Creatieve docenten, medewerkers en studenten van Windesheim exposeren tot half december hun kunstwerken in het atrium en het mediacentrum van de Zwolse campus. Van schitterende schilderijen tot prachtige gedichten en fleurige lampen.
‘Stroomdraden? Gevaarlijk!’
Mondkapjes, waterpistolen, koffiekopjes, zeeppompjes: je kunt het zo gek niet bedenken of pabo-docent Annemieke van Duijn heeft er wel eens een lamp van gefabriceerd.
“Het begint in de kringloopwinkel, daar mag ik graag rondstruinen. Dan zie ik een voorwerp en dan denk ik: dat is mooi, daar kan ik wel iets mee. Ik kan goed thematisch denken, zo heb ik bijvoorbeeld tijdens de corona-periode een lamp gemaakt van waterpistolen en mondkampjes en eentje van zeeppompjes en wc-rolletjes. En eentje met snoepverpakkingen, want van al dat thuiszitten werd je wel dik.
Ik boor ergens een gat in, waar het snoer doorheen gaat. Als dat lukt zonder dat het kapot knalt, want dat wil nog wel eens gebeuren, dan ben je al op de helft. Eigenlijk is het maken van een lamp niet heel moeilijk. Het is alleen een gepriegel en je moet de draden goed bevestigen, anders doet ‘ie het niet.
Mijn opa werkte als elektricien in de IJsselcentrale in Zwolle, ik ging altijd met hem mee op pad. Maar ik mocht natuurlijk niet aan al die stroomdraden komen, want “dat was gevaarlijk”. Het maken van lampen is ergens ook een beetje gevaarlijk, dus leuk!
In onze woonkamer staat mijn kutlamp, die heb ik beschilderd met krijtbordverf en er vervolgens ‘kut’ op geschreven. Waarom kut? Gewoon omdat het kan en omdat de lampen met ‘love’ en ‘home’ al op waren. Ik vind het leuk om een beetje te choqueren. Dat mijn moeder de kamer binnenkomt en zegt: wat heb jij nou in de vensterbank staan?!
Ik maak ook tafelbladen, met epoxy. Dat is een soort kunsthars die ik in een mal giet, bijvoorbeeld over droogbloemen heen. Je moet er wel bij blijven als het droogt anders gaan die bloemen allemaal op een kluitje zitten. Met een pincet moet ik ze steeds terug op een plaats duwen. Doordat er dingen misgaan leer je van alles, maar dat is juist het leuke eraan.”
.
Draak ‘in your face’
Eva Buijs is projectcoördinator bij het kenniscentrum Gezondheid en Welzijn. Ooit kocht ze een grote bedrukte canvasdoek bij de woonwinkel maar, ze was op een gegeven moment zó klaar met de print dat ze besloot het zelf over te schilderen.
“Van kinds af aan houd ik al van schilderen, het liefst op echt schilderdoek. Maar tijdens mijn studie was ik een tijdje gestopt omdat ik er geen tijd en ruimte voor had. Nu woon ik in een appartement en heb een kamer ingericht voor mijn werk en hobby’s. Afgelopen zomer had ik na jaren weer zin in een groot schilderproject; ik zocht op Pinterest naar toffe afbeeldingen en kwam een digitaal kunstwerk tegen van een draak. ‘Dat moet ‘em worden’, dacht ik.
Het doek had ik al vrij lang, Het is gewoon zo’n geprint canvas van de Kwantum die ik nog op mijn studentenkamer had hangen. In mijn nieuwe appartement paste die qua stijl echt niet meer, maar ik vond het zonde om dat ding weg te doen, dus in het kader van duurzaamheid wilde ik dat doek voor mijn nieuwe schilderij gebruiken.
Eerst moest ik het helemaal wit maken, daarna begon ik met schetsen en het aanbrengen van kleurvlakken.
Ik ben er maanden gemiddeld tien uren per week mee bezig geweest en het is nu net af. In totaal zitten er wel zo’n vier lagen verf op. Mijn moeder vindt hem mooi maar wel ‘in your face’ als je mijn woning binnenkomt. Dat effect vind ik juist gaaf; een rode draak móét groot! Door dit project heb ik mijn oude hobby weer hervonden, en ik ben dan ook best trots op mijn draak.
.
‘Het voelt goed als je jezelf beter ziet worden’
Joey Marcuñé, eerstejaars hbo-ict, maakt digitale tekeningen in fantasy-stijl. Voor de expositie op Windesheim stuurde hij zijn ‘Teddy Victorius’ in, een tekening van een knuffelbeer slash ridder die een nachtmerrie verslaat.
