Windesheim denkt na over de ‘1,5 meter-hogeschool,’ om snel weer te kunnen beginnen met fysiek onderwijs. Hoe gaat het leven op de campus er uitzien als je niet meer dicht bij elkaar kan komen?
Freek Morren (22), derdejaars journalistiek:
“Ik kan niet wachten om weer naar Windesheim te gaan. Op Teams is het toch een beetje een dooie boel. Ik mis het contact met medestudenten, geintjes maken onder colleges, ouwehoeren bij de koffieautomaat. Ik denk dat dit ook op anderhalve meter afstand nog heel goed mogelijk is. In mijn omgeving geeft iedereen elkaar de ruimte. Dus waarom zou het op Windesheim niet kunnen?
De klassen moeten dan wel opgesplitst worden in kleinere groepjes. Ik verwacht dat hoorcolleges helemaal niet meer doorgaan. Met zijn allen in zo’n grote zaal is er voorlopig even niet bij. Dat vind ik helemaal niet erg, hoorcolleges waren toch al niks voor mij. Dat is iets dat in mijn ogen prima op afstand aangeboden kan worden.
Ik ben bang dat een broodje halen in de kantine binnenkort ook niet mogelijk is. Studenten staan daar in de pauzes hutjemutje op elkaar. We gaan weer ouderwets ons eigen broodbakje en een thermosfles koffie meenemen. Dat hoeft de pret niet te drukken.”
Pascal Nieuwenhuis (21), vierdejaars global project and change management:
“Ik denk niet dat iedereen tegelijk naar school kan. Misschien kunnen ze de dagen dat studenten naar school gaan afwisselen, net als in het basisonderwijs. Ik ben er na een paar weken wel achter dat online onderwijs je wereld erg verkleint. Heel veel studenten verdwijnen nu ook in het gamen, of kunnen de discipline niet opbrengen om thuis te werken.
Ik kijk uit naar mijn diploma-uitreiking. Dat is het gezelligst als we met zijn allen bij elkaar kunnen zijn zonder anderhalve-meter afstand. Ik hoop dat ik iedereen dan gewoon weer een knuffel kan geven. Het is misschien wel de laatste keer dat je veel klasgenoten ziet. Misschien is dat ook wel een ding van het honours college hoor, dat we wat knuffelig zijn.”
Anne van der Sluis (24), vierdejaars hbo-rechten:
“Ik denk dat de gezelligheid onderling hetzelfde zal blijven, de manier waarop we die gezelligheid beleven wordt wel anders. De klik die je met mensen hebt verandert niet door het Coronavirus. Je ziet elkaar alleen minder vaak, ook zal je minstens anderhalve meter afstand van elkaar moeten houden. Ik weet niet of dat haalbaar is op Windesheim, er lopen hier op een doordeweekse dag toch duizenden studenten rond.
Ik begrijp de wens om terug te gaan naar het oude normaal. Toch denk ik niet dat het verstandig is om de deuren gelijk weer te openen. Alle grootschalige evenementen zijn tot 1 september afgelast. Daarna kunnen we misschien de draad weer voorzichtig oppakken.
Het is belangrijk de situatie te accepteren en er het beste van te maken. Stressen gaat je niet verder helpen. Uiteindelijk ben jij het die bepaalt hoe je met een bepaalde situatie omgaat.”
Iris Hartevelt (18), tweedejaars journalistiek:
“Wat ik het meeste mis, is het contact met docenten en mijn vriendinnen. School is toch de plek waar iedereen samenkomt. Ik denk niet dat de anderhalve-meter-regel gaat werken op Windesheim, de beruchte trappen van gebouw X zijn twee meter breed. Dan kan je elkaar dus niet passeren.
“Ik denk dat een half/half-regel de beste oplossing is. De ene helft van de studenten twee dagen in de week naar school, de andere helft drie dagen. De week daarop omgedraaid. Het zal heus ooit weer worden zoals het was, maar het zal nooit meer hetzelfde voelen. We maken nu allemaal dezelfde ervaring mee. Ik denk dat het gevoel van vrijheid na de Coronacrisis alleen maar groter zal zijn. We leren de vrijheid om naar school te gaan weer waarderen nu we dat een tijdje niet kunnen.”
Jacqueline Biemold (28), vierdejaars lerarenopleiding scheikunde:
“Ik ga liever vandaag dan morgen weer naar de hogeschool. Ik moet onder de mensen zijn, anders wordt ik doodongelukkig. Gelukkig heb ik de collega’s van mijn bijbaan in het laboratorium nog. Daar hebben we al moeite om anderhalve meter afstand van elkaar te houden, op een grote hogeschool als Windesheim zie ik het eerlijk gezegd helemaal niet gebeuren.
Voor de jaarlijkse griepgolf nemen we toch ook niet zulke drastische maatregelen? Ik denk dat je het Coronavirus daar het beste mee kunt vergelijken, alleen de IC-capaciteit is onvoldoende bij veel Coronabesmettingen. Ik ben niet bang voor mijn medestudenten en ook niet voor docenten. De generatie daarboven loopt het meeste risico, hen moet je beschermen.
Op het moment dat er weer een piek in de IC-opnames ontstaat wil ik best anderhalve meter afstand bewaren. Maar dat moet niet ‘het nieuwe normaal’ worden. Anderhalve meter afstand is onnatuurlijk en niet te handhaven. Wat mij betreft gooit Windesheim gauw de boel weer open.”
MAARTEN KORS
