‘Zeg wat je op je lever hebt en voér dat gesprek’

Twaalf jaar geleden kwam hij als zzp’er binnen in Almere. En hij bleef. De laatste vier jaar als directeur. Nu gaat hij ons weer verlaten. Kees Stolwijk over concurrentie, de eigen leerroute en de angst voor ‘schurende gesprekken’.

Het was een gewaagde opdracht waar Kees Stolwijk toen voor werd gevraagd: kijk of Windesheim, samen met ROC Flevoland en Team Heiner een nieuwe mbo-hbo school gebaseerd op topsport principes van de grond kon tillen. Maar dat bleek uiteindelijk te complex en ook het krijgen van toestemming om de geplande opleidingen in Lelystad te starten wilde niet vlotten. ‘In Lelystad wilde men het maar wat graag en het plan was inspirerend,’ constateert Stolwijk achteraf. ‘Maar uiteindelijk was er na vijf maanden voorbereiding onvoldoende grond voor het ROC en Windesheim om zich daaraan te committeren. Het is jammer dat het niet is gelukt.

Wilde Windesheim niet starten in Lelystad?

‘Voor het nieuwe onderwijsconcept was gewoon onvoldoende basis, los van de locatie. En de nevenvestiging aan het Ravelijn in Lelystad moest sluiten bij gebrek aan aanmeldingen. De onderwijsketen in Lelystad levert niet voldoende leerlingen mbo 4 en havo 5. Daarmee mis je de basis die onmisbaar is voor hoger onderwijs in een relatief kleine stad. Als Windesheim doen we nu veel om die aantallen omhoog te krijgen maar zelfs als dat lukt, is het niet zeker of een hbo in Lelystad haalbaar is. De stad ligt nu eenmaal precies tussen Almere en Zwolle waar hoger onderwijs beschikbaar is. Daarmee is de kans op toestemming van CDHO voor nieuwe opleidingen in Lelystad niet zo groot.’

Lang geleden heerste dezelfde twijfel over Almere, maar het ziet er nu naar uit dat het inwonertal naar de 350.000 gaat. Het wordt de vijfde stad van Nederland. Komt er ooit een moment dat je moet zeggen: Bedankt, Windesheim, maar we gaan zelfstandig verder?

‘Nooit. Dat moet je niet doen. Dankzij de band met de collega’s in Zwolle kunnen we ons hier focussen op waar het echt om gaat. Dat is: kwalitatief fantastisch onderwijs en relevant onderzoek. Al dat andere (HRM, de IT, ga zo maar door) is ook ongelofelijk belangrijk, maar intérn belangrijk. Als je zelfstandig bent moet je dat zelf gaan regelen en betalen. En elke euro kun je maar één keer uitgeven dus dat gaat ten koste van onderwijs en onderzoek. ‘Zeg wat je op je lever hebt en voér dat gesprek’ Twaalf jaar geleden kwam hij als zzp’er binnen in Almere. En hij bleef. De laatste vier jaar als directeur. Nu gaat hij ons weer verlaten. Kees Stolwijk over concurrentie, de eigen leerroute en de angst voor ‘schurende gesprekken’. WIN, editie 05 – pagina 20 Nee, zelfstandig verder lijkt me geen goede zaak.’ ‘Maar wat je je goed moet realiseren: dit is geen regio Zwolle, dit is regio Amsterdam. We hebben hier als werkgever meer concurrentie; er is werkgelegenheid te kust en te keur. Dat is een groot verschil. En wat betreft onderwijs: binnen twintig minuten treinen heb je in deze regio drie universiteiten en drie hogescholen. Daar moet je ernstig rekening mee houden. Als andere hogescholen bewegen of zich op een bepaalde manier manifesteren, moét je meebewegen.

Moet Almere dynamischer zijn?

‘Ook in Zwolle moeten we ervoor zorgen actueel en dynamisch te zijn. De studenten daar verdienen ook het beste onderwijs. Door de stevige concurrentiepositie en grote naamsbekendheid kun je in Zwolle misschien soms veroorloven om ergens niét op te reageren. Maar in Almere hebben we die positie als hogeschool nog niet.’

Een van de zaken waar Almere en Zwolle uit de pas lopen is de demografie.

