Inge Grimm, voorzitter van het College van Bestuur, vertrekt en de hogeschool moet zonder haar verder. Maar waar willen we naartoe? WIN vroeg een aantal uitgesproken Windesheimers om hun persoonlijke visie.
Hanan: ‘Verbondenheid’
“De nieuwe voorzitter van het College van Bestuur mag aandacht hebben voor inclusie als kenmerk van psychologische veiligheid. Veiligheid draait ook om verbondenheid en juist die verbondenheid zorgt voor een gevoel van welzijn én presteren, zowel onder studenten als medewerkers. Kortom: wie zich geïncludeerd en veilig voelt – zich gezien, gehoord, begrepen en gewaardeerd voelt – is beter gemotiveerd om mee te doen. Zo bouwen we aan een onderwijsinstelling die toekomstbestendig is. Met de menselijke maat steeds voor ogen.”
Hanan Nhass is adviseur diversiteit & inclusie Domein Almere
Imme: ‘Een uitnodiging’
“Windesheim wil een frontrunner zijn op het gebied van duurzaamheid en zich daarin profileren. Als Green Ambassador omarm en steun ik deze ambitie. En met mij vele anderen. We doen veel mooie dingen op dit vlak, maar ik merk ook dat er door de forse bezuinigingen keuzes worden gemaakt die niet altijd passen bij onze strategische koers. Vaak is duurzaamheid dan het kind van de rekening. Juist nu moeten we hiervoor blijven vechten! Waarde zit niet alleen in geld, maar ook in sociale waarde, zoals het welzijn van medewerkers en de kwaliteit van het onderwijs dat onder druk komt te staan (dichter bij de ander). Of in maatschappelijke waarde, zoals de prachtige kans in Almere die er lag om een nieuw duurzaam onderwijspand te creëren (dichter bij de wereld). Onze uitdagingen mogen nadrukkelijker langs onze koers, en dus ook sociale en maatschappelijke waarde gelegd worden. Weet dat er een peloton aan Green Ambassadors jullie met raad en daad willen bijstaan om te helpen. Een uitnodiging….”
Imme Duyfjes is docent Ad ondernemen op Windesheim Flevoland
Bas: ‘Tegen de stroom‘
“Windesheim moet tegen de stroom inroeien. Tegen het individualistische, haast neoliberale idee van ‘studentgedreven’ onderwijs in. Door in plaats daarvan de professionele leerroute te (her)introduceren waarbij professionals van de opleidingen bepalen wat studenten in welk tempo doen op grond van wat de professie (in het toekomstig beroep) van studenten vraagt. En waarbij het College van Bestuur slechts toeziet op de professionaliteit en dus kwaliteit van die opleidingen. Zo wordt voorkomen dat studenten via vaag geformuleerde leeruitkomsten soms vakken of hele minoren afronden zonder dat ze er veel van geleerd hebben of daar voldoende uren in gestopt hebben.”
Bas van der Meijden is docent bij de lerarenopleiding geschiedenis
John: ‘Verhoog de DBU!’
“Beste nieuwe directeur, U staat voor een complexe uitdaging: een nieuw, intensiever onderwijssysteem implementeren én tegelijk bezuinigen. De reflex is vaak om de DBU-norm van docenten te verlagen, omdat dit een grote kostenpost lijkt. Dat lijkt logisch, maar paradoxaal genoeg is het financieel én onderwijskundig slimmer om de DBU juist te verhogen. Stel, u verhoogt de DBU-norm voor 27.000 studenten van 480/28 naar 520/28. Dat kost op korte termijn €2,2 miljoen extra per jaar. Maar de langetermijn winst is enorm: Meer tijd per student verlaagt de werkdruk, waardoor het ziekteverzuim van docenten kan dalen van 7% naar 4%. Dit bespaart u al €2,4 miljoen per jaar. Beter begeleide studenten haken minder snel af. En 3% minder uitval betekent 810 studenten extra die blijven, goed voor €6 miljoen extra bekostiging. Maar het grootste verdienmodel komt nog. Goed uitgeruste docenten zorgen ervoor dat méér studenten hun diploma binnen de bekostigde termijn halen. Een 3% hoger afstudeerrendement levert u maar liefst €12 miljoen extra op. Mijn advies: zie docenten niet als kostenpost, maar juist als de grootverdieners van de hogeschool. Geef ze de tijd om hun werk goed te doen — dat betaalt zich dubbel en dwars terug.”
