Ik vond school in principe niets aan. Dat realiseerde ik me een paar weken geleden, toen ik voor aanvang van een bijeenkomst die ik als dagvoorzitter in goede banen mocht leiden, door de gangen van Windesheim struinde, op zoek naar mensen en herinneringen van tien jaar geleden. Wat me het meest tegenstond, wist ik ineens weer, waren de vakken waarvan ik het nut en de noodzaak niet van inzag. Ik vond ze tijdverspilling en doodsaai. Als je dat ervaart, en dit zullen meer studenten herkennen, krijg je al snel het gevoel alsof je in een bajes zit. Dat is niet goed voor de motivatie.
Waarom ik hierover begin? Ik ben op dit moment in Turkije, terwijl ik deze column schrijf, om een documentaire te maken. De laatste draaidagen stonden in het teken van de jongeren in het Zwarte zeegebied, die allemaal hun eigen ambities hebben. Eén ontmoeting met een jongen zal ik niet snel vergeten. Ik vroeg wat hij studeerde en hij begon over zijn opleiding tot internist met een speciale aandacht voor dialyse gerelateerde klachten. ‘Dus je wilt in de zorg werken?’ vroeg ik. Hij keek me laatdunkend aan. ‘Ik ben niet gek. Ik wil alleen het vak doorgronden. Want er zijn in deze gemeente helemaal geen dialysecentra. Een gat in de markt.’ ‘Wat wil je dán doen?’ vroeg ik. ‘Ik wil ondernemen, als hazelnotenexporteur en aannemer, dat zijn mijn dromen.’ ‘Waarom begin je daar niet aan?’ ‘Dat doe ik al.’ Hij pakte zijn telefoon. ‘Kijk, dit complex laat ik zelf bouwen. Acht verdiepingen en vierentwintig appartementen. De helft is al verkocht.’
Hij was amper 21, maar aan de serieus toon waarop hij sprak, wist ik dat hij ernstig was en in feite al lang als ondernemer door het leven ging. De opleiding, gericht op een heel andere branche, was niets meer dan een verzekering – mocht al het andere verkeerd gaan, dan kon hij toch ergens op terugvallen, een studierichting met kansen
Na mijn ontmoeting met hem mijmerde ik over mijn missie op Windesheim. Ik zat er, bij nader indien, alleen maar om in elk geval iets achter de hand te hebben. En als ik er goed over nadacht, was ik tijdens mijn jaren op Windesheim eveneens al begonnen met mijn droom – het schrijven van stukken. Kortom: er zullen studenten zijn, niet allemaal, die de hogeschool als obstakel zien op weg naar hun droom. Dat is verkeerd gedacht. Het is nooit te vroeg om te ondernemen en te werken, gewoon naast de studie. Maar als je alles keurig in de goede volgorde wilt doen, is dat natuurlijk ook prima. Eén ding heb ik wel geleerd: tijd is je belangrijkste kapitaal. Wees er zuinig op. Verspil geen tijd.