‘Dat klopt. Dit is bepaald geen krimpregio. Zwolle is dat ook niet maar zal de komende jaren te maken krijgen met een soort stilstand. Het aantal jongeren neemt iets af; het aantal volwassen studenten neemt toe. Zwolle krijgt net als Almere te maken met meer werkende, volwassen studenten. En in Almere komen er daarnaast ook nog 60.000 woningen bij, en in de omliggende gebieden zie je hetzelfde beeld. Een echte groeiregio dus.’

Je hebt het over concurrentie. Wordt er ook samengewerkt?

‘We doen ons best. Zes keer per jaar komen alle besturen van mbo, havo en hbo in Noord-Holland/Flevoland bij elkaar. Dat is een mooie basis. Wat betreft Leven Lang Onderwijs proberen we echt samen op te trekken. Dat moet ook van Den Haag, dus dat wordt de lakmoesproef. Dan moet blijken of we dat ook echt kunnen.’

En als het gaat om het onderwijsaanbod?

‘Als het gaat om het onderwijs dan zeg ik: dat zou in deze regio pluriformer kunnen zijn als we aan de vóórkant bereid zouden zijn om afspraken te maken. Nu wordt er nog te veel gekeken van: “kan ik hier deze opleiding beginnen? Dat kan, nou dan doe ik dat”. Terwijl een telefoontje over en weer zo nuttig kan zijn: “Hé, ik wil ook deze opleiding beginnen. Jullie hebben hem al dus zullen wij deze en deze invalshoek nemen?” Geen uitruil maar gewoon accentverschillen. Op die manier krijgt de student wat te kiezen. En dat kunnen de opleidingsmanagers met elkaar overeenkomen. Dat zou voor de regio winst zijn. Het lijkt mij niet moeilijk maar op dit moment zie ik het nog maar weinig gebeuren.’

In Zwolle heeft Almere de naam veel “lastige” studenten te hebben….

‘Kijk, we zijn niet meer die piepkleine hogeschool van vroeger. We zijn in volume het middelste domein van Windesheim en we doen het qua studiesucces even goed als de andere domeinen. Ik zie dus geen verschil meer qua studentenpopulatie. Maar onze studenten zijn wél een kritisch publiek, ze nemen geen blad voor de mond. En verder weten we allemaal dat het met de mentale gesteldheid van de studenten landelijk niet goed gesteld is. Dat geldt helaas ook voor Almere én Zwolle.’

Toch kan ik me voorstellen dat de coronamaatregelen hier harder zijn aangekomen.

‘Er zijn in deze regio relatief veel studenten met een thuissituatie die niet rustig is en niet goed te organiseren. En als je tot de eerste generatie hoort die gaat studeren, dan snappen je ouders ook niet altijd waar je mee bezig bent, en wat je nodig hebt. En als die ouders ook nog hard moeten werken om het hoofd boven water te houden, dan speelt dat de student ook parten. Daarom hadden we hier in Almere al snel in de gaten dat we meer moesten bieden dan alleen online onderwijs. We hebben het gebouw opengesteld voor studenten die een rustige studieplek nodig hadden en daar is gretig gebruik van gemaakt.’

Hoe kijk je aan tegen de discussie binnen de hogeschool over de eigen leerroute?

Wat me opvalt is dat het gesprek hierover vooral gaat over leeruitkomsten… procedurele afspraken…. systemen…. En dat veel docenten het hele proces ervaren als dwingend, moeilijk, terwijl het einddoel in het belang is van onze studenten. Waar het minder over gaat is dat je als opleiding volledig regie houdt op je curriculum, de inhoud daarvan en de mate van flexibiliteit van je studenten. Het zou echt jammer zijn als het gevoel van eigenaarschap ons door de vingers glipt, want daarmee verlies je iets belangrijks. Dus laten we het weer wat meer over de onderwijsinhoud en onze professionele ruimte gaan hebben.’

Maar wat betreft de studenten: ben je niet bang dat die al dat gepraat over eigen leerroute maar vaag zullen vinden, terwijl er heel concrete banen voor het oprapen liggen?

