Een bal hooghouden terwijl je er trucs mee doet: freestyle voetbal is niet makkelijk. Sportkundestudent Mike van de Streek leert kinderen met zijn onderneming StreetSkills dat het toch mogelijk is. Én gezonder dan gamen.
Het kan jaren duren voor je ingewikkelde trucs onder de knie hebt. “Maar,” vertelt Mike, “de sport zelf is heel laagdrempelig. Als je een bal hebt, kun je gelijk beginnen. Een team heb je niet nodig. Je kunt gewoon naar buiten lopen, alleen of met een vriendje, en gaan oefenen. Dat wil ik kinderen laten zien. Dat het leuk en makkelijk is om buiten te bewegen, weg van de Playstation.”
Trucjes op Instagram
Om dat te bereiken, is Mike tijdens de coronapandemie StreetSkills begonnen. “Ik had opeens veel tijd over. Ik deed al aan freestyle voetballen, maar stopte er nu nog meer tijd in. Ik begon mijn oefeningen te filmen en op Instagram te zetten en zo kwam ik in contact met een oud-voetbaltrainer van me. Hij vond het mooi wat ik deed en samen besloten we dit bedrijf op te richten.”
“Samen met andere freestyle-voetballers reis ik nu door Nederland om kinderen enthousiast te maken. We gaan langs voetbalverenigingen, scholen en campings. Door middel van shows laten we onze trucs zien. En in de clinics gaan kinderen zelf freestylen.”
Topondernemer
Mike heeft grote plannen met StreetSkills. “Ik ben bezig met het opzetten van een ‘freestyle academy’, waardoor kinderen vaker lessen kunnen volgen. Uiteindelijk wil ik de grootste freestyle-organisatie van Nederland worden. Zo kan ik freestyle voetbal zo groot mogelijk maken, er zit nog zoveel groei in deze sport.”
Het starten van zijn onderneming pakt zo goed uit, dat Mike afgelopen november zelfs de Topondernemersverkiezing van Windesheim won. De prijs is bedoeld voor studenten die naast hun studie ook een eigen onderneming hebben. Mike won een bokaal en 500 euro startkapitaal. “Dat kan ik goed gebruiken voor de academy. Ik ben heel blij met mijn prijs, en met de reden dat ze mij hebben uitgekozen. Vooral het feit dat StreetSkills iets doet voor de maatschappij heeft ervoor gezorgd dat ik heb gewonnen. Ik doe dit niet alleen om geld te verdienen, ik wil echt iets betekenen voor kinderen.”
Vrienden maken
Want freestylen is volgens Mike niet alleen leuk, het is ook gezond. “Veel kinderen zitten binnen. De verleiding is groot om de hele dag te zitten gamen. De pandemie helpt natuurlijk ook niet mee, alles zit dicht. Sporten is hartstikke gezond voor kinderen. En het zorgt ervoor dat ze contact leggen met anderen. Voor mij was sport de plek waar ik al mijn vrienden leerde kennen. En dat is nog steeds zo. Sport brengt mensen bij elkaar.”
Freestyle voetbal is daarnaast een makkelijke en toegankelijke manier om te bewegen, zegt Mike. “Kinderen willen niets anders dan plezier hebben en doen waar ze zin in hebben. Deze sport is daar perfect voor. Bij gewoon voetbal moet je doen wat de trainer zegt. Logisch, je speelt in een team. Maar met freestylen kun je je eigen trucjes kiezen. Je kunt zelfs creatief doen en eigen trucs ontwikkelen. Dat vinden kinderen fantastisch. Vooral als ze daarna onze show zien. Dan denken ze: wow, dit is gaaf. Hier wil ik meer van leren.”
Veel leren
Dat leergierige van kinderen vindt Mike fantastisch. “Ik geef les aan kinderen van verschillende leeftijden. Bij de jongere kinderen is het meer spelend leren, maar als ze tussen de 10 en 16 jaar zijn kunnen ze veel leren in korte tijd. Deze kinderen zullen eerder thuis oefenen. En ze willen er graag goed in worden. Kinderen pakken snel dingen op, vooral als ze gemotiveerd zijn. Ze zijn ook heel puur. Als ze iets niet leuk vinden, zeggen ze dat gewoon. Daardoor kan ik me steeds aanpassen aan de groep. Dat maakt werken met kinderen superleuk.”
Snelheid en techniek
Hoewel kinderen graag leren, is freestyle voetbal niet makkelijk. “Je hebt veel inzet nodig en het lastige is dat je niet direct resultaat ziet. Wat ik kinderen vaak leer is de truc ‘rondje om de wereld’. Dan hou je je voet hoog en raak je hem zo aan dat je een rondje maakt om de bal. Zelf kan ik die truc drie keer in één beweging, zonder dat de bal de grond raakt. Maar dat vind ik nog wel moeilijk, hoor. Ik kan het niet 1-2-3 laten zien, daarvoor oefen ik nog steeds. Ik ben er al een paar jaar mee bezig.”
“Toch hoeven kinderen in het begin nog niet zo druk te zijn met ingewikkelde dingen. Eerst oefenen ze met de basis. Met hun snelheid en techniek. Pas daarna ga je je ontwikkelen. En niet iedereen hoeft en wil wereldkampioen te worden, natuurlijk. Ik vind het in ieder geval belangrijk om kinderen te leren dat als ze echt iets willen, ze het kunnen bereiken.”
Tekst: Silke Polhuijs
Foto: Jasper van Overbeek
