Het interview met cmr-voorzitter Claudia Tempels waarin ze kritisch kijkt naar de flexibilisering van het onderwijs plus de reactie van het cvb middels een open brief leidde tot verschillende gedachten van Windesheimers. Lees hier de reactie van docent Lydia van der Streek:
Op 1 mei werk ik twaalf en een half jaar op Windesheim bij de opleidingen Bouw & Infra in het Domein Techniek. Ik geef les en ik begeleid nieuwe docenten die starten met lesgeven in het Domein. In de jaren dat ik bij Windesheim werk zijn allerlei onderwijsvernieuwingen top-down doorgedrukt. ‘Moet dat of mag dat?’ vraagt één van mijn collega’s altijd bij weer zo’n nieuw plan. Als het mag dan doen we het toch liever zoals we het zelf belangrijk vinden. En als het moet…..Tja, dan is het niet anders, dan moeten we een list verzinnen. Meestal komt het erop neer dat we gaan proberen dat wat we altijd al doen in het nieuwe systeem te ‘proppen’. De strategische koers is wat mij betreft de ultieme belichaming van zo’n top-down besluit. Het mag niet, het moet.
Begrijp me goed: Ik ben een groot voorstander van het verbeteren en ontwikkelen van onderwijs. Ik geloof in meer contact met het bedrijfsleven, meer authentiek onderwijs, minder toetsen en meer leren. Er is altijd ruimte voor verbetering, maar ik geloof vooral in het soort vernieuwing dat voortkomt uit de behoefte van docenten en studenten.
Voor verandering en verbetering heb je tijd en energie nodig. Maar dat is nu juist wat we niet hebben. Tot over onze oren in een Corona-pandemie proberen we onze studenten actief te houden en te motiveren terwijl op hetzelfde moment in een moordend tempo de zoveelste tranche van de leeruitkomsten-exercitie erdoor gedrukt wordt. We worden daarbij ‘gesteund’ door mensen die speciaal voor dat doel op aarde lijken te zijn. Mensen in innovatieteams en commissies die op dit moment niet bezig zijn een groep depressieve achttienjarigen op te beuren, maar de hele dag de tijd hebben om samen de volgende tranche voor te bereiden. Deze mensen hebben bijzonder genoeg heel weinig contact met mij en mijn collega’s maar wel heel erg veel met elkaar.
Om een brug te ontwerpen die ook daadwerkelijk blijft staan, is een stevige technische basis nodig. Daarvoor is bij onze opleidingen een basisprogramma van twee jaar opgezet met doorlopende leerlijnen, met daarna allerlei mogelijkheden tot keuze en verbreding. Met dit idee staan we al jaren op nummer één in de Elsevier Keuzegids. Maar goed, dat is niet belangrijk, want blijkbaar is het programma nog niet flexibel genoeg of uitdagend, of persoonlijk.
En daarom ben ik nu samen met mijn collega’s bezig het curriculum op te delen in eenheden van 5 EC, want dat moet. En dan gaan we leeruitkomsten schrijven. En dan zijn we heel veel tijd en energie kwijt om een kwalitatief goede opleiding om te bouwen tot iets dat hopelijk nog steeds even goed is terwijl we geen tijd hebben gehad om te investeren in onze relatie met bedrijven, didactische scholing voor onze docenten en het bouwen van mooie lessenseries.
Ik ben het dus hartgrondig eens met Claudia Tempels. En ik hoop dat er nu eens geluisterd gaat worden naar de mensen die op Windesheim lesgeven. Maar heel eerlijk gezegd heb ik er een hard hoofd in. Uit de reactie van het CvB op het interview blijkt weinig nieuwsgierigheid of verwondering. En daar begint elke goede verandering wat mij betreft mee.
Lydia van de Streek is docent bij Techniek