‘Ik ben een fan van de eigen leerroute, maar niet alleen in de vorm van keuzes maken binnen een opleiding. Het gaat er ook om dat je als student kunt kiezen tussen Associate Degree en een bachelor, tussen voltijd, deeltijd en duaal. Of juist voor cursorisch onderwijs. En dát zouden we nog veel beter met het mbo kunnen afstemmen. Want het zijn met name de mbo’ers die momenteel kiezen voor de arbeidsmarkt en niet voor doorstuderen. Dan moet je kritisch naar jezelf kijken: blijkbaar hebben we op dit moment nog onvoldoende aanbod dat past bij de vraag die er wél is.’

‘Voor mij betekent LLO een heel flexibel aanbod voor iedereen die naast zijn studie andere dingen te doen heeft. En dat is anno 2023 ook die negentienjarige mbo’er die voorheen voltijd bij ons kwam studeren. We moeten ons afvragen: hoe kan het nou dat hij of zij niet een dag in de week naar ons komt? We moeten met het mbo en het werkveld aan de bak om overeenkomsten te sluiten. Om te komen tot mooie pakketten: een dag per week naar school, de werkgever betaalt. Het collegegeld kost iets meer dan tweeduizend euro per jaar. Dat is voor een middelgroot bedrijf bijna niks. Het is echt zonde als je je als individu niet ontwikkelt, iedereen zou zijn of haar maximalpotentieel moeten kunnen bereiken toch? Daar heeft de regio ook voordeel van.’

Maar het gebeurt niet in deze regio.

‘Niemand houdt afspraken tussen mbo, hbo en het werkveld tegen. Maar in sommige sectoren neemt ook niemand het voortouw. Misschien moet Windesheim dat maar gaan doen.’

Je gaat Windesheim Flevoland inruilen voor de Gooise Scholen Federatie. Je wordt daar lid van het College van Bestuur. Heb je nog een wijze raad voor je oude werkgever?

‘Wat ik heel Windesheim zou gunnen is het lef om meer schurende gesprekken te voeren. Dat vinden we moeilijk. Ik zie die verlegenheid in allerlei contexten terugkomen. En daarmee doen we onszelf, onze gesprekspartners en de hele hogeschool tekort.’

‘Neem diversiteit. Mensen willen geaccepteerd worden, willen er zijn met de normen en waarden die ze hebben. Maar deze waarden kunnen botsen met die van een andere gemeenschap binnen de hogeschool. Soms vinden we het lastig om daarmee om te gaan. Mijn wens is dat we gewoon het gesprek met elkaar aangaan. Geen debat, maar een dialoog. Zonder de neiging de ander te overtuigen, want dan raken we elkaar kwijt. Als je bijvoorbeeld vanuit je religieuze waarden moeite hebt met de lhbti-gemeenschap, dan snap ik dat. Maar die ander ís er gewoon, dat zijn ook je collega’s, je studenten. En als je deel uitmaakt van die lhbti-community dan mag je de ruimte opeisen om er te mogen zijn. Ga dat gesprek samen aan. Niet met de bedoeling de waarden van de ander in twijfel te trekken, maar om de ander beter te snappen. Dát gun ik Windesheim. En dat gesprek hoeft niet vanuit de hogeschool gefaciliteerd te worden; dat kunnen de collega’s heel goed zelf. Het heeft ook niets te maken met woke zijn, want binnen een inclusieve hogeschool wordt niet voorgeschreven welke overtuiging er wel of niet mag zijn. Het gekke is, we leren onze studenten kritische zelfreflectie aan, het vermogen hun oordeel uit te stellen en hun feedback constructief te delen. Maar zelf vinden we dat ook moeilijk en niet altijd vanzelfsprekend. En vergis je niet: dat is hier in Almere net zo moeilijk als in Zwolle. Dat schurende gesprek dat mis ik soms ook als het gaat om ons onderwijs. We zijn niet verlegen als het gaat om het delen van bezwaren tegen veranderingen binnen de hogeschool. Maar die tegenwerpingen zijn meestal gebaseerd op vakinhoudelijke argumenten, terwijl je er ook best voor uit mag komen als je het gewoon zelf geen goed idee vindt. Bijvoorbeeld omdat je bang bent de regie over je vak of opleiding kwijt te raken. Zeg dat dan, want dat is ook legitiem. Zeg wat je op je lever hebt en voér dat gesprek. Met respect voor elkaar. Dat zou mijn advies zijn.’

Tekst: Marcel Hulspas
Foto’s: Jasper van Overbeek

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *