Studenten leren van alles tijdens hun opleiding. Maar dat belangrijke stukje daarna, de sollicitatieprocedure, daar hebben studenten vaak totáál geen kaas van gegeten. Daar moet meer aandacht voor komen tijdens de studie, vindt Johanna Hutte, recruiter op Windesheim.
Je cv aanpassen aan elke sollicitatie? Al je zesentwintig bijbaantjes noemen? Een alinea in de brief over je katten? Wel of geen leaseauto? Pensioenplan? Personal branding? En waar ben je eigenlijk goed in?! Johanna Hutte geeft sollicitatietrainingen aan studenten van de opleiding hbo-ict en andere studies binnen het domein Techniek. Tijdens die trainingen merkt ze elke keer weer dat veel studenten nooit nadenken over dit soort vragen. Er zit vaak een flink gat in hun kennis over alles wat te maken heeft met zelfanalyse, jezelf presenteren, solliciteren en arbeidsvoorwaarden. Wat Hutte betreft moeten dergelijke trainingen daarom een vast onderdeel van het curriculum van iedere student op Windesheim worden. “Ik heb nooit negatieve feedback gehad van studenten. Nog nooit was er iemand die zei: ik heb hier vier uur mijn tijd zitten verdoen.”
Waarmee begint een goede sollicitatie?
“Een baan krijgen kun je vergelijken met een nieuw product in de markt zetten. Daar gaat onderzoek aan vooraf, daar is lang en goed over nagedacht. Daarmee wil ik studenten de ogen openen: jij bent nu zélf dat product op de arbeidsmarkt. Dus we beginnen met het kijken naar het ‘personal brand’ van de student. Ze moeten vijf sterke punten of eigenschappen van zichzelf opschrijven, die ze graag communiceren naar toekomstige werkgevers. Dat vinden veel studenten vaak ontzettend lastig. Eén of twee sterke punten lukt nog wel, maar daarna…
Vervolgens worden alle uitingen op die vijf punten gebouwd, dus ze moeten bijvoorbeeld allemaal in een sollicitatiebrief staan, én ze moeten opvallen. En als je zegt dat je nauwkeurig bent, moet een brief dat vervolgens ook uitstralen. Geen spelfouten, geen lelijke tabjes, et cetera. Er was ooit een jongen die ‘vrolijk’ als competentie noemde. Prima, maar vervolgens deed hij een foto bij zijn CV die dat niet uitstraalde.”
“Ik vraag studenten altijd of ze een profiel op LinkedIn hebben. Die moesten we aanmaken van school, vertellen ze dan. ‘Maar ik ga echt niet iemand toevoegen die ik niet ken. Dat doe je toch niet!’ Waarom niet? Als je weet welke baan je wilt en je hebt iemand in je netwerk die jouw droombaan heeft, dan kun je best een berichtje sturen en zeggen: ‘Ik ben bijna afgestudeerd, zoek een baan en wat jij doet lijkt mij het einde! Kunnen we een keer koffiedrinken zodat je kunt vertellen hoe je daar terecht bent gekomen?’ Of ga eens in gesprek met iemand om een beter beeld te krijgen van wat een bepaalde functie écht inhoudt. Negen van de tien mensen vinden het hartstikke leuk en zouden enthousiast reageren als ze zo’n berichtje krijgen van een student.
‘Wie heeft het nu over vakantiedagen?’
Lotte Jonkman, derdejaars IPO, weet nu hoe je een goed CV opstelt.
“Ik dacht vooraf: wow, het gaat wel lang duren. Maar het was heel nuttig! Niet alleen het solliciteren kwam aan bod, het ging bijvoorbeeld ook over wat je op je LinkedIn-pagina zet en hoe je die onderhoudt.
