Wat je ouders geloven
Hij geloofde niet in God. Het idee dat er een God zou bestaan was verdwenen, wanneer dat precies was geweest wist hij niet meer. Af en toe ging hij nog wel eens naar een kerk, maar dat was meer voor zijn ouders. Dat hij een atheïstische vriendin had wisten die nog niet. “Voor mijn ouders is het geloof zo belangrijk, als ze daar achter komen is dat voor hen een ramp”, zei hij tegen een vriend. Die antwoordde: “Het gaat toch om jouw leven en niet om dat van jouw ouders”.
Hij zat in een stoel op mijn kamer, één van zijn voeten leunde op de tafel tussen ons in. Zijn vriend had wel een punt maar geen gelijk zei hij. Het lag ingewikkelder. Hij miste ook echt iets doordat hij zijn geloof kwijt was geraakt. Het verbond hem met anderen, ook met zijn ouders. Trouwens, hij wilde hen helemaal geen ramp aandoen. Maar zichzelf voor de gek houden wilde hij ook niet. Daar zat hij tussenin.
Een paar dagen later zat in dezelfde stoel een andere student. Via via had hij informatie gezocht over geloven. Het fascineerde hem. In zijn omgeving deed niemand daaraan. Sterker nog, “Ze maken het belachelijk”, zei hij, “mijn ouders voorop”. Laatst was het ter sprake gekomen naar aanleiding van een programma op tv. Hij was naar zijn kamer gegaan om hun negatieve oordelen niet meer aan te hoeven horen.
Hij deed mee aan een meerdaagse ontmoeting over geloof. Zijn ouders had hij verteld dat hij ‘iets met medestudenten’ ging doen, bewust vertelde hij hen niet meer. Toch had hij wel eens iets laten vallen over zijn interesse in geloven. Niet veel later had zijn moeder hem gewaarschuwd: “Je moet daar niet te veel mee doen, dat is niet goed voor je”. Hij besloot zijn mond er verder maar over te houden.
Ze leken op elkaar, deze twee studenten. Het gesprek ging niet eens zozeer over geloof, als over hun ouders. Over hoe ze zich verbonden voelden met hun ouders en hoe lastig die dat maakten. Hoe ze zichzelf trouw willen zijn. “Waarom laten ze mij niet wat vrijer”, zei de een. “Ik zou zo graag willen dat ze geïnteresseerd zijn in mij en gewoon vragen wat ik vind of hoe dat voor mij is”, zei de ander.
Wat maakt dat zo moeilijk?
Martin Jans is studentenpastor van Windesheim, ArtEZ en KPZ Zwolle