Maarten: Een opleiding in verwarring (4)

Na een paar weken thuiszitten vliegen studenten tegen de muren. Student Maarten Kors probeerde of hij de campus nog inkwam.

‘Studenten leven allemaal in hun eigen wereldje’

Ik ken studenten die nog vrolijk in real-life met elkaar afspreken om te chillen: ‘We houden ons toch aan de anderhalve-meter-regel!?’. Anderen hebben hun kamer opgezegd en zitten de tijd uit op hun ouderlijke boerderij, helemaal zen tussen de koeien en dartelende lammetjes. Nu de sportscholen dicht zijn werken sommige studenten zich in het zweet op hun zolderkamer. En zijn er ongetwijfeld ook die deze zomer een hoop onbedoelde Coronakilo’s met zich meezeulen.

Wat ons allemaal bindt is dat we verlangen naar het gewone leven. Wie had ooit kunnen bedenken dat we na drie weken lockdown reikhalzend uit zouden kijken naar doodnormale dingen als een avondje in de kroeg, een middagje bioscoop of een lekker potje voetbal in een uitzinnig stadion. Het zijn de ontwenningsverschijnselen van een leven dat drukker was dan de meesten van zichzelf dachten. Pas als de dingen er niet meer zijn begin je ze te waarderen.

Sommige studenten kregen zelfs last van ernstige heimwee naar de muffe lucht en plasticbekertjeskoffie van de Zwolse campus. Speciaal diegenen op wie de muren afkomen na een paar weken thuiszitten. Ik hoorde dat er toch elke dag een handjevol studerende studenten op de campus is, terwijl de toegang officieel alleen is voorbehouden aan medewerkers die er noodgedwongen moeten zijn. Windesheim heeft wel nog steeds op haar site staan dat gebouw C en F van acht uur ‘s ochtends tot vier uur ‘s middags geopend zijn.

‘Waarom ook niet?’ dacht ik bij mezelf. In de uitgestorven gebouwen is afstand houden toch een fluitje van een cent. Eenmaal verbonden met Eduroam zou niets mij meer kunnen stoppen. Geen ouders die ruzie maken over huishoudelijke wissewasjes, geen luide telefoongesprekken, postbezorgers en blaffende honden in de buurt. Precies wat ik nodig had in mijn drukke praktijkweek.

De mevrouw achter de balie waar ik mij moest registreren begroette mij vrolijk met ‘U komt hier vandaag lekker werken meneer’. Toen ze mijn studentenkaart zag spatte de droom van een dagje onbekommerd focussen op mijn deadlines uiteen. Ik kon rechtsomkeert maken naar huis. ‘Studenten zijn hier niet meer welkom’, sprak ze streng.

Voor sommige mensen voelt de Coronacrisis als een vakantie zonder einddatum. Voor anderen brengt het ontzettend veel stress met zich mee. Iedereen heeft zijn eigen belevingswereld. Nu we elkaar bijna niet meer face-to-face spreken is het een stuk lastiger om je in de ander te verplaatsen.

Ik woon bij mijn moeder die met haar twee auto-immuunziektes als de dood is het virus te krijgen. Als ze in het huidige stadium van de pandemie opgenomen wordt op de IC is het nog maar de vraag of ze het er levend vanaf brengt, aldus haar internist. Het liefst zou ze mij dan ook aan mijn bureau vastketenen of op zijn minst achter het behang plakken. Iedereen is in haar ogen een potentiële besmettingsbron.

Ik voel niet de angst die mijn moeder voelt, wel wil ik af en toe vluchten van de dagelijkse beslommeringen en mij ergens afzonderen. Tegelijk mis ik mijn vrienden en zou ik dolgraag weer met ze afspreken. Ik doe het alleen niet. Hoe moeilijk dat soms ook uit te leggen is aan de onbekommerde types die denken dat ze geen gevaar lopen.

Maarten Kors is tweedejaars student Journalistiek

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *