Studenten die overstappen van het hbo naar het mbo. Zo’n switch wordt vaak gezien als falen. Maar soms is het de bestekeus, zeggen studentendecanen Marianne Timmerman en Paul Schalkwijk.
Komen er vaak studenten bij de decanen met de vraag of het mbo misschien beter bij hen past?
Schalkwijk: “Het blijft een lastige keuze die vaak op weerstand stuit. Heel af en toe krijg je een student op je spreekuur die zélf aangeeft dat hij vastloopt in het hbo en voelt dat hij gelukkiger kan zijn in een mbo-opleiding.
Zo’n student kan wel wat hulp gebruiken, want een overstap naar het mbo wordt door de sociale omgeving vaak minder goed begrepen. Het voelt voor de student meestal nog steeds als een stap terug, wat de keuze niet gemakkelijk maakt.”
Geven decanen zelf wel eens advies om naar het mbo te gaan?
Timmerman: “Ja, je vraagt je in een gesprek met een student wel eens af of een overstap naar het mbo de betere optie zou zijn. Maar dan zit je meestal tegenover iemand die daar absoluut (nog) niet mee bezig is en vooral een hoge druk om te presteren voelt. Dat kan zelfs ten koste gaan van hun fysieke en mentale gezondheid. Decanen kunnen niet meer doen dan het gesprek aangaan en wijzen op gevolgen en mogelijkheden. Overstappen naar het mbo en na het halen van dat diploma toch weer naar het hbo, dat is bijvoorbeeld ook een mogelijkheid. Uiteindelijk hopen we dat de student de keuze maakt die op dat moment het beste past.”
Waarom hoor je zo weinig over studenten die overstappen naar mbo?
Timmerman: “Naar het mbo gaan wordt onterecht vaak gezien als falen. Wij proberen samen met een student die vastloopt een eerste stap te zetten naar ‘Hoe dan wel verder?’ Het mbo kan voor iemand dan een goede optie zijn. Dus het is zeker niet de bedoeling om hen ‘de tent uit te jagen’, maar als decaan voel je de verantwoordelijkheid en de zorgplicht om studenten van een goed advies te voorzien. Ook al betekent dit soms dat Windesheim iemand moet uitzwaaien.”
Andersom krijgt doorstromen van mbo naar Windesheim juist veel aandacht?
Timmerman: “Ja, dat is een belangrijke en mooie ontwikkeling. Er zijn veel instanties die willen helpen om mbo-studenten door te laten studeren op het hbo. Er is zelfs een convenant over ondertekend door de MBO-raad en de Vereniging Hogescholen. Het is goed dat iedereen de kans krijgt om hbo te studeren.
Maar er wordt soms ook – al dan niet uitgesproken – aangedrongen op een zo hoog mogelijk studieniveau. Wij merken dat de druk om hbo te kiezen is toegenomen. Door de nadruk op kansen en faciliteiten, wordt onbewust een signaal afgegeven dat het voor iedereen haalbaar moet zijn een hbo-studie te volgen.”
En nu vragen jullie aandacht voor het omgekeerde!
Timmerman: “Ja. Want de tendens om bij twijfel hbo te kiezen heeft een keerzijde. De sociale druk en de prestatiedruk onder jongeren is groot en inmiddels worden de gevolgen daarvan breed erkend. De helft van de studenten ervaart psychische klachten zoals angst en somberheid, waarvan meer dan tien procent in ernstige mate.”
Hoe werkt dat door in de decanen spreekkamer?
Schalkwijk: “In de eerste plaats helpen en ondersteunen we studenten om hun studie goed te kunnen volgen en een eerlijke kans te krijgen om het diploma af te ronden.
Meestal is dat voldoende. Maar soms blijkt een hbo-studie een te grote opgave: vijftien procent van de hbo-studenten valt uit. Het is goed om twijfels over de haalbaarheid bespreekbaar te maken bij de studentbegeleider en zo nodig bij de studentendecaan
Te lang doorworstelen in een hbo-studie is trouwens niet alleen vervelend, het kan ook grote financiële gevolgen hebben. Want zonder een hbo-diploma wordt de prestatiebeurs niet omgezet in een gift en blijft het een lening, dus studieschuld. Alleen in uitzonderlijke situaties kan er toch omzetting van de prestatiebeurs worden aangevraagd via de decaan.
Hoe weet een student dat hij op het hbo niet op de juiste plek zit?
