Stel je voor: je staat voor een grimmige deur. Een gigantische zwartgelakte deur die niet bij de moderne interieur past. Zeker in een schoolgebouw waar alle deuren wit zijn. Je weet niet waarom, maar de haren op je nek gaan overeind staan. Wat ligt erachter? Je doet een stap dichterbij. Jouw hand trilt hevig, terwijl je reikt naar de deurknop. Het is alsof je een hoofdpersonage bent in een horrorfilm. De rillingen lopen over je rug. Het stemmetje in je hoofd schreeuwt dat je er weg moet blijven, maar ondanks dat trekt de doorgang je aandacht. Nee! Schreeuwt de stem. Wat er ook achter ligt: het kan niets veel goeds zijn.
Dus doe je een stap naar achter. Je loopt weg erop gebrand om vreemde deur te vergeten. Alleen blijft het je achtervolgen. Overal waar je bent, is de zwarte deur ook. In je woning, in de slaapkamer, maar ook in cafés, op het station en zelfs buiten. Als je vrienden of familie ernaar vraagt, weten ze niet waar je het over hebt. Het is een ingang die niemand behalve jij kan zien.
Wat er ook achter de zwarte deur ligt: het blijft achter slot en grendel. Dus wordt het makkelijker om te negeren. Langzaam wordt de zwarte deur een deel van je leven. Je blijft het zien, maar je gedachte gaat er niet meer naar uit. Totdat er iets onverwachts gebeurt: de zwarte deur gaat open. Soms waait deze open op een kiertje, anderen keren vliegt deze open alsof iemand er hard tegenaan heeft getrapt. Snel ontdek je dat de doorgang opengaat gebaseerd op hoe jij je voelt.
Wat er achter de zwarte deur schuilt, is een verborgen deel van jezelf. Een deel dat je onbewust diep hebt weggestopt. Opgeruimd staat netjes, toch? Helaas werkt dat niet zo met trauma’s. Hoe ‘klein’ of ‘simpel’ het ook is de ingang zal openzwaaien. Je kunt tegen de zwarte deur brammen, het soms op slot krijgen, maar het zal weer openspringen. Dus is het tijd om het onder ogen te komen. Daar is therapie voor. Om samen met iemand door de zwarte deur te lopen.
Tatum Tiernagan is eerstejaars student Journalistiek en schrijft columns voor WIN.