tekst loopt door onder video >>
Hun nummers schrijven de jongens al sinds de oprichting in 2015 zelf. Jurrie: ‘Ze ontstaan doordat we gaan jammen. Dion schrijft de teksten. Vervolgens komen Dion of Sven met de gitaarlijntjes en gooi ik er een drum onder. Thijmen speelt tot slot iets op de bas en zo ontstaat er een lekkere groove. We zijn goed op elkaar ingespeeld. Onze muzieksmaak is niet altijd gelijk, maar we hebben er een middenweg in gevonden. We zijn ook allemaal een beetje hetzelfde. Alle vier komen we uit Emmen, hoewel we er niet allemaal meer wonen. We zijn nuchtere boeren; we maken ook vlogs op Youtube en daarin praten we wel eens Drents.’
Studio van Kensington
Vanwege het harde werken van de band staan de studies soms op een lager pitje. ‘Soms missen we zelfs tentamens, maar ach, die kun je herkansen. Ook toen we in de studio stonden om onze singles op te nemen misten we het een en ander. Maar die studiotijd krijg je maar één keer. Bij ons allemaal gaat de band eigenlijk vóór studeren. Voor onze zanger, Dion, is het een beetje anders. Die studeert op het conservatorium, dus daar begrijpen ze het wel. Of mijn Windesheimdocenten begrip hebben voor mijn bandleven weet ik niet. Maar ik denk regelmatig ‘fuck it’. Ik ben nog niet van de opleiding getrapt.’
Het huren van de studio was voor de jongens heel belangrijk. ‘Er staan al twee nummers van ons op Spotify, maar die waren ooit opgenomen in een studiootje bij een vriend thuis. Wat we nu uitbrengen is het echte werk: in die studio heeft Kensington ook nummers opgenomen. De huur was aardig hoog: we hebben allemaal bij DUO aangeklopt en behoorlijk wat ingelegd. Met onze optredens verdienen we gelukkig wel geld. Dat gebruiken we niet individueel; we stoppen het in de bandpot. We betalen er bijvoorbeeld visitekaartjes van en kabels en andere spullen die we nodig hebben.’
Studentenmuziek
Kan Jurrie dan iéts vertellen over de singles die elk moment gereleased kunnen worden? ‘Nee, alles blijft geheim. Hoewel… ik kan wel zeggen dat de ene een rustige ballad is en de ander een steviger nummer. En in al onze muziek schrijven we over leuke dingen waar studenten mee kunnen relaten. Over uitgaan, alleen op een kamer wonen, dat soort dingen. We houden niet van droevige nummers en teksten. We willen juist de leuke kant van het studentenleven omschrijven.’
Silke Polhuijs
Foto: Jasper van Overbeek