John ter Horst is docent social work
Roderick: ‘Oog voor de verschillen’
“Tienduizend. Zoveel uur dient een mens aan een bepaald vakgebied te besteden om er een expert in te worden. Het staat gelijk aan ongeveer tien jaar zwoegen. Werk aan de winkel dus. Ook voor onze studenten. Zo kijk ik namelijk naar het hoger onderwijs. Als een plek waar studenten die eerste uren draaien, bekend raken met een vak en ervaren mensen ontmoeten die hen het vak bij kunnen brengen. Bij Journalistiek betekent dat dat onze studenten hun eerste jaar starten met het schrijven van kleine, feitelijk geschreven nieuwsberichten. Eerst de basis. Maar voor mijn gevoel komt met de Eigen Leerroute die zorgvuldig uitgewerkte volgtijdelijkheid onder druk te staan. Want er kan ook teveel flexibiliteit zijn. Ter voorbereiding op de Eigen Leerroute zijn alle deadlines dit studiejaar facultatief geworden. Een student mag zelf kiezen wanneer hij of zij zijn portfolio inlevert. Het gevolg is heel voorspelbaar: met name in het eerste semester voelden weinig studenten zich genoodzaakt om een portfolio in te leveren. Is de Eigen Leerroute geschikt voor onze opleiding? Als docenten wordt van ons gevraagd om te differentiëren om achter de specifieke leerbehoeftes van studenten te komen. Een College van Bestuur moet dit mijns inziens ook doen: differentiëren, en altijd oog houden voor de verschillen tussen opleidingen. Ook die zijn allemaal anders. Net als onze studenten.”
Roderick Nieuwenhuis is docent bij de opleiding journalistiek
Francien: ‘Versterk de samenwerking’
“De medezeggenschap van Windesheim staat midden in ‘de samenleving’ die de hogeschool vormt. De opleidingscommissies, deelraden, centrale medezeggenschapsraad bestaan immers uit studenten en medewerkers uit alle lagen van de hogeschool, betrokken mensen met een hart voor het onderwijs en de organisatie, die signaleren, actief meedenken, over wat goed gaat en beter kan. Een waardevolle bron voor de nieuwe CvB-voorzitter. En het is belangrijk dat hij of zij deze samenwerking blijft versterken en de medezeggenschap ziet als een belangrijke stem waar het andere perspectief en de stem van de minderheid opgehaald kan worden. Door deze wijsheid mee te nemen in besluitvorming kunnen we – juist in roerige tijden – met respect voor elkaars verantwoordelijkheden samen blijven optrekken voor goed onderwijs en een organisatie waar iedereen zich thuis voelt.”
Francien Lange is voorzitter van de Centrale Medezeggenschapsraad
Arjen: ‘Blijf bij het beroep’
“In de basis denk ik dat onderwijs, al het beroepsonderwijs, terug dient te keren naar waar het eigenlijk om gaat, namelijk een vak of beroep leren. Alle randzaken, waarin weliswaar bepaalde vaardigheden worden onderwezen maar die weggaan van het beroep waarvoor men gekozen heeft, leveren in het geval van bijvoorbeeld Social Work, een verarming voor dat beroep op. Omdat het dan niet meer gaat over het toepassen van kennis en vaardigheden specifiek gericht op een beroep, maar vooral over op bijvoorbeeld hbo-niveau kunnen denken en redeneren. Gemiddeld genomen heeft iemand in de jeugdzorg of in de zorg voor mensen met een (verstandelijke) beperking daar niet echt wat aan als het gaat over in contact komen en zijn met die mensen.”
