Studeren met een functiebeperking, hoe is dat? Studente Els Klaui geeft ons een inkijk in het hoofd van een ADD’er.
Het is alweer even geleden dat ik een stuk heb geschreven. Yep, het is me dit keer echt gelukt de deadline te missen. Dat is flauw, want ik vind het leuk om te schrijven. Daarentegen krijg ik eigenlijk helemaal niks meer op papier de afgelopen tijd. Iets met lusteloosheid…
Het leuke aan functiebeperkingen is dat ze regelmatig een maatje hebben, of zelfs meerderen. Een persoon kan dus last hebben van meerdere functiebeperkingen. Zo lijkt een bezoek aan een hulpinstantie soms net als een bezoek aan de McDonalds; spaar ze alle 5! Alleen ren je in dit geval meestal niet enthousiast de deur uit met “Yes! Ik heb er nóg een!”.
In mijn geval kan ik spreken van depressieve gevoelens, want een officiële depressie mag ik het niet noemen. Ik kan nog prima de deur uit, genieten van activiteiten en lachen met vrienden. Maar ik voel me ook lusteloos. Ik weet de afgelopen tijd even niet waar ik het allemaal voor doe. Ik kan mijzelf er wel van overtuigen dat iets zin heeft. Vervolgens maak ik een start, maar kan ik deze niet doorzetten. Er verschijnen geen woorden op mijn scherm en er wordt geen denkproces gestart. Dit is trekken aan een dood paard.
Gelukkig heb ik er vertrouwen in dat dit iets tijdelijks is. Dat ik over enige tijd weer los ben uit de greep van wat dit ook is. Maar voor nu sta ik even in een soort van zombie-modus. Ik weet dat het belachelijk klinkt. Stel je niet zo aan en doe het gewoon. Een kwestie van starten en bezig blijven. Maar het komt er niet uit, en daar een mening over hebben verandert de zaak niet. De batterijen zijn leeg en ik moet op zoek naar een nieuwe adapter. Eentje die uit meer dan verplichtingen bestaat. Eentje waarbij ik mag lanterfanten zonder doel en zonder verwachtingen.
Els Klaui
Derdejaars global project & change management en algemeen bestuurslid van SCHIB, platform voor studeren met een functiebeperking.