Ik heb het meest gehad aan de uitleg over hoe je een fatsoenlijk CV schrijft. Ik wist niet zo goed wat je er wel en niet in moet zetten. Ik heb al best veel werkervaring, maar ik kreeg het advies om alleen bijbaantjes erop te zetten die ik wat langer heb gehad of echt relevant zijn. We bekeken ook elkaars CV en gaven daar feedback op, dat was heel leerzaam.
Aan het einde van de training kregen we uitleg over salaris, pensioen, vakantiedagen en dat soort zaken. Dat zijn van die dingen waar ik wel iets van weet maar eigenlijk niet genoeg, want wie heeft het daar nu over?”
Een goed cv maken. Knap lastig voor studenten…
“Ze weten vaak niet goed wat ze erop moeten zetten. Ga jij je bijbaantjes wel vermelden of niet? Als je al zes jaar vakken vult en inmiddels vulploegleider bent, dan zegt dat iets over je doorzettingsvermogen en over je loyaliteit. Maar als je nou elke week een ander bijbaantje hebt, wat doe je dan? Het is goed dat een werkgever ziet dat jij al heel lang werkt naast je opleiding, maar misschien kun je er beter enkele relevante uitpikken en alleen die benoemen.
Ik kom bij studenten van alles tegen. Hele epistels, of zesentwintig bijbaantjes, of hobby’s en interesses die te veel kleur geven aan een sollicitatie. Bijvoorbeeld iemand die als hobby ‘Feyenoord-fan’ opschreef. Daar moet je mee oppassen, straks is de beoordelaar voor Ajax.”
Kom je als recruiter voor Windesheim ook dit soort ‘fouten’ tegen?
“Ik herinner me een sollicitant op een docentfunctie met een CV van acht pagina’s. Hoe kort en bondig kun je dan uitleggen als je voor de klas staat? En ik herinner me iemand die solliciteerde voor een baan als docent Nederlands. Zij vertelde in haar brief over haar katten. Daar zou ik normaal op afknappen, maar in dit geval was het een heel mooi verhaal met een idee erachter. Ze toonde daarmee ook goed haar taalkundige kwaliteiten.
Ook was er ooit een sollicitant met een vieze trui. Niet één vlek, maar een heleboel. Zoiets leidt enorm af. En of je nou wil of niet, je vormt daardoor een bepaald beeld van iemand. En ik vertel
studenten tijdens de training vaak de anekdote over een sollicitant die het zo spannend vond dat hij daardoor heel erg naar zweet rook. Daardoor is dat het hele gesprek aan mij voorbijgegaan.”
‘Training is onbekend onder studenten’
Elham Alaqeband, oud-student hbo-ict, leerde veel over het schrijven van een sollicitatiebrief.
“Ik moest solliciteren voor een meewerkstage, daarom meldde ik me aan voor deze training. Wat ik heb geleerd? Bijvoorbeeld hoe je een sollicitatiebrief opbouwt, dus hoe je begint, wat je over jezelf vertelt en hoe je afsluit. En dat je moet zorgen dat je de competenties en eigenschappen die worden gevraagd voor de functie ook duidelijk benoemt in je brief.
Veel studenten weten denk ik niet van het bestaan van deze training. Het wordt gemeld op de pagina voor studenten, maar daar kijkt iedereen voor de EC’s, het rooster of de tentamens. Niet naar het nieuws en de mededelingen. Misschien zou het helpen als de studentbegeleiders het in hun les melden?
Ik ben destijds trouwens aangenomen voor die meewerkstage. En toen ik onlangs ging solliciteren voor een ‘echte’ baan heb ik Johanna gevraagd om feedback op mijn sollicitatiebrief. Met succes!”
Die lastige vragen tijdens een sollicitatiegesprek ook altijd.
“Dat kun je voorbereiden. Geheid dat er wordt gevraagd naar je sterke punten en je ontwikkelpunten. Het is handig als je daar van tevoren over hebt nagedacht. Helemaal als je bijvoorbeeld een techneut bent die het lastig vindt om over zichzelf te praten. Andere standaardvragen: Wat zijn je ambities voor de toekomst? Hoe wil jij jezelf verder ontwikkelen? Wat vind je nog belangrijk om te leren? Ik geef studenten al tijd mee dat ze zo’n gesprek vooraf kunnen oefenen, met een ouder of vriend of vriendin. Laat ze deze vragen stellen en ga de antwoorden uitspreken zodat je er al een keer woorden aan hebt gegeven en de woorden al eens hebt gezegd. Zodat wat je straks gaat zeggen, niet nieuw voor je is.”
Weten studenten te weinig over arbeidsvoorwaarden?
“Studenten hebben vaak geen idee. Ook niet zo gek, want zoiets hebben ze nog nooit in de praktijk meegemaakt. Hoe werkt het als je ziek bent, krijg je dan wel salaris? Is er een fietsplan? Hoe zit dat met de cao of loonschalen? Ik vertel studenten ook dat het arbeidsvoorwaardengesprek een dialoog is, en niet: hier heb je een contract en teken maar. Jij mag ook iets vinden en iets neerleggen op de onderhandelingstafel. Vraag of je er nog een nachtje over mag slapen, bespreek het aanbod met iemand of laat een proforma-berekening maken, zodat je kunt zien hoeveel je afdraagt voor je pensioen.
Mannelijke studenten vinden vaak de leaseauto interessant. Dan vraag ik: ‘Maar wie betaalt die leaseauto eigenlijk?’ Ja je baas, maar jij gaat er wel belasting over betalen in de vorm van bijtelling. En dat zijn niet de minste bedragen. Dus misschien heb je genoeg aan een Citroën C1. Of kun je zelfs op de fiets naar je werk.”
‘Zoek je een vrouw? Laat dan niet een man de vacaturetekst schrijven’
Johanna Hutte is recruitment adviseur op Windesheim.
Dé grote trend momenteel is gamification, al gebeurt dit (nog) niet op Windesheim. “Geen brief en CV meer, maar een interactief spel waarin de vereiste competenties op de proef worden gesteld. Daar komt als het goed is de juiste persoon uitrollen op basis van kwaliteiten, en niet of er ‘een click’ is. Want als vijf blanke mannen van in de vijftig een nieuwe collega moeten kiezen, is de kans groot dat ze net die ene blanke man van in de vijftig eruit pikken. Omdat ze daar nu eenmaal sneller een click mee hebben.”
Dit proberen recruiters op Windesheim te ondervangen door – bijvoorbeeld – in vacatureteksten competentiezaken uit te vragen en door sollicitanten een vaste set vragen te laten beantwoorden in hun brief. Johanna: “Daardoor zijn brieven beter naast elkaar te leggen en objectiever te vergelijken.”
“En als je bijvoorbeeld specifiek een vrouw zoekt, laat dan niet een man de vacaturetekst schrijven. Een vrouw gebruikt andere bewoordingen, waar een vrouwelijke sollicitant zich sneller door aangetrokken zal voelen. Bovendien wil een vrouw zich in acht van de tien vacature-eisen herkennen voordat ze solliciteert. Bij een man is dat maar vijftig procent. In mijn vacatureteksten voor functies in het domein Techniek schrijf ik vaak letterlijk: bij dezen wil ik ook vrouwen die zich niet herkennen in álle eisen, tóch oproepen om te reageren.”
Uit onderzoek blijkt telkens weer dat een diverser team succesvoller is, vertelt Hutte. “Een verkoopteam met mensen van verschillende culturele achtergronden kan bijvoorbeeld beter nieuwe markten aanboren. En als je gaat brainstormen, krijg je een breder perspectief. En ja, uiteindelijk gaat de baan naar de beste kandidaat. Maar we willen wel dat iedereen de mogelijkheid krijgt en zich geroepen voelt om te reageren. Dát is voor mij diversiteit en inclusie.”
tekst: Wouter van Emst
foto: Herman Engbers
illustratie: Judy Ballast