NS Bedankt
Ik baalde. De rij aan de voorkant van station Meppel was lang. Ik stond daar omdat de trein niet verder reed door een overwegstoring. Wat dat precies was wist ik niet, wel dat er nu honderden mensen voor mij stonden te wachten op een bus naar Zwolle. Langzaam schuifelden we naar voren, ik zou mijn eerste afspraken op Windesheim niet halen. Een forse NS medewerker stuurde een meisje terug die op een slimme manier wilde voordringen. ‘Ik zie alles’, zei hij.
Na ruim drie kwartier kon ik eindelijk een bus in. Toen ik een plek gevonden had vroeg opeens iemand: ‘can I sit next to you? Een paar opgewekte ogen keken mij aan. De bus moest vol dus bromde ik ‘sure’. Hoe weet ik niet meer, maar we raakten in gesprek en de vrouw naast mij vertelde dat zij op bezoek ging bij familie in het buitenland. Waar ze zelf vandaan kwam, kon ze moeilijk zeggen. Ze had als kind in teveel landen gewoond. Ik vertelde dat ik dat in het klein heb door verhuizingen als kind binnen Nederland. Als iemand vraagt waar ik vandaan kom heb ik daar geen antwoord op.
Waar zij thuis was, zo’n wereldburger als zij? Ze moest er even over denken. ‘Waar mijn moeder met kerst is’, zei ze. Een fascinerend antwoord. Geen huis, geen stad, maar een tijdstip en een persoon: haar moeder en kerst. Het was het meest bindende moment voor haar en haar overal woonachtige familie. Ze vroeg hoe dat voor mij was, waar ik thuis ben. Ik herinnerde me een student die vertelde dat er een boom was waar hij graag in ging zitten. Dat was een plek van rust, stilte. Waar niemand iets van hem moest. Voor mijzelf dacht ik aan een aantal mensen en een klooster waar ik graag kom.
Ze vroeg door. Wie die mensen waren, wat ze voor mij betekenden. Hoe het is als er iemand van hen overlijdt. ‘Wat is dat eigenlijk voor iets, thuis voelen?’, vroeg ik haar. Maar voordat ik een antwoord had stopte de bus en zag ik dat de fietsenstalling achter station Zwolle. We moesten de bus weer uit en namen afscheid. Buiten gooide ze haar rugzak op haar schouders en liep in de richting van het station om een aansluitende trein te nemen. Ik ging op zoek naar mijn fiets.
Mijn planning die ochtend was helemaal in de war. Ik vond dat niet erg want ik had dit spontane gesprek niet willen missen. Ze was een onbekende, maar voelde vertrouwd. Niet eerder was ik de NS dankbaar voor een overwegstoring, wat het ook maar mag zijn.
Martin Jans is studentenpastor van Windesheim, ArtEZ en KPZ Zwolle