Het wel of niet afschaffen van het Bindend Studieadvies (BSA) was afgelopen studiejaar het meest besproken nieuws uit de hogeschoolkrant. Na veel discussie besloot Windesheim een experiment aan te gaan bij domein BMR: slecht presterende eerstejaars worden daar niet meer weggestuurd.
De discussie begint vlak na de zomer van 2018 in Den Haag, met een voorstel van minister van Engelshoven, dat de norm voor het BSA wel omlaag kan naar 40 punten (op Windesheim ligt de BSA-norm op 54 punten). Het BSA, bedoeld om ongeschikte studenten te weren, zou zijn doorgeschoten en te vaak worden gebruikt als selectie-instrument. Het wegsturen zou te hard zijn voor studenten die nét niet genoeg op gang komen. Uit landelijk onderzoek blijkt dat veel weggestuurde studenten diezelfde studie toch gewoon afmaken aan een andere onderwijsinstelling. Moet het BSA afgeschaft worden?
Voor Windesheim, die een paar jaar geleden de BSA nog verhoogde van 50 naar 54 punten, zou afschaffen een enorme ommezwaai zijn. Op de hogeschool ontstaan, net als elders in het land, kampen van vóór en tegenstanders. De lat hoog leggen is goed voor de kwaliteit van het onderwijs en zorgt dat studenten beter presteren, vinden tegenstanders van afschaffing. Maar zonder het BSA kun je meer doen voor een student die je graag wilt houden en je kunt de uitval beperken, zeggen voorstanders van afschaffing.
Windesheims collegevoorzitter Henk Hagoort is voorstander van afschaffen vanaf het eerste moment. “Uitgangspunt van onze strategische koers is dat niemand onnodig uitvalt en daarbinnen past een discussie over het BSA.” In november maakt hij bekend dat hij zo snel mogelijk een nieuwe visie wil op het BSA, zodat een aangepaste regeling in studiejaar 2019-2020 in kan gaan.
Als de centrale medezeggenschapsraad, die de stemming moet peilen bij opleidingen, in de maanden daarop steeds maar geen standpunt inneemt, hakt het bestuurscollege de knoop door: een voorstel voor het Windesheimbreed afschaffen van de BSA wordt voorgelegd. De harde norm zal veranderen in een zachtere norm, zodat eerstejaars in het tweede jaar hun achterstanden kunnen inhalen.
Op datzelfde moment plaatsen deelraad en opleidingscommissies van domein Techniek een bezorgde brief in de hogeschoolkrant: ‘Hoe zal de buitenwereld reageren als op Windesheim de kwaliteit wordt losgelaten? En hoeveel extra kosten brengt langer studeren met zich mee voor de instelling en voor de studenten zelf?’
In februari lijkt de centrale medezeggenschapsraad het kamp te kiezen van de tegenstanders van afschaffing. Een maand later zegt ze ‘nee’ na een harde confrontatie met het bestuurscollege. “We bespeuren onvoldoende draagvlak bij de achterban en willen de mogelijkheid behouden om studenten weg te sturen”, aldus cmr-voorzitter Cor Niks.
Hagoort stelt daar tegenover dat bepaalde opleidingen graag een experiment aan willen gaan met het loslaten van de norm. In eerste instantie wijst de raad het voorstel voor zo’n experiment af en wil pas volgend jaar verder praten. Maar volgens Hagoort staan de opleidingen van domein Business, Media en Recht (BMR) te springen om het experiment komend studiejaar te beginnen. Uiteindelijk zwicht de raad en gaat op het nippertje akkoord. BMR (met uitzondering van het WHC) start in september een twee jaar durend experiment.
Groei Flevoland
Ander nieuws uit studiejaar 2018-2019, in de categorie verrassend goed: Windesheim Flevoland groeit veel harder dan verwacht. De Almeerse vestiging schrijft in september 1650 nieuwe eerstejaars in, maar liefst 400 meer dan een jaar eerder. Flevoland is veranderd van een zorgenkind in een hogeschool die groeit als kool.
Een half jaar later blijkt dat Almere vanwege de sterke groei eerder dan verwacht verder kan zonder externe financiers. Eerder zou die financiering doorgaan tot 2026, maar nu lijkt die eind 2019 al te kunnen stoppen. Het domein wordt waarschijnlijk per 2020 binnen de normale Windesheimbegroting gebracht.
Met de groei wordt het ook tijd dat de jonge locatie in de polder meer in de pas gaat lopen met de rest van de hogeschool: in een notitie wordt vastgelegd hoe beter en gelijkwaardig kan worden samengewerkt tussen Almere en Zwolle.
Ernest Mettes