Wat is het verband tussen slaap en koffiegebruik? En zijn gemotiveerde studenten vaker op school? Studenten van de opleiding Ruimtelijke ontwikkeling & mobiliteit van Windesheim in Almere onderzochten het voor hun vak Statistiek.
De eerstejaars studenten verzamelden data onder medestudenten en medewerkers op locaties de Landdrost en ’t Circus. In tweetallen gingen studenten met zelf opgestelde vragenlijsten op pad. Ze spraken in totaal meer dan tweehonderd mensen aan in gangen, lokalen en op werkpleinen. De antwoorden werden genoteerd op telformulieren en later geanalyseerd in Excel.
Geen significante verbanden
De uitkomsten verschilden per onderzoek, maar één rode draad viel op: geen van de onderzochte verbanden bleek statistisch significant. Zo bleek uit het onderzoek van Madison en Alex dat er geen aantoonbare relatie is tussen het aantal kopjes koffie dat iemand drinkt en de hoeveelheid slaap. Tycho en Niels onderzochten of oudere mensen meer uitgeven in de koffiecorner aan de Landdrost. Ook daar bleek geen duidelijk verband, ondanks de aanname dat ouderdom vaak samengaat met meer besteedbaar inkomen.
Een derde groep, bestaande uit Jarno en Casper, bevroeg honderd studenten en medewerkers op locatie ’t Circus over hun reistijd en lichaamslengte. Ook hier bleek geen verband. Tot slot onderzochten Jelle en Quy onder veertig studenten of motivatie samenhangt met het aantal uren aanwezigheid op school. Ook dit bleek niet het geval. “Het was toch leuk geweest als er wél een verband was tussen motivatie en hoe vaak studenten hier op school zijn,” aldus één van de studenten.
Nieuwe aanpak van het vak
De onderzoeken maken deel uit van een nieuwe didactische aanpak binnen het vak statistiek, ontwikkeld door docent Kas van ’t Loo. Al meerdere jaren merkte hij dat studenten moeite hadden met het vak en de relevantie ervan niet inzagen. Dat leidde tot een herziening van de lesopzet. In plaats van voorbeelden uit een boek, besloot hij de studenten statistiek te laten ‘doen’ in een herkenbare context: hun eigen hogeschool.
Door zelf data te verzamelen, hypotheses te formuleren en analyses uit te voeren, krijgen studenten volgens hem beter inzicht in de praktische waarde van statistiek. “Ze doorlopen het hele proces, van het opstellen van de onderzoeksvraag tot het trekken van conclusies. Daarbij leren ze ook dat het ontbreken van een verband óók een resultaat is.”
