Om de zoveel tijd, meestal op de Internationale Dag van de Leraar, word ik gebeld door iemand van een krantenredactie om een ode te schrijven aan de docent die het verschil heeft gemaakt in mijn schoolcarrière. Dat worden telkens ongemakkelijke gesprekken omdat ik het niet kan laten om eerlijk te antwoorden: het waren allemaal klootzakken.
Mijn eerste negatieve ervaring was met de juf in groep 8. Door haar heb ik aan twee zaken een enorme hekel gekregen. Aan de citotoets en aan Rintje Ritsma. Die laatste naam zegt jullie misschien niets, maar hij was ongeveer twee decennia geleden een populaire schaatser, van wie onze juf een poster boven haar bureau had hangen. Maar ik kreeg dus een hekel aan haar én aan schaatsen, omdat ze mijn atheneumadvies niet wilde honoreren, onderbouwd met de stelling dat mijn ouders, analfabeten, niet de Nederlandse taal spreken en ik daarom zeer waarschijnlijk studievertraging zou oplopen.
Later, toen ik romancier werd, schrijver van autobiografische boeken, heb ik van iedereen de echte naam in mijn proza veranderd, met uitzondering van deze juf. Zij heeft nu een vreselijk leven, overal wordt ze aan de geschiedenis herinnerd, en dat bevalt me eigenlijk wel.
Op Windesheim had ik hetzelfde probleem met een quasi getapte leraar die zichzelf altijd Joep liet noemen, we mochten zijn achternaam niet weten. Hij was begin dertig en wilde altijd heel cool zijn, bijgestaan door grapjes in een PowerPointpresentatie die hij allemaal thuis had bedacht. Een soort mislukte cabaretier. Maar hij had een probleem: er was één jongen in onze klas die nog bijdehanter was, iets wat hij niet aankon. Die jongen was ik. Daarom werd ik telkens uit de colleges gestuurd, heel kinderachtig en meer een oplossing voor de middelbare school.
Wat ik hiermee wil zeggen? De docent heeft veel macht in handen. Te veel studenten laten zich ontmoedigen door docenten en haken daarom tijdens een studiejaar af omdat ze onzeker zijn geworden. Dat is nergens voor nodig.
De docent is ook maar een figurant in je leven. We hopen allemaal dat ze ons vooruit helpen. Vaak gebeurt dat ook. Maar als je eens een verkeerde treft, maak hem of haar dan niet belangrijker dan ze is. Jij bepaalt je eigen weg.
Figurant of hoofdrolspeler…..?
Allemaal klootzakken? Alle leerkrachten van de basisschool, de middelbare school en de docenten van de opleiding Journalistiek van Windesheim die Ozcan heeft gehad: Allemaal klootzakken…? Een juf die nu een vreselijk leven heeft (wat Ozcan wel bevalt), omdat ze, naar ik inschat met positieve intenties, een advies gegeven heeft wat niet passend was? En hoe hebben de klasgenoten Joep ervaren? Teveel studenten die zich laten ontmoedigen door docenten en onzeker worden? Ik merk dat ik verrast, teleurgesteld en ook wat verdrietig wordt als ik dit lees. Wat jammer dat dit het beeld is dat Ozcan heeft over zijn ervaring met docenten. Ik ben nu een aantal jaren docent bij Windesheim en de collega’s die ik ken hebben allemaal 1 doel voor ogen: de student het best mogelijke onderwijs geven, met niet alleen oog voor de inhoud, maar ook voor de persoon van de student zelf. (Dat geldt overigens ook voor alle leerkrachten docenten waar ik als vader van drie kinderen mee te maken heb gehad.) Een belangrijke reden dat Windesheim de 2e beste hogeschool van Nederland is heeft te maken met het zijn van een plek waar studenten zich thuis voelen. En steeds meer is er aandacht voor regie en eigenaarschap van de student zelf. Ik ben blij dat Ozcan ook schrijft dat docenten studenten vaak vooruit helpen. Er is binnen Windesheim steeds meer aandacht voor regie en eigenaarschap van de student. Dus wat betreft de visie op het bepalen van je eigen weg: helemaal eens en als docent mogen wij daar een ondersteunde rol bij spelen. Meestal als figurant, maar soms hebben we ook een hoofdrol…
Als ik echt zo’n indruk zou maken dan zou er geen enkele student meer op de mobiel zitten tijdens het college. 🙂