Even pas op de plaats. Dat was de boodschap van CVB-voorzitter Henk Hagoort aan de deelnemers van ‘Waardevol Windesheim’, tijdens een bijeenkomst op 24 november.
Hij vertelde dat hij de energie die bij hen is losgemaakt graag wil inzetten, maar hij wil het initiatief graag nauw verbinden met het Instellingsplan waar hij momenteel aan werkt. En dan zijn er ook nog de bezuinigingen. Er moeten keuzes gemaakt, meer samenhang ontstaan, meer verbinding met de lijnafdelingen. Hoe een en ander er uit gaat zien is nog niet duidelijk. “Geef me nog even de tijd,” aldus Hagoort.
BMR-directeur Rob van Lambalgen, drijvende kracht achter Waardevol Windesheim, lichtte de plannen verder toe. ‘Waardevol Windesheim’ omgedoopt tot ‘Windesheim in Beweging’. De zeven projectgroepen die een half jaar geleden van start zijn gegaan, zullen omgezet worden in ‘exploratiegroepen’ rond nieuwe thema’s. Maar wélke groepen na 1 januari als ‘exploratiegroepen’ doorgaan, is nog ongewis. Van Lambalgen: “We hebben een onzekere maand achter de rug. Waardevol Windesheim was aan een nieuwe stap toe, en juist toen kwam het bericht dat er bezuinigd moest worden. Daar hebben we last van gehad. Begin januari hopen we meer duidelijkheid te kunnen geven.”
Het plan maakt onderdeel uit van een nieuwe opzet die nog door het directieteam besproken moet worden. Er komt een aantal Windesheimbrede programma’s rond een klein aantal thema’s (Van Lambalgen: ‘dan moet je denken aan het onderwijsconcept, onderzoek en Leven Lang Leren..’). Deze programma’s krijgen elk een directeur als portefeuillehouder en een programmamanager uit een ander domein. De exploratiegroepen van ‘Windesheim in Beweging’ zullen deze programma’s en de diensten en domeinen gevraagd en ongevraagd over vernieuwing adviseren. ‘De thema’s die wij eerder in de projectgroepen hebben ontwikkeld, blijven immers actueel.’
En zijn eigen rol, loopt die hiermee op 1 januari ten einde? ‘Ik hoop dat ik hierbij betrokken blijf. Maar wat vooral belangrijk is: de bezuinigingen, dat komt wel goed. Maar ik hoop daar we daarbij de innoverende kracht niet verliezen.’ (MH)