Schalkwijk: “Het niveau kan te hoog gegrepen zijn. Maar soms is het ook de manier waarop het onderwijs wordt aangeboden, die niet past bij de leerstijl of het karakter van de student. De ene mens is nu eenmaal meer een doener, de ander een denker. Die natuurlijke kwaliteiten inzetten in je studie levert het meeste op.
Natuurlijk zijn er ook trainingen en workshops om vaardigheden te verbeteren. Bij twijfel over de haalbaarheid kun je diverse testen doen op Windesheim en een persoonlijk advies krijgen. Dan spreek je echt over maatwerk!
Voor sommige studenten is de uitkomst van het advies om naar het mbo over te stappen dan een opluchting, dat ze weten dat het niet aan hen ligt: ‘Ik doe wel mijn best, maar dit past gewoon niet bij mij.”
Is studeren op het hbo zoveel anders dan op het mbo?
Timmerman: “Jazeker. Het hbo-onderwijs verlangt veel meer zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid van de student. De docenten controleren niet regelmatig of het ‘huiswerk’ is gedaan en of de stof wel goed begrepen is. En niet alle lesstof wordt tijdens de les behandeld zoals in het mbo, maar het merendeel moet zelfstandig thuis worden bestudeerd.
Je moet in het hbo veel zelfstudie doen en dat vergt een goede planning en grote mate van overzicht en eigen regie. Tijdens de tentamens blijkt pas of je de stof begrepen hebt of niet. En de uitslag daarvan weegt meteen zwaar mee. Niet iedere student gedijt goed bij deze manier van studeren. Dan kan het mbo misschien beter bij hen passen.”
Emma: ‘Opboksen tegen een studie die niet past’
Oud-Windesheim studente Emma Visser stapte over van hbo naar mbo. Achteraf blijkt ze heel gelukkig met die overstap, vertelt decaan Paul Schalkwijk.
Schalkwijk: “Emma vertrok een paar jaar geleden van Verpleegkunde op Windesheim naar het mbo. Nu noemt ze haar overstap naar het mbo misschien wel de meest waardevolle in haar leven.”
Emma studeerde bijna drie jaar hbo op Windesheim. Mede door faalangst en ADHD liep ze vast. Het studeren werd een terugkerende strijd en uiteindelijk concludeerde ze dat ze zo niet verder kon. Na overleg met de decaan besloot ze over te stappen naar het mbo
Schalkwijk: “Die beslissing was niet gemakkelijk. Het voelde als falen. Haar ouders en vrienden steunden haar wel, toen ze uitlegde dat ze dit echt wilde. Na de overstap kreeg ze meer ruimte om tot haarzelf te komen en zich te ontwikkelen. Ze creëerde rust en genoot meer van haar tijd als (mbo-)student. Achteraf merkt ze dat het haar veel goeds heeft gebracht, dat ze niet langer hoefde op te boksen tegen iets dat niet bij haar paste.”
Emma liep vooral vast op de stages en het maken van verslagen. Ze kreeg burn-outklachten, ze voelde zich niet goed en niet gelukkig bij de studie. Uiteindelijk werd ze bang dat ze afgekeurd zou worden voordat ze haar hbo-diploma had gehaald. Emma had als voordeel dat er van verpleegkunde ook een mbo-versie bestaat. Dus ze kon daar met vrijstellingen instromen.
Toen ze eenmaal op het mbo zat wist ze dat dit de juiste beslissing was. Ze voelde zich veel prettiger bij de structuur die daar geboden werd. Zo kreeg ze tijdens de lessen meer begeleiding en uitleg over bijvoorbeeld het maken van verslagen en presentaties. Ook voelde ze op het mbo minder de druk van het behalen van studiepunten.
Ondanks de opluchting was bij Emma het gevoel van falen niet meteen weg. “Het lijkt sterk in onze hedendaagse cultuur te zitten dat je naar een ‘hoge’ opleiding moet streven. Terwijl het mbo niet zo zeer van ‘lager’ niveau is, maar er wordt gewoon anders gedacht: je doet veel brede kennis op maar de stof gaat minder diep”, aldus Schalkwijk. “Emma vond een praktische studie op deze manier in ieder geval veel leuker. En ze heeft intussen ook een mooie baan gevonden waar ze erg tevreden mee is.”
*
Worstel jij ook met de vraag of het hbo wel helemaal bij je past?
Wil je hierover praten met een studentendecaan? Bel dan naar het Studiesuccescentrum van Windesheim: 088 4699100
Tekst: Ernest Mettes
Illustratie: Judy Ballast