Na het opstarten van de apparaten op de werkplek van die dag is de volgende loop richting het sociale hart van de afdeling: De koffieautomaat! Als de keuzeknoppen zijn bediend, begint met een beetje geluk de kast te rommelen en te pruttelen.
Ik kan er niet vanuit gaan dat ik alleen maar hoef te wachten, nee, het blijft oppassen geblazen. Deze statige ‘collega’ verwacht al voor mijn eerste slok bruin goud dat ik scherp en alert ben.
Sta ik met mijn beker recht onder de juiste uitlaat? Ja? Dan nog moet ik nog steeds opletten, want als het tegenzit piest de melkuitlaat als een oude man in een onmogelijk te voorziene hoek scheef over de rand van mijn mok.
Middenin een geanimeerd gesprek moet ik als de bliksem mijn kop verplaatsen om te voorkomen dat de helft van de melk er naast loopt, linea recta de lekbak in. Dikke kliederboel en een vieze beker met een niet meer in verhouding smakende cappuccino tot gevolg.
Ontmoeten
Niet dat we nu massaal voor de smaak naar de koffiemachine komen, want laten we eerlijk zijn, de dubieuze bak automatenkoffie, de waterige espresso en een naar karton smakende cappuccino is nou niet bepaald het meest appetijtelijke vooruitzicht als je in alle vroegte met de slaap nog in de ogen door de gangen van de campus doolt.
De grootste aantrekkingskracht van deze magnetische machine is dat rondom de koffietap de plek is waar we elkaar ontmoeten. Waar we lachen, klagen, kletsen, zuchten, elkaar een hart onder de riem steken, de actualiteiten van het nieuws bespreken, onze frustraties en zorgen over systemen en bezuinigingen delen en vooral tot slot succes/sterkte wensen met de werkdrukte van de dag.
En toch, los van die menselijke ontmoetingen rond de tap, zit er een heimelijk verlangen in het telkens weer willen opzoeken van de koffieautomaat zélf.
Verliefd
Wat maakt ons dan toch zo verliefd op deze stalen stakker? Ik denk dat we er onbewust menselijke trekjes in herkennen. In dit digitale tijdperk waarin alles sneller en efficiënter moet, lijkt onze vriend een baken van menselijkheid en tolerantie. Want het is oké om af en toe per ongeluk naast het kopje te piesen. Het is begrijpelijk dat een ingewikkelde klus iets langer duurt, zolang het resultaat maar goed is.
Het laat ons zien dat we soms geduldig moeten zijn en dat een proces niet sneller gaat als je harder op de knoppen drukt. En als we dat begrijpen en we komen zo nu en dan even buurten, dan krijgen we als extra bonus de gelegenheid om dát te doen waar we in de waan van de dag anders niet aan toekomen. Aan dat wat het mínst dringend, maar het méést belangrijk is: Elkaar zien en horen!
Ik hou van onze ‘Koffiemien’, met alle fratsen en imperfecties is het misschien wel het meest belangrijke apparaat van de campus.

Marianne Timmerman-Hollander is studentendecaan voor het domein Gezondheid & Welzijn