Dankzij de afschaffing van de basisbeurs en de introductie van het leenstelsel is een ‘stuwmeer’ van vele miljoenen ontstaan. Dat geld moet de komende jaren besteed worden aan verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De afgelopen maanden is op Windesheim keihard gewerkt aan een plan dat hopelijk aan de gestelde eisen voldoet.
Honderden miljoenen moeten er de komende jaren terugvloeien naar het onderwijs, maar die mogen alléén ten goede komen van de kwaliteit. En dat is niet de enige eis. De bestuurscolleges van hogescholen en universiteiten kunnen niet zelfstandig beslissen waar dat geld aan zou worden besteed. De minister, de koepels VSNU en Vereniging Hogescholen, en de studentenvakbonden ISO en LSVb, spraken af dat de plannen voor de besteding van de ‘kwaliteitsgelden’ tot stand moeten komen in goed overleg met de CMR, en de Raden van Toezicht.
Criteria en thema’s
Die plannen worden vervolgens beoordeeld door accreditatieorgaan NVAO. Die gaat controleren of de procedures correct zijn gevolgd – én ze let op de inhoud. Daarvoor zijn er drie criteria: leveren de voorgestelde bestedingen inderdaad, zoals afgesproken, een bijdrage aan de kwaliteit van het onderwijs? Sluiten de bestedingen aan bij de visie van de hogeschool op onderwijs? En ten derde: sluiten de bestedingen aan bij de zes thema’s die de bovengenoemde vier organisaties hiervoor hebben opgesteld? Die thema’s zijn: onderwijsdifferentiatie, waaronder talentontwikkeling binnen en buiten de studie; professionalisering van docenten; onderwijsfaciliteiten; begeleiding van studenten en studiesucces (inclusief doorstroom, toegankelijkheid en gelijke kansen).
Vele miljoenen
Het gaat om aanzienlijke bedragen. Windesheim heeft voor dit jaar al 5,7 miljoen ontvangen. Dat bedrag zal de komende jaren oplopen tot, zo is de indicatie, 16 miljoen in 2024. Maar eigenlijk zijn die investering al veel eerder begonnen, legt CvB-secretaris Astrid Metzelaar uit: ‘In de jaren 2015/2018, toen duidelijk werd dat de kwaliteitsgelden eraan kwamen, heeft Den Haag de hogescholen en universiteiten gevraagd om alvast te beginnen met “voorinvesteringen”. Daar waren verder geen criteria aan verbonden maar we hebben erop gelet dat we dat deden in de kwaliteit van onderwijs. En als je ergens jarenlang in investeert, dan hou je daar niet een-twee-drie mee op. Dus hebben we besloten om een deel van de gelden voor 2019, namelijk 3,8 miljoen, te besteden aan lopende projecten waar we al in voor-geïnvesteerd hadden. Deze passen bij de landelijke criteria.’
Studentbegeleiding
Een onderwijsinstelling hoeft niet per se in álle zes thema’s te investeren. Je kunt als hogeschool keuzes maken op grond van je onderwijsvisie. Voor Windesheim is dat de Strategische Koers, en besloten werd om de investeringen te concentreren op studentbegeleiding, flexibilisering van het onderwijs, verbinding theorie en praktijk en lerend netwerk. Binnenkort zal een panel van de NVAO Windesheim bezoeken om te kijken of alles volgens de regels is gebeurd.
Metzelaar: ‘Het kwam bij ons mooi uit dat we het bezoek van het panel konden koppelen aan de komende ITK, de Instellingstoets Kwaliteitszorg. Ze komen hier eind oktober langs, en daarna eind november weer. Vooral vanwege de ITK maar we weten dat in ieder geval één onderdeel van hun onderzoek (de vijfde ‘trail’) betrekking zal hebben op de kwaliteitsafspraken. Dus dan zullen ze de RvT, het College en de CMR bevragen, en bijvoorbeeld ook kijken of de studenten en medewerkers voldoende bij het proces zijn betrokken. En wat ook heel belangrijk is: wat zijn de concrete plannen voor de komende jaren? Gaat dat werken?’ Zit het goed met die betrokkenheid van medewerkers en studenten? ‘Ik denk het wel, dankzij de meetings die we hebben georganiseerd en de individuele interviews die CMR-leden hebben gehouden.’
Oordeel NVAO in december
Metzelaar verwacht het oordeel van de NVAO ergens in december. Als dat positief uitvalt, is Windesheim voor drie jaar zeker van vele miljoenen aan kwaliteitsgelden. ‘Maar we weten inmiddels dat goedkeuring geen vanzelfsprekende zaak is. Enkele hogescholen, die al beoordeeld zijn, hebben een onvoldoende gekregen en moeten hun “huiswerk” opnieuw doen.’ Dat kost ze tijd en geld. Het grote struikelblok is waarschijnlijk de eis voor de komende drie jaar concrete plannen te ontwikkelen.
Metzelaar: ‘Zo ver vooruit kijken is natuurlijk heel lastig. Ik denk dat enkele hogescholen dát onderdeel hebben onderschat. Daarom zijn we hier de afgelopen maanden druk bezig geweest om die plannen voor de komende jaren zo concreet mogelijk uit te werken. En dan maar hopen dat we groen licht krijgen.’ (MH)