Het interview met cmr-voorzitter Claudia Tempels waarin ze kritisch kijkt naar de flexibilisering van het onderwijs plus de reactie van het cvb middels een open brief leidde tot verschillende gedachten van Windesheimers. Lees hier de reactie van hoofddocent lerarenopleidingen AVO Ellen Kloet:
Ik vind dat Claudia het heel mooi verwoord. Ze focust in het artikel op het gesprek binnen de hogeschool en stelt de vraag of er ruimte is voor tegenspraak. Daar sta ik helemaal achter en ik zou dit graag behoefte aan diepgang willen noemen. En ook ik voel de behoefte om diepgaand te verkennen wat we nu eigenlijk bedoelen met ‘regie’ en ‘de student’ en ‘flexibilisering’. En dan niet in de vorm van uitleggen of overtuigen, maar diepgaand, onderbouwd en verrijkend.
Als ik naar de strategische koers kijk, dan zie ik twee dingen. De inhoud van de strategische koers en het proces van veranderen. In de strategische koers staan behoorlijk wat ‘floating signifiers’, begrippen die plaatselijke verdieping en toepassing nodig hebben. Begrippen die ook tegengesteld aan elkaar kunnen zijn en soms anders zijn dan de huidige praktijk in een onderwijsteam. Kortom, de strategische koers is een complex vraagstuk voor de opleidingsteams.
Veranderkundig is dan de vraag hoe geef je een innovatieproces vorm waarbij complexe vraagstukken in de opleidingsteams diepgaand verkend en doorleefd gaan worden. En hoe geef je leiding aan zo’n veranderproces? Gelukkig zijn we niet de eersten die voor een innovatie-uitdaging geplaatst worden en kunnen we veel leren uit de theorie en de veranderpraktijken van anderen. Een paar spelregels uit de literatuur:
1. Bij complexe vraagstukken is de oplossing om kleinschalig en diepgaand te werken (Vermaak, 2009). Complexe vraagstukken gaan over het hart van het primaire proces, het is een nogal verknoopte en ingewikkelde toestand en er is geen quick fix. Het is belangrijk om niet te doen alsof een quick fix wel mogelijk is.
2. Fullan (2009) stelt dat je nooit de ander kan veranderen. Voor mij betekent dat, dat het noodzakelijk is om na te denken over het faciliteren en ruimte geven aan degene die de nieuwe koers tot leven gaan brengen.
3. In het proefschrift van Coppoolse (2018) kun je lezen welke momenten cruciaal zijn voor de voortgang van een innovatieproces. Ik vind het leerzaam dat juist de verbinding tussen de initiatiefnemers van de verandering en degene die het initiatief vleugels gaan geven een kritisch moment is. Aan het uitleggen van de ‘why’ komt op een gegeven moment een eind. Je zult je kindje los moeten laten en aan anderen over moeten laten. Die moeten ruimte krijgen om zich het initiatief toe te eigenen (Weick, 2012).
4. In mijn eigen onderzoek concludeer ik dat de interactie over innovatie-initiatieven een belangrijk onderdeel is voor de voortgang van het innovatieproces. Interactie gaat twee kanten op, van initiatiefnemers naar de opleidingsteams en vice versa. Ik heb een model ontwikkeld met daarin twee assen: die van diepgang en die van gewenst gedrag. Op heel veel terreinen kunnen zich hier ongewenste incidenten voordoen, bijvoorbeeld door groepen weg te zetten: ‘niet van deze tijd’ of ‘kleilaag’. Daarmee wordt bepaald gedrag als niet-wenselijk gelabeld terwijl de ander bezig is om zich diepgaand met de materie te verbinden.
Mijn wens is dat we dankzij het initiatief van Claudia diepgang kunnen aanbrengen in het toe-eigenen van de strategische koers. Dat we minder gewenst gedrag gaan tonen, maar meer onderbouwing en verrijkende gesprekken hebben over de praktijk van het onderwijs en onze studenten. Niet voor niets neem ik in deze brief ook wetenschappelijke literatuur op, ik mis het verdiepende gesprek met elkaar. Dat we elkaar veel vragen stellen en verrast worden door de antwoorden en inzichten van anderen. Dat we vooral ook veel vragen stellen aan onze studenten, en samen met hen optrekken in de vormgeving van nieuwe leeromgevingen. Daar draait het uiteindelijk om.
Ellen Kloet is hoofddocent lerarenopleidingen AVO
Waar kunnen we de bijdrages over de strategische koers van Claudia, Ellen en Anneke ‘liken’ ? Ik beluister in hun betogen de oproep om vooral na te blijven denken en dat te doen op basis van onderwijskundige en veranderkundige kennis waarbij we onze eigen professionele wijsheid serieus moeten nemen. Het is verfrissend wanneer constructief kritische geluiden openlijk ruimte krijgen. Met deze ‘dwarsliggers’ wordt het fundament Windesheim-spoor alleen maar beter.