Arjen Mostert is oud-docent Social Work (gepensioneerd sinds maart)
Bas: ‘Op de barricaden’
“Ik hoop dat de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur een saaie activist is. En met ‘saai’ bedoel ik degelijk. Iemand die geen grote vergezichten schetst, maar gewoon in dienst van de organisatie zorgt dat docenten hun werk kunnen doen en studenten geen belemmeringen ervaren in hun studie. Een rooster dat goed in elkaar zit, genoeg uren voor goed onderwijs, betrouwbaarheid in de organisatie. En met ‘activist’ bedoel ik dat de nieuwe voorzitter opkomt voor Zwolle in Den Haag. Ik hoop op iemand die luid en duidelijk zegt dat nog meer bezuinigingen het hoger onderwijs kapotmaken en daarvoor met ons de barricaden op wil. Dus: dienstbaar voor de organisatie, strijdbaar naar buiten toe.”
Bas den Herder is docent opleiding journalistiek
Theo: ‘Hou de samenhang!’
“Ik heb eens goed gekeken naar het Instellingsplan ‘Dichterbij’ van Windesheim. Maken we onze ambities voor de toekomst waar, of kan dat beter? Dichterbij de wereld is een belangrijke ambitie uit het instellingsplan. Duurzaamheid is belangrijk. We stegen vorig jaar naar de zestiende plaats van de Sustainabul-lijst, de duurzaamheidsranking van hogescholen. Een plaats die we vooral te danken hebben aan onderzoek. Dat is mooi! Maar er liggen nog wel verbeterpunten voor een duurzamere bedrijfsvoering. Dichterbij de wereld betekent ook: beter aanhaken bij maatschappelijke initiatieven in Zwolle. Windesheim lijkt echter wat verder van Studentenstad Zwolle weg te raken, met het afstoten van studentencafé Het Vliegende Paard en het inkorten van de Bruisweek. Maar de basis is goed: de hogeschool staat goed aangeschreven in de regio. Dichter bij elkaar: in onze snel veranderende wereld is het belangrijk de samenhang te behouden tussen verschillende activiteiten en mensen binnen de organisatie. Een open leercultuur is denk ik een voorwaarde om herkenbaar te blijven voor elkaar en ook voor de buitenwereld. Daar kunnen we mee vooruit. Tenslotte zijn de persoonlijke ontwikkelmogelijkheden op Windesheim royaal, dus ook met de ambitie Dichterbij jezelf uit het instellingsplan zit het wel goed!”
Theo Peenstra is docent bij de lerarenopleiding Aardrijkskunde
Cor: ‘De vloer op’
“Het lijkt me essentieel dat de nieuwe collegevoorzitter regelmatig zichtbaar is in de organisatie. Vooral door zich actief te begeven in de wandelgangen en op bezoek te gaan bij opleidingen en diensten. Op beleidsniveau worden beslissingen genomen die grote impact hebben op de werkvloer. De praktijk leert echter dat beleid en realiteit niet altijd goed op elkaar aansluiten. Verhoogde werkdruk, complexe organisatieprocessen, dwingende systemen en een groeiende administratieve last zijn uitdagingen die op de werkvloer sterk voelbaar zijn. Maar dit wordt vaak minder goed opgemerkt door de beleidsmakers. Hoewel er diverse initiatieven en bijeenkomsten zijn om medewerkers en studenten te betrekken bij beleid, blijkt dit niet altijd even succesvol. Daarom pleit ik ervoor dat het bestuurscollege daadwerkelijk de praktijk in gaat. Zodat het ‘echte verhaal’ niet alleen gehoord maar ook ervaren wordt.”
Cor Niks is docent bij de Calo en actief in diverse medezeggenschapsorganen
Bruno: ‘Bied ruimte maar ook richting’
“De Eigen Leerroute klinkt sympathiek, maar brengt serieuze risico’s mee voor de maatschappelijke opdracht van het hoger onderwijs. Wat mij betreft is die opdracht: studenten opleiden tot bekwame, betrokken, kritische en reflectieve professionals. Wanneer een te groot beroep gedaan wordt op zelfsturing neemt de kans toe dat het hoger onderwijs die opdracht niet realiseert. Zelfsturing vraagt bijvoorbeeld om kennis, zelfinzicht en verantwoordelijkheid. Er zijn allerlei kwaliteiten nodig die bij jongvolwassenen juist nog volop in ontwikkeling zijn. Een goede opleiding biedt die kennis en houvast en mag studenten niet laten verdwalen in vrijblijvendheid of versnippering. Idealiter heeft Windesheim de moed om kritisch te evalueren waar de grens ligt tussen ruimte geven en richting bieden. Maak van de Eigen Leerroute geen verkapte bezuiniging, maar een bewuste en goed doordachte onderwijskeuze. Anders betalen de studenten de rekening op korte termijn, en de samenleving op langere termijn.”
Bruno Oldeboom is hogeschoolhoofddocent didactiek en het opleiden van leraren
Wilbur: ‘Te bescheiden’
“Wat mij betreft gaat Windesheim vol inzetten op promotie en werving van nieuwe studenten. Bij de techniekstudies lopen de studentenaantallen terug, terwijl er veel vraag is naar onze studenten vanuit het werkveld. Natuurlijk zitten we in een krimpregio, maar onze opleidingen scoren landelijk heel hoog. Ik denk dat we ons te bescheiden opstellen. We zouden daarbij ook kunnen inzetten op meer internationale studenten (voor zover financieel haalbaar), dat zijn er nu nog vrij weinig. Windesheim zou niét moeten bezuinigen op activiteiten voor studenten, zoals de Bruisweek, klassenactiviteiten en excursies. Die doen heel veel voor de klassenbinding en het studentenwelzijn en zorgen daardoor voor lagere uitval. Windesheim kan nog beter contact houden met het werkveld. We kunnen meer alignment aangaan met bedrijven/instellingen in groeisectoren. Zo zijn we nu samen met Defensie bezig om nieuw onderwijs in te richten. De studenten staan ervoor in de rij. Waar Windesheim ook in moet blijven investeren is onderwijs over nieuwe technologieën en vaardigheden van de toekomst: denk aan data-analyse/IT, duurzaamheid en energietransitie. Wat betreft de onderwijsorganisatie: het onderwijs aanpassen aan leeruitkomsten/doorstroomnorm/flexibele routes etc, kost erg veel tijd en aandacht. Het is bedacht met de beste bedoelingen. Maar of de student er veel aan heeft?”
Wilbur Hage is docent bij Technische Bedrijfskunde en Logistics Engineering
Bas: ‘Niet geleerd’
“De recente bezuinigingen maken het geven van goed onderwijs er niet eenvoudiger op. Een deel van de tegenwind hebben we echter over onszelf afgeroepen. Want persoonlijke leerroutes creëren niet alleen verwachtingsmanagement dat in de praktijk vooralsnog niet waargemaakt kan worden. Ook maakt het, dat de systeemkant Windesheimbreed leidend wordt voor wat in de onderwijspraktijk dient te gebeuren. De diepere discussie over wat “goed onderwijs” is en in hoeverre (de extreme variant van de eigen) leerroute hieraan bijdraagt, heeft echter niet plaatsgevonden. Niettemin wordt het onderwijsbreed ingevoerd en lijken we niet te hebben geleerd van eerdere mislukte onderwijsinnovaties, waarbij het advies was: kleinschalig en diepgaand testen binnen een representatieve groep early adapters. Zullen we, net als studenten, ook opleidingen en professionals weer gewoon de vrijheid geven tot eigen keuzes en regie? Scheelt veel geld, moeite en frustratie en levert kwaliteit, maatwerk en commitment.”
Bas Baremans is opleidingsdocent lerarenopleiding LO (Calo)
tekst: Marcel Hulspas
illustraties: Judy Ballast