“Ik probeer telkens nieuwe dingen onder de knie te krijgen door fi lmpjes te kijken van andere mensen die aan het tekenen zijn. Ogen bijvoorbeeld, die zijn heel moeilijk. Dat moet je gewoon heel vaak gedaan hebben om ze echt goed te krijgen. Het voelt goed als je jezelf beter ziet worden. Soms probeer ik iets wat er dan best oké uitziet en denk ik: dat had ik eerder niet gekund!
Mijn inspiratie haal ik onder andere uit animatieseries zoals Arcane, uit de League of Legends-reeks. Toen ik dat keek werd ik echt van de kaart geblazen, dat ziet er zo perfect uit! En ik kijk op het online platform DeviantArt, waar heel veel mensen hun werk delen, allemaal in het genre fantasy. Daar zet ik mijn tekeningen ook op, onder de naam Avhaari.
Bij veel tekeningen maak ik een kort gedichtje, dat past goed bij de kunst die ik maak vind ik. Altijd in het Engels, want dan klinkt het al snel wat dramatischer en cooler. Onder ‘Teddy Victorius’ staat bijvoorbeeld: “When nightmares come, they’re there to save. No nightmare strong, as Teddy brave.”
.
‘Mijn kunstwerkjes hebben meerdere lagen’
“Je kunt niet én een hele goede kunstenaar zijn én een hele goede docent”, vindt Marlies ter Beek. Maar als kunstdocent aan de pabo vindt ze het wel belangrijk om zelf aan het werk te blijven. Ze tekent zo’n anderhalve dag per week in haar atelier.
“Ik heb een fascinatie voor elementen die vergaan, en in mijn buurt ga ik opzoek om die te tekenen. Het kunnen natuurlijke verschijnsels zijn zoals de bloemen en planten uit mijn tuin die in de herfst verwelken. Heb je wel eens een uitgebloeide zonnebloem gezien? Prachtig is die!
Maar oude gebouwen en machines vind ik ook heel interessant, dat oude baksteen of roestige ijzer. Ik maak er dan ter plekke een foto van en in mijn atelier teken ik ze met Oost-Indische inkt op papier. Na de tekening knip of snijd ik het en plak ze in witte doosjes, die ik ook zelf maak.
Mijn kunstwerkjes hebben dus in verschillende opzichten meerdere lagen en dat geeft een heel speels effect omdat er ruimte tussen het frame en het papier zit. Zelf heb ik het niet zo bedacht moet ik eerlijk bekennen. Bij een museumbezoek heb ik me namelijk laten inspireren door kunstenares Marjolijn van den Assem. Zij maakt prachtige 3D- kunstwerken van papier, vaak in zwart-wit; dat sprak me enorm aan.
Mijn gouden tip? Als je écht plezier wilt hebben in tekenen en schilderen kun je beter één keer investeren in goed materiaal. Het materiaal moet namelijk kunnen uitdrukken wat jij wilt. Van papier, verf, penselen, stiften tot inkt: alles moet goed zijn.
.
‘Liggend op de grond’
Laura Geux is evenementenorganisator bij domein Techniek en is eigenlijk pas net gestart met fotograferen.
“Voor ik bij Windesheim kwam werken heb ik lang in de reisbranche gewerkt waarvoor ik de hele wereld overging. Fantastische herinneringen en albums heb ik daarvan, maar op een gegeven moment wilde ik met mooiere beelden thuiskomen dan plaatjes op mijn telefoon. Om die reden kocht ik een camera en wilde ik meer doen met foto’s.
Sinds een jaar ben ik lid van een fotografieclub en als opdracht kreeg ik het thema ‘verwondering’. Een studiereis met ICT-studenten naar New York zag ik als mooie kans om de foto-opdracht te vervullen: in die stad is zo veel wat verwondert! De foto die ik voor de expositie heb ingezonden is gemaakt in het Summit Onevanderbilt.
Binnenin die wolkenkrabber is bijna alles van glas. Om de foto te maken ging ik in middenin de hal op de begane grond op mijn rug liggen en maakte zo de foto naar boven, ja dat was een beetje gek maar het leverde wel een tof plaatje op.”
.
De expositie, die startte in de week na de herfstvakantie, wordt georganiseerd door het mediacentrum en Windesheim Evenementen.
Tekst: Wouter van Emst en Reinhilde van Aalderen
Grote foto’s: Herman Engbers