’s Ochtends neem ik een kopje koffie. Correctie. Eerst draai ik me honderd keer om, roep ik dat ik ‘écht nog niet uit bed wil’, ‘of het al bijna vrijdag is’ en dat ik ‘ZO moe ben’. Daarna zet ik een kopje koffie. Een cappuccino, want zwart lust ik ‘m niet.
Na het bezoekje aan het toilet – waar mijn huisgenoot álweer lege wc-rolletjes aan het sparen is – douche ik te lang en stationeer ik mij achter de laptop. Soms trek ik schoenen aan, zodat het voelt alsof ik daadwerkelijk op pad ben. Terwijl de stapel afwas en de kruimels op de vloer mij eraan herinneren dat ik echt nog steeds in huis zit.
Ik zou een ommetje kunnen maken, een stukje fietsen op de racefiets of een thuis work-out kunnen doen, maar dat past dan weer niet zo bij mijn gewoontes. Sterker nog: ik plof neer op de bank om aan mijn zoveelste Netflix, Amazon Prime of Videoland-marathon te beginnen. De Kardashians blijven mij verbazen.
Ik scrol door mijn telefoon en vind wat recepten op Pinterest, die ik in het echt waarschijnlijk nooit ga maken. Doe wat kleding in mijn online winkelmandje, die ik waarschijnlijk nooit ga kopen en bekijk een nieuwe thuis work-out. Die ik dus waarschijnlijk nooit ga doen.
Ik kook of bestel wat eten, app met mijn vrienden en ga in bad. Bij het zien van mijn derde rol (vet, ik heb het over vet) bedenk ik mij dat een sapkuur niet verkeerd zou zijn. Ik trek mijn joggingsbroek aan en kijk naar Martien Meiland, die mijn dag elke keer weer wat vrolijker maakt. Met een wijntje, prima sapkuur.
Maar dan. Het eerste wijntje op het terras. Schaal met bittergarnituur als avondeten en de zon op mijn gezicht. Ik denk dat ik écht een racefiets aanschaf. Niet online, maar in de winkel. Ik huppel naar de sportschool en bel een vriendin of ze vanavond uit eten wil. Gewoontes, de afgelopen maanden waren ze beperkt. Het is tijd voor nieuwe. Het einde is in zicht.