Kanttekeningen bij het Chinese onderwijs (deel 1)

 

Nico Smeenk, docent aan de opleiding industrieel product ontwerpen, woont en werkt tot de zomer in Chongqing, China. Daar geeft hij les op een partneruniversiteit van Windesheim.

  1. Wat denk je er zelf van?
    confucius
    Confucius (China’s eerste leraar) heeft nog altijd (of weer, na de “schoonmaak” van de Culturele Revolutie) een belangrijke invloed op de Chinese maatschappij en zo ook in het onderwijs. Harmonie door respect voor de bestaande hiërarchische verhoudingen. Er is geen twijfel over mogelijk: de leraar dat ben ik, Nico Laoshi. De studenten beschouwen de leraar dan ook altijd als de autoriteit die het beter weet… en het is niet eenvoudig om dat te doorbreken.
  1. All in the family
    Het familiemodel, compleet met voorouderverering, is bij uitstek geschikt om de Confuciaanse orde te handhaven. In het onderwijs speelt de leraar/tutor de vaderlijke rol, die zijn geliefde kroost ook bestraffend toe kan spreken; de klassenvertegenwoordiger is de grote broer/zus, die een directer contact heeft met de leraar en opkomt voor de kleintjes; de dormitories worden bestierd door “tantes”. Ik denk dat ik gezien word als een verre oom uit het buitenland.
  1. Gedraag je als water
    De leer van Lao Tzu (Tao (de Weg)) is ook gericht op harmonie, maar baseert zich op heel andere uitgangspunten. Hoe gedraagt water zich? Water past zich aan bij de vorm van het rivierbed, het volgt de kronkels en de hoogteverschillen, het vult precies de leegtes en zoekt altijd het laagst mogelijke punt op. Dit gedragsmodel wordt ook “No action” (Wu Wei) genoemd: pas je aan bij de context, forceer de dingen niet, zoek het punt van de minste weerstand. Dwarsliggers kom je hier vrijwel niet tegen.
  1. Deel en tegendeel
    Alles heeft twee kanten. Confucius spreekt over het (harmonieuze) “Midden-standpunt”. In het Taoïsme speelt het complementaire paar Yin-Yang een grote rol. Geen ijzeren logica maar een dialectisch spel tussen these en antithese, zonder daaruit direct een synthese af te willen leiden. Een goede basis voor echt denkwerk. Is een bepaalde gebeurtenis een mogelijke kans of een bedreiging… wie zal het weten? Een beroemde Chinese parabel is “Sai Weng verliest zijn paard”. Heel in het kort (click hier voor het hele verhaal): Op een dag ontsnapt het paard van Sai Weng. Zijn buurman zegt: wat een pech! Sai Weng antwoordt: geluk of ongeluk, wie zal het zeggen? Enkele dagen later komt zijn paard terug, samen met een prachtige wilde merrie. Zijn buurman: wat een geluk! Sai Weng: wie zal het zeggen. De zoon van Sai Wen probeert de merrie te temmen en breekt daarbij zijn been. Zijn buurman: wat een ongeluk! Sai Weng: wie kan het weten? Enkele dagen later komt een divisie van het leger soldaten ronselen… de zoon van Sai Weng blijft gevrijwaard, vanwege zijn gebroken been…
    Ondernemende studenten zien overal mogelijke kansen, waar ze ook kijken in het hedendaagse China.
  1. Confucianist van buiten, Taoïst van binnen
    Discipline! Om 8:00 ’s ochtends beginnen de lessen en om één voor acht zitten alle studenten al op hun plaats, als de leraar de klas binnenwandelt, juist vóór het rinkelen van de bel (ja, die is hier nog…). De les duurt precies 40 minuten, wéér die bel, 10 minuten pauze, wéér de bel. We gaan door met de les… maar… de klas is half leeg…! Een Chinese docent vertelt me dat de studenten aan het ontbijten zijn en aan zijn gezichtsuitdrukking meen ik iets af te lezen als “dat moet toch kunnen”.
    Naar buiten toe een zeer strikte, confuciaanse discipline, maar als daar eenmaal aan voldaan is, is het taoïstische “laat maar waaien” principe van kracht (sorry voor de oneerbiedige uitdrukking). Buitenkant en binnenkant. Orde en vrijheid. Steen en water.

Er zijn 1 reacties op «Kanttekeningen bij het Chinese onderwijs (deel